VVD-minister van Justitie David van Weel pakt door: Politie efficiënter inzetten via centralisatie en digitalisering

Het sluiten van politiebureaus is al jaren een omstreden kwestie. Sinds 2019 is het aantal bureaus sterk afgenomen, vooral in dunbevolkte gebieden zoals Friesland, Zeeland en Limburg. Terwijl de oppositie en enkele burgemeesters pleiten voor behoud, ziet Van Weel juist voordelen in een centralere aanpak. Volgens hem kan de politie beter ondergebracht worden op plekken zoals gemeentehuizen of stations, wat kosten bespaart op onderhoud en personeel.

“Het draait om de bereikbaarheid van de politie voor burgers, niet om het hebben van een fysiek bureau,” aldus Van Weel in De Telegraaf. Een politieloket in een station of gemeentehuis vraagt minder middelen dan een volwaardig bureau dat constant bemand en beveiligd moet worden.

Naast deze veranderingen wil Van Weel ook hard optreden tegen voetbalhooligans. Hij stelt voor dat hooligans met een stadionverbod zich tijdens wedstrijden digitaal melden bij de politie, een methode die al succesvol wordt getest in steden als Leeuwarden, Rotterdam en Utrecht. Door deze aanpak kan politiecapaciteit rondom stadions worden vrijgespeeld voor andere belangrijke taken.

De minister benadrukt dat slechts een kleine groep hooligans grote problemen veroorzaakt, en door deze groep digitaal te monitoren, kunnen veel agenten elders worden ingezet. Ook wil Van Weel verder investeren in technologie zoals drones en geautomatiseerde processen-verbaal. In de Rotterdamse haven worden drones al effectief gebruikt voor toezicht op verdachte activiteiten, zonder dat fysieke politieaanwezigheid nodig is.

Daarnaast werkt het ministerie aan digitale politieloketten. In Utrecht is inmiddels een digitaal bureau geopend waar burgers eenvoudig online aangifte kunnen doen, bijvoorbeeld bij fietsdiefstal, zonder dat dit veel politie-inzet vereist. De kans dat je hierdoor sneller je fiets terugkrijgt, is echter waarschijnlijk ijdele hoop.