In het licht van klimaatverandering is men geneigd te denken vanuit een gemiddeld ‘ideaal’ uitgangspunt. Is dat terecht? Laatst signaleerde de Stichting Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), naar aanleiding van afgelopen droge zomer,
in het AD: “Zeker 1 miljoen huizen in Nederland dreigen te verzakken”. Het zou gaan om circa 750.000 woningen die gebouwd zijn op houten palen, met name in veen- en kleigebied. Daarnaast zouden ook circa 300.000 woningen gebouwd ‘op staal’ risico lopen. Waar het KCAF
op haar website nog een grove inschatting maakt van 400.000 woningen die mogelijk gevaar lopen op funderingsproblematiek, lijken ze nu aan te geven dat ál deze woningen een aanmerkelijk risico lopen bij meer droogte.
Deze ‘klimaat’droogte is de laatste druppel die de emmer doet overlopen. De oorzaken van
funderingsproblematiek vloeien primair voort uit menselijk handelen. Zo wordt het grondwaterpeil door waterschappen geregeld, draineren boeren hun land en zijn vele sloten gedempt. Veen- en kleigronden die droog komen te staan klinken in. Ook mijnbouw (o.a. gas-, zout- en steenkoolwinning) leidt tot funderingsproblemen.
Vele van deze woningen zijn lang voordat de huidige bewoners erin kwamen wonen gebouwd. Gezien de ouderdom van de woningen, ontbreken bouwtekeningen veelal. Zolang deze huizen niet verzakt zijn, is de bewoner zich niet bewust van wat boven zijn hoofd hangt. Ook het bouwtechnisch rapport doet niets vermoeden. Als schade optreedt, volgt vaak een financiële aderlating. Het maakt het huis verkopen zonder verlies lastig. Als het huis in financiële zin ook nog steeds onder water staat is het in principe onverkoopbaar. Weliswaar is er een funderingslening in het leven geroepen met een looptijd van 30 jaar om deze problemen als woningeigenaar aan te pakken. Maar als je al te diep in de schulden zit, voldoe je niet aan de voorwaarden en mag je lijdend toe zien hoe je huis verder verzakt. En wat stelt 100 miljoen euro als fonds voor op een woningaantal van 1 miljoen?
Op 1 januari 2018 waren er ruim
7,7 miljoen woningen in Nederland. Daarvan loopt circa 1 op 8 woningen significante risico’s op funderingsproblemen. In hoeverre kan je op basis van de omvang en oorzaken van deze funderingsproblematiek nog stellen dat het volledig op het conto van de woningeigenaar komt? Ook
het KCAF kaartte eerder aan dat gemeenten meer moeten doen.
In bepaalde gevallen leidt het tot herbouw van de woning. In het kader van de Klimaatwet zou het Rijk dit moeten oppakken. Een behoorlijk deel van de huishoudens
redt het niet met 30.000 euro voor verduurzaming, omdat eerst andere bouwtechnische zaken moeten worden aangepakt.
Jan Modaal in zo’n huis kan dat niet betalen. Bankenregels omtrent de huizenmarkt worden verder aangescherpt. Zelfs Jan 2 á 3x Modaal loopt krom om zijn rekeningen te betalen als dat huis ook nog eens in het buitengebied staat en hij meermaals wekelijks naar de stad moet voor chronische zorg en/of voor passend basisonderwijs dat alleen tegen betaling voorhanden is. Extra uitgaven van 750 euro per maand of nog hoger zijn dan niet vreemd. Ook het voortbestaan van het voortgezet onderwijs in de regio staat onder druk en de beter betaalde banen zijn vooral in steden.
Artikel 25 lid 1 van de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt: “Eenieder heeft recht op een levenstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen…, huisvesting,…of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.”
Wordt dit mensenrecht niet hartgrondig geschonden door funderingsproblemen over te laten aan huiseigenaren, die buiten hun wil om hiermee worden geconfronteerd?
In bepaalde gevallen staat ook het gezondheidsrecht (artikel 25) en het arbeidsrecht (artikel 23) onder druk en wordt het recht op onderwijs (artikel 26) met de voeten getreden.
In hoeverre is een land nog welvarend als
mensenrechten op dergelijke schaal worden geschonden? Voor een grote groep is makkelijk verduurzamen geen realiteit. De mensen die kunnen verduurzamen, zijn meestal 50-plus, hebben hun kinderen (bijna) de deur uit en hun schaapjes op het droge. Hun ‘goede oude dag’ is echter mede afhankelijk van de welvarendheid van anderen. Als die solidariteit ontbreekt, kelderen sociale afdrachten en mag je hopen dat die schaapjes droog staan. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor deze 1 miljoen huishoudens. Als zij weer een toekomst hebben, houd jij dat ook!
ing. Vicki Van Lommel
milieudeskundige op het gebied duurzaamheid, klimaat, energie en circulaire economie