In een zoveelste vertoon van politieke correctheid en ideologische verdwazing heeft Amsterdamse burgemeester Femke Halsema besloten om de grondbeginselen van onze seculiere rechtsstaat en grondwet te verraden. Ditmaal niet door de straten van Amsterdam over te geven aan krakers, drugshandelaren, of overlastgevende toeristen, maar door een beleid te omarmen dat het dragen van hoofddoeken en andere religieuze symbolen bij boa's en de brandweer goedkeurt. Een besluit dat niet alleen de principes van neutraliteit en onpartijdigheid ondermijnt, maar ook de deur wagenwijd openzet voor de sluipende invloed van politiek-religieuze doctrines binnen de publieke sector. De deur voor het Islamisme staat wagenwijd open door het verraad van Halsema. Het is verbijsterend dat Halsema, een figuur van GroenLinks-PvdA - partijen die zich ooit hard maakten voor progressieve waarden en de emancipatie van minderheden - nu de voorhoede vormt van een beleid dat de integratie en gelijkheid in onze samenleving bedreigt. Door religieuze symbolen toe te staan bij handhavers, kiest Halsema partij voor een visie die haaks staat op de fundamentele waarden van onze seculiere samenleving. Ze kiest hier echt partij voor een totalitaire ideologie, het islamisme.
Dilan Yesilgöz, demissionair minister van Justitie en Veiligheid, heeft terecht opgemerkt in
de Telegraaf dat neutraliteit bij handhavers essentieel is. De boa vertegenwoordigt de Nederlandse overheid en moet uitstralen dat hij of zij dit onpartijdig en zonder enige vorm van persoonlijke of religieuze voorkeur doet. Halsema's besluit negeert deze noodzaak en zet daarmee niet alleen de veiligheid van onze samenleving op het spel, maar ook het vertrouwen in onze handhavers.
Dit is geen kwestie van religieuze vrijheid of diversiteit; dit is een kwestie van het behoud van de neutraliteit van de staat en zijn vertegenwoordigers. Het toestaan van religieuze uitingen bij boa's is een gevaarlijke concessie aan politieke en religieuze druk, een verraad aan de waarden die de fundamenten vormen van onze vrije, seculiere samenleving.
De
hoofddoek, zoals Halsema en haar collega's het wellicht niet zien, is niet slechts een stuk stof, maar een symbool dat door velen wordt geïnterpreteerd als de vertegenwoordiging van een ideologie die in direct conflict staat met de waarden van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Door dit symbool toe te staan in een functie die de overheid vertegenwoordigt, normaliseert en legitimeert zij een visie op de samenleving die haaks staat op de liberale en progressieve waarden waar Amsterdam ooit om geprezen werd. Ze steunt hiermee juist de ideologie van de
Moslimbroederschap.
Het is tijd dat we ons realiseren dat de politieke correctheid van Halsema en haar bondgenoten niet de weg vooruit is, maar een gevaarlijk pad terug naar een tijd waarin religie en staat niet gescheiden waren. Voor de toekomst van onze seculiere rechtsstaat, voor de neutraliteit van onze publieke sector, en voor de bescherming van onze grondwettelijke vrijheden, moeten we dit beleid verwerpen en degenen die het steunen ter verantwoording roepen.
Alle burgemeesters die de fundamenten van onze seculiere rechtsstaat en grondwet niet respecteren, verdienen niet minder dan een onmiddellijk ontslag. Het is tijd om op te staan voor de principes die ons land groot hebben gemaakt: vrijheid, gelijkheid en de onverbrekelijke scheiding tussen kerk en staat.