CBS meldt economische groei, maar hoe rooskleurig is het eigenlijk echt?

De groei is vooral te danken aan de overheid, die steeds meer geld uitgeeft. En dat is precies waar de schoen wringt. Het is makkelijk om economische groei te bejubelen als die vooral komt door de overheid die onze belastingcenten laat rollen. De overheid gaf met name meer geld uit aan zorg en openbaar bestuur – sectoren die altijd zwaar afhankelijk zijn van publieke middelen. Wat we hier zien, is een overheid die de economie kunstmatig oppompt met belastinggeld, maar dat is natuurlijk geen duurzame manier om groei te realiseren.

Het CBS meldt daarnaast ook dat de Nederlandse economie het in het tweede kwartaal beter deed dan eerder werd gedacht, met een groei van 1,1 procent. Dat betekent dat we in een half jaar tijd op een totale groei van bijna 2 procent uitkomen. "Wie had dat gedacht," zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS trots. Maar de vraag die wij bij De Dagelijkse Standaard stellen is: wie profiteert er nu echt van deze 'groei'?

Van Mulligen stelt dat de consument het geld eindelijk weer durft te laten rollen. Nederlanders gaven de afgelopen maanden meer geld uit aan kleding, woninginrichting en energie dan in het vorige kwartaal. "Het chagrijn onder consumenten is nog niet weg, maar ze geven toch geld uit," merkt hij op. De lonen zijn immers de afgelopen maanden harder gestegen dan de prijzen en het aantal banen blijft toenemen. Klinkt goed, nietwaar? Maar hoe lang blijft dit volhouden als de overheid de belastingen verhoogt en de koopkracht straks weer afneemt door stijgende energiekosten en inflatie?

Het consumentenvertrouwen is nog steeds laag, en dat is niet zonder reden. Mensen voelen dat de economie op drijfzand is gebouwd – groei dankzij overheidsuitgaven en stijgende lonen die de inflatie nauwelijks bijbenen. Het is een tijdelijke opleving die als een kaartenhuis in elkaar kan storten zodra de externe omstandigheden veranderen. Als de consument nog steeds pessimistisch is, kan deze 'groei' in een oogwenk verdwijnen.

Het CBS meldt ook dat energiebedrijven flink hebben bijgedragen aan de groei van het bruto binnenlands product, met een toename van maar liefst 3,8 procent. Ook de horeca, vervoer en opslag deden het goed, met een groei van 1,1 procent. Maar de vraag blijft: hoe duurzaam is deze groei? Energiebedrijven profiteerden mogelijk van de stijgende energieprijzen, maar dat betekent niet automatisch dat de consument hier voordeel van heeft. Sterker nog, de hogere energiekosten drukken juist op de portemonnee van de Nederlandse huishoudens.

Laten we ons dus niet verblinden door mooie groeicijfers en propaganda over hoe geweldig de Nederlandse economie het wel niet doet. Een economische groei van 0,8 procent klinkt misschien leuk, maar als die groei vooral wordt gestuwd door overheidsuitgaven en door sectoren die op losse schroeven staan, dan moeten we ons ernstig afvragen hoe robuust deze opleving is. De consument vertrouwt het nog niet, en terecht. Zolang de overheid blijft spenderen alsof er geen morgen is en de echte, structurele problemen in onze economie niet worden aangepakt, blijft deze groei niets meer dan een tijdelijke illusie.