Waarom schrijf ik deze recensie van het recente boek van Frits Bosch getiteld ‘’Links Verdriet’’? Ik ken Frits uit een vorig leven toen wij ons beiden bezig hielden met de pensioenproblematiek en daar zeer kritisch over waren. Terecht, zoals sindsdien glashelder is geworden. Daarna verloren we elkaar uit het oog, maar Internet en Twitter leidden tot een hernieuwde kennismaking. Frits en ik schreven beiden regelmatig columns over allerlei onderwerpen, en allengs werden we een soort wederzijdse sparringpartners. De intellectuele uitdaging die dit opleverde is altijd een genoegen geweest. Zo ook bij het tot stand komen van ‘’Links Verdriet’’. Dat wil uiteraard niet zeggen dat wij het altijd eens zijn, maar dan zou er van een uitdaging ook geen sprake zijn. Maar ter zake: het
boek. Frits maakt zich grote zorgen over de teloorgang van de westerse wereld, en
die zorg deel ik, zeker op hoofdlijnen. En hoewel veel van het materiaal in het
boek al tussen Frits en mij al eerder de revue was gepasseerd, heb ik in feite
pas de samenhang van het grote aantal korte hoofdstukken na lezing van het hele
boek op mij in kunnen laten werken. Wel, het geheel blijkt waardevoller dan de
som der delen. Juist de samenhang tussen de delen laat zien dat de vele
elementen die langs komen niet slechts bij elkaar geflanst zijn, maar het
resultaat van een redelijk doordachte kijk op het grotere geheel. En dat is een
compliment waard.
Het belangrijkste
thema van het boek betreft de enorme verschillen tussen
links en rechts in de
Nederlandse
politiek. De onverkwikkelijke polarisatie die daar het trieste resultaat
van is, is een bedreiging voor de toekomst van Nederland. Echter, de begrippen
links en rechts zijn niet statisch, veranderen met de tijd, en dienen opnieuw
gedefinieerd te worden. Frits Bosch doet daartoe een geloofwaardige poging. Het
huidige links is globalistisch waarbij de eigen achterban (ooit de Nederlandse
arbeider) dikwijls vergeten wordt. Links is meer dan bereid om de beslissingen
over nationale zaken uit te besteden aan ongekozen bureaucraten die in Brussel
het pluche warm houden. In de ogen van links is de natiestaat een abominatie
die te vuur en te zwaard bestreden moet worden. Meer overheid wordt gezien als
de panacee voor alle problemen. De eigen achterban kijkt er met verbijstering
naar. Het huidige rechts vaart een heel andere koers. In plaats van
doorgeschoten collectiviteit kiest men voor individualisme, waarbij
zelfbeschikking en eigen verdienste de bouwstenen van ieders toekomst zijn.
Inzet en inspanning moeten lonen, en dit spoort niet met een bedilzuchtige
overheid die alles tot in de kleinste details wil regelen. Rechts wil het stuur
van het eigen leven in eigen handen houden. Deze analyse lijkt mij
onontkoombaar, en de vraag is of, en zo ja hoe de botsende standpunten van
links en rechts te verenigen zijn. In een notendop is dit het dilemma van ons
tijdsgewricht, en de rechtvaardiging van de titel ‘’Links Verdriet’’. Niet
alleen in Nederland, maar in het grootste deel van Europa zit rechts in de
electorale lift, en is links nog niet veel verder gekomen dan ontkenning en
verdachtmakingen.
Frits Bosch begint
zijn beschouwing met een kort overzicht van het verleden en heden van de
politieke partijen die er getalsmatig toe doen. Die overzichten zullen niet bij
al die partijen goed vallen, maar vormen wel een scherpe analyse. Hij verdoet
terecht geen tijd aan electorale splinters die slechts de effectiviteit van de
in grote meerderheid gewenste bestuurlijke processen frustreren. Wat opvalt, en
wat mij betreft een enorme omissie is, is dat geen woord wordt gewijd aan de
PVV. Niettemin is hier iets heel bijzonders gaande. Wilders en zijn partij zijn
als een politieke Phoenix uit de as van verdachtmakingen en verdoeming verrezen
om met een enorme voorsprong de grootste partij te worden. Voorwaar een
prestatie van historische proporties. Men hoeft de PVV niet te idealiseren om
ook daar eveneens een kritische analyse op los te laten. Het ontbreken daarvan
is een serieus gemis.
Uiteraard komt ook de
massamigratie uit vooral islamitische landen aan de orde. Ook op dit onderwerp
is de kloof tussen links en rechts enorm, en waarschijnlijk onoverbrugbaar. De
discussie gaat niet over controleerbare feiten en cijfers, zoals de kosten en
de culturele en maatschappelijke oninpasbaarheid van de meeste nieuwkomers, en
daarmee van de veiligheid van de autochtone Nederlanders. Door links wordt het debat niet gevoerd op
basis van feiten, maar wordt de emo-zieligheidskaart getrokken. Tussen die
onverenigbare standpunten is overeenstemming een illusie. Ook de massale instroom
van moslims is voor rechts, daarin gesteund door een grote meerderheid van de
kiezers, een steen des aanstoots. Frits Bosch lijkt geen voorstander van het
hard aanpakken van de aanhangers van deze ideologie die zich vermomt als
religie. Lelijke dingen zeggen over de profeet keurt hij af. Wellicht zou een
nadere studie van Soumission, een baanbrekend boek van de Franse schrijver
Michel Houellebecq, hem op andere gedachten gebracht hebben.
Frits Bosch besteedt
veel aandacht aan de kloof tussen links en rechts, en aan hoe die kloof
wellicht gedicht kan worden. Hij vertolkt de mening dat als links maar terug
zou gaan naar de oude waarden en alles wat woke is afzweert, alles nog goed kan
komen. Hij citeert graag de politiek van de voormalig PvdA-voorman Joop den Uyl
als een vorm van socialisme die daartoe de sleutel zou kunnen zijn. Dat juist
onder Den Uyl de kiemen gezaaid zijn voor de huidige nefaste polarisatie komt
daarbij niet aan de orde.
Samenvattend, Frits
Bosch maakt een vlijmscherpe analyse van de huidige politieke verhoudingen in
Nederland. Om daar kennis van te nemen is uitermate waardevol, omdat hij valide
argumenten aandraagt die velen aan het denken zullen zetten. Zijn wat mij
betreft vaak te optimistische oplossingen kan ik hier en daar niet delen. Een
historische werkelijkheid is dat beschavingen snel ten onder kunnen gaan,
meestal door eigen toedoen. Dat Nederland zich niet op de snelweg naar
teloorgang bevindt, spreekt voor mij bepaald niet van zelf. Op het punt van het
voorspellen van de toekomst bezit
niemand de heilige graal. Mijn advies zou zijn om dit waardevolle boek te
lezen, uw eigen oordeel te vormen, en daarmee het broodnodige maatschappelijke
debat aan te gaan. Zonder en dergelijk debat heeft Nederland in elk geval geen
toekomst.
Prof. Dr. C.A. (Kees) de Lange
Emeritus
hoogleraar natuurkunde, voormalig Senator