Multiculturalisme en republikanisme gaan hand in hand.
De rol van de Koning minimaliseren, zoals de PvdA inmiddels ook wil, is een buitengewoon onverstandige zet. Het neutraliseert de staat nog verder en snijdt haar los van de eigen culturele achtergrond.
Opvallend zijn de vele rechtsmensen, die enerzijds spugen op multiculturaliteit en anderzijds de Koning liever vandaag dan morgen ten val brengen. Deze mensen zeggen waarde te hechten aan de eigen, Nederlandse cultuur, maar ondergraven die tegelijkertijd zonder moeite. Dat wringt. Een deel van deze mensen is overigens ook veel te druk met overal tegen zijn dan om zich te bekommeren om de logische implicaties van hun stellingen.
Voor de rechtsmensen die dat niet zijn: waarom de rol van de Koning beperken tot een ceremonieel lintjes doorknippen? De Koning is een van de weinige overgebleven nationale symbolen. Dergelijke symbolen drukken de eenheid van de natie uit en moeten niet overboord gezet worden. Een Koning die enkel lintjes doorknipt, symboliseert ook de natie, maar wel op een treurige manier. Nederlanders kijken met een stuk minder trots naar de Koningin op staatsbezoek als ze weten dat zij in feite louter instrumenteel is voor het Nederlandse bedrijfsleven en geen eigen allure meer heeft.
Een van de weinige zaken die de moderne PvdA begrepen had, was de rol van de Koning. Daar moest niet te veel aan getornd worden. Sociaaldemocratie en het Koningshuis gaan vaker hand in hand. Niet alleen in Nederland, maar ook in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk was dat vele jaren het geval. In beide landen zijn inmiddels de oude, gezond nationalistische wortels van de arbeiderspartijen losgelaten. Blair lag in de clinch met Elizabeth en Cohen wil eenzelfde positie tegenover Willem-Alexander. Multiculturalisme en cultuurrelativisme hebben het gewonnen van een mild nationalistisch volksgevoel.
De PvdA vindt dat de rol van Prins Willem Alexander als Koning beperkter moet zijn dan die van zijn voorgangers.
In een rapport adviseert een partijcommissie om de Koning geen voorzitter van de Raad van State meer te laten zijn. Ook moet zijn rol in kabinetsformaties of bij een kabinetscrisis worden ingeperkt. Bij een kabinets- of ministerscrisis moet de minister-president zich niet langer melden bij de vorst, maar bij het parlement. Zo moet worden voorkomen dat de koning politieke invloed krijgt.
Volgens de PvdA kan het geen kwaad als de koning wél lid is van de regering. Daarom stemt de partij van Job Cohen dan ook tegen een initiatiefwetsvoorstel van de PVV voor 'modernisering van het koningschap.' In dat voorstel is geen plaats meer voor een monarch die deel uitmaakt van de regering.
Niet alleen is het treurig dat ook de PvdA uiteindelijk de aanval opent op de Koning, maar ook dat Cohen met dit onduidelijke geharrewar niet eens kiezers zal weten te trekken.