1. Home
  2. Abortus: een botsing van rechten?

Abortus: een botsing van rechten?

Geen categorie03 jul 2013, 13:59
Waar conservatieven en liberalen in discussie gaan, wordt duidelijk hoezeer zij het soms eens kunnen zijn, maar ook hoe sterk zij van mening kunnen verschillen. Eén discussie die ik al talloze keren heb zien terugkomen in conservatief-liberale gezelschappen gaat over een van de heetste hangijzers: abortus provocatus.
Er zijn heel wat liberalen die spreken van het recht van iedere vrouw op zelfbeschikking, terwijl conservatieven het geregeld hebben over moord op een ongeboren kind. Iedere keer als ik zo’n discussie zie plaatsvinden, kom ik uit op dezelfde vragen. Wat vinden wij juist en onjuist? Hoe oordelen we over heikele kwesties? Waarop baseren we onze moraal?
Dit zijn fundamentele vragen om over na te denken. Helaas doen veel mensen dat zelden, met als gevolg een zekere mate van (hoogstwaarschijnlijk onbedoelde en onbewuste) hypocrisie. Zo zijn er mensen die graag praten over de rechten die zij claimen, terwijl ze gelijktijdig anderen die rechten misgunnen. Voor principieel ingestelde mensen is het van groot belang – al is het maar voor het eigen geweten – dat ze integer handelen, en hypocrisie afwijzen.
Laten we daarom eens het hete hangijzer vast durven grijpen. Als een ongeboren kind rechten heeft, en de moeder van dit ongeboren kind ook, dan bestaat er de mogelijkheid dat hun rechten botsen. Wat weegt zwaarder; het recht op lichamelijke zelfbeschikking van de moeder (een recht waar niemand inbreuk op mag maken) of het recht op leven van het ongeboren kind (een recht waar óók niemand inbreuk op mag maken)?
Voor wie vindt dat een ongeboren kind géén aanspraak op rechten heeft, is er natuurlijk geen sprake van zo’n botsing van rechten. Maar waarom zou een ongeboren kind geen rechten hebben, en als het die niet heeft, waarom bestaan die nu dan wel vanaf de vierentwintigste week van de zwangerschap? Of hoort een kind pas vanaf de geboorte rechten te verkrijgen? Wat maakt in deze kwestie het morele verschil?
Het is duidelijk: vóór we kunnen vaststellen of een botsing tussen rechten kan plaatsvinden, moeten we bepalen wie aanspraak kan maken op rechten. Daar denken ook libertariërs onderling verschillend over, maar het is raadzaam dat allereerst zijn eigen standpunt toetst aan de logica, en controleert of zijn mening wel consequent en rationeel is.
Een standpunt is consequent als het op iedere situatie kan worden toegepast en niet botst met de andere standpunten van de persoon in kwestie. Een standpunt is rationeel als het stoelt op objectieve, controleerbare feiten, en niet op subjectieve overtuigingen. Om een opvatting aan deze criteria te toetsen, is het raadzaam om het voorbeeld van Socrates te volgen. Door onszelf een serie kritische vragen te stellen, kunnen we de juistheid van onze positie testen.
Ten eerste: heeft alles dat leeft aanspraak op rechten, of hebben alleen levende wezens aanspraak op rechten? Ik ken eigenlijk niemand die vindt dat planten rechten hebben. De consensus lijkt in ieder geval te zijn dat rechten beperkt zijn tot individuele wezens. We dienen ons dus af te vragen wat het morele verschil is tussen wezens en ander leven. Het cruciale verschil lijkt te zijn dat levende wezens (oftewel: alle dieren, waaronder ook de mens) een zeker denkend vermogen hebben, dat bijvoorbeeld planten en schimmels niet hebben. Dat zou een reden zijn om aanspraak op rechten te beperken tot wezens.
Echter ééncellige levensvormen kunnen niet met goed fatsoen als méér “bewust” worden gezien dan schimmels. Dus hebben alle levende wezens rechten, of is dit op enige manier beperkt? Hebben mieren rechten? Ratten? Honden? Apen? Dolfijnen? Hebben dieren helemáál geen rechten, en is dit exclusief voorbehouden aan mensen? Waarom? Heeft dit te maken met bewustzijn? Kunnen we stellen dat hoe méér bewustzijn er is, hoe méér rechten een wezen heeft?
We moeten dan wel beseffen dat een foetus in de vroegste stadia van ontwikkeling helemaal geen bewustzijn heeft. De hersenen en het zenuwstelsel, die dat mogelijk maken, zijn dan nog niet eens ontwikkeld. Toch zijn er tegenstanders van dierenrechten die wel rechten toebedelen aan ongeboren kinderen (vanaf het moment van conceptie, zelfs). Hoe rechtvaardigen ze dit? Ik heb wel horen zeggen dat de foetus van een mens het potentieel voor bewustzijn heeft, en dat het vernietigen van een potentieel bewust wezen gelijk staat aan het doden van een “voltooid” bewust wezen.
Wederom vraag ik me dan af hoe dezelfde mensen in een aantal gevallen tegen dierenrechten kunnen zijn. Ja, een aap is minder bewust dan een mens, maar hij heeft zeker een mate van bewustzijn. Wat is het morele verschil dan? Wellicht nog belangrijker: een zwaar verstandelijk gehandicapt persoon heeft een uiterst beperkte mate van bewustzijn en géén potentieel om dat bewustzijn te vergroten. Heeft deze persoon dan minder aanspraak op rechten? Waarom wel of niet? Wie dieren rechten ontzegd omdat ze minder bewustzijn hebben dan mensen, zal die dan toch ook aan de gehandicapte moeten ontzeggen?
Nog helemaal los van die discussie: wat is eigenlijk “potentieel bewust leven”? Valt een zaadcel of een eicel daar al onder? Is masturberen in feite massamoord? Of begint het potentiële leven pas bij conceptie? Zelfs als we aannemen dat een menselijke embryo, in ieder geval vanaf conceptie, het potentieel heeft om een bewust levend wezen te worden – staat potentieel leven gelijk aan leven? Waarom zou dat zo zijn? De verdedigers van dat standpunt zullen het moeten onderbouwen. Wie van mening is dat zo’n potentieel géén recht verleent, en dat enkel een “compleet” levend wezen rechten kan hebben, zal op zijn plaats moeten aangeven waar de grens tussen leven en potentieel leven eigenlijk ligt. En waarom die grens juist op die plek ligt.
Moet een menselijke foetus vanaf negen weken (het moment dat het hart gaat kloppen en bloed door de aderen stroomt) worden beschouwd als een levend wezen (met de daartoe behorende rechten)? Zo nee, moet dit dan wel vanaf 24 weken (de huidige grens) of op enig ander moment vóór de geboorte? Waarom? En als dat niet zo is, en een kind pas vanaf de geboorte aanspraak op rechten heeft – wat is dan het morele verschil tussen een pasgeboren kind, en dat zelfde kind één dag eerder, toen het nog niet geboren was?
Wie al deze vragen heeft kunnen beantwoorden (op zo’n wijze dat de antwoorden niet met elkaar botsen, niet botsen met de andere opvattingen van de persoon in kwestie, en stuk voor stuk stoelen op logische redenering en controleerbare feiten), heeft nu een antwoord op de vraag wie er aanspraak heeft op rechten. Als dit antwoord inhoudt dat een ongeboren kind geen aanspraak kan maken op rechten, is er in geval van abortus ook geen sprake van botsing tussen rechten: enkel de rechten van de moeder zijn relevant.
Als het antwoord echter inhoudt dat een ongeboren kind, op enig moment, aanspraak kan maken op rechten – dan botst het recht op leven (van het ongeboren kind) met het recht op lichamelijke zelfbeschikking (van de moeder) op het moment dat de moeder een abortusbehandeling zou willen ondergaan. Voor de mensen die op dit punt uitkomen, rest dus nog één vraag, die nog moeilijker te beantwoorden is dan alle voorgaande vragen. Welk recht heeft in die situatie namelijk voorrang, en waarom?
Ik beken dat ik zelf nog bezig ben met het beantwoorden van mijn eigen vragen. Dit is niet iets dat lichtzinnig dient te gebeuren: ieder antwoord behoeft een onderbouwing door middel van objectieve feiten en rationele argumenten. Het lijkt mij in ieder geval dat een persoon die niet in staat is om deze vragen te beantwoorden (met de noodzakelijke onderbouwing en in het kader van een consequente moraliteit), ook niet in staat is om een zinnig oordeel over abortus te hebben. Zelf pretendeer ik dan ook niet dat ik die bevoegdheid op dit moment zou hebben. Ik pretendeer dan ook geen standpunt inzake abortus op te mogen dringen aan anderen. Wel hoop ik dat – door deze vragen te stellen, en ze te blijven stellen – er een debat ontstaat over deze kwestie. Ik twijfel er niet aan dat we door middel van rationeel debat, op basis van feiten, tot de waarheid kunnen komen. Maar het zal niet over één nacht ijs gaan.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten