Kijk eens aan! Minister De Jonge van Volksgezondheid geeft zijn fout ein-de-lijk toe en erkent nu dat Nederland veel eerder had kunnen beginnen met vaccineren. Helaas moffelt hij zijn verantwoordelijkheid ook direct weer weg door met de vinger naar andere oorzaken en omstandigheden te wijzen... Volgens De Jonge werd in november duidelijk dat niet het
AstraZeneca-vaccin, maar het middel van
Pfizer/BioNTech als eerste op de markt zou komen. Hij vindt dat hij toen
had moeten ingrijpen bij de GGD's, die nog steeds waren ingesteld op de komst van AstraZeneca als eerst beschikbare vaccin:
"We zijn onvoldoende wendbaar gebleken," zegt de minister.
Dat is echt slap gezwets van De Jonge. Qua logistiek betekende de ommezwaai van AstraZeneca naar Pfizer/BioNTech inderdaad een grote verandering, omdat het Pfizer-vaccin op ontzettend lage temperaturen bewaard moet worden. Daar heeft hij wellicht een punt. Maar dat doet niets af aan het feit dat de GGD's allang vaccinatiemedewerkers hadden kunnen recruteren. Net als dat de belscripts van het RIVM al ruim vóór die tijd af hadden kunnen zijn, want de risico's en bijwerkingen van dat vaccin waren al vrij snel na de goedkeuring van dat vaccin bekend.
De Jonge doet nu net alsof het hele vaccinatiebeleid moest worden omgegooid, alléén vanwege de veranderende logistiek die het Pfizer/BioNtech-vaccin met zich meebrengt. Het kan toch nooit dat álle andere stappen in het beleid daardoor maar op on hold moesten worden gezet? Hou toch op. Als je een strategie uitstippelt dan kijk je toch eerst naar wat er allemaal voor nodig is en direct daarna naar wat er nú alvast kan worden gerealiseerd? Desnoods stippel je een aantal scenario's uit en pas je de strategie aan zodra de situatie afwijkt van het originele plan?
'Gelukkig' gebeurt dat nu alsnog en begint Nederland toch
iets eerder met vaccineren, ondanks de bijna moedwillige pogingen van brekebeen
Hugo de Jonge om het hele project te laten stranden. Al hebben
Diederik Gommers en Ernst Kuipers praktisch moeten smeken om een beetje ministeriële daadkracht van de minister.