Racismekaart wordt te makkelijk getrokken bij het gebruik hoger onderwijs van de software Proctorio

De kern van de kritiek ligt bij de gezichtsherkenningstechnologie van Proctorio, die volgens sommigen zwarte gezichten minder goed zou identificeren. Dit heeft geleid tot beschuldigingen van discriminatie en oproepen tot het stopzetten van het gebruik van de software. Echter, is het terecht om deze kwestie direct te framen als een geval van racisme? Of zijn we te snel in het spelen van de racismekaart?

Het is cruciaal om te erkennen dat technologie, inclusief algoritmen en software zoals Proctorio, niet inherent discriminerend is. Deze systemen zijn ontworpen en geprogrammeerd door mensen en kunnen gebreken vertonen, waaronder bias. Het identificeren en aanpakken van deze bias is van groot belang, maar het direct labelen van deze tekortkomingen als racisme kan contraproductief werken en de focus verschuiven van het vinden van praktische oplossingen.

Bovendien is het belangrijk om de context te begrijpen waarin deze software wordt ingezet. De coronapandemie heeft de noodzaak voor online tentamens en dus ook voor fraudepreventie versneld. Proctorio en vergelijkbare software bieden een manier om de integriteit van deze examens te waarborgen. Zonder dergelijke technologieën zouden onderwijsinstellingen moeite hebben om een eerlijk en gelijk speelveld voor alle studenten te handhaven.

Het argument dat Proctorio discriminerend zou zijn omdat het zwarte studenten minder goed herkent, vereist een genuanceerde benadering. Het is essentieel dat de ontwikkelaars van Proctorio en vergelijkbare software doorgaan met het verbeteren van hun algoritmen om elke vorm van bias te minimaliseren. Tegelijkertijd moeten onderwijsinstellingen waakzaam zijn en zorgen voor aanvullende maatregelen of alternatieven wanneer technologie tekortschiet.

Het direct toeschrijven van deze technologische tekortkomingen aan racisme kan de aandacht afleiden van de echte uitdaging: het verbeteren van technologie zodat deze eerlijk en effectief is voor iedereen. Beschuldigingen van racisme zijn zwaarwegend en moeten niet lichtvaardig worden ingezet. Ze vereisen gedegen onderzoek en bewijs.

In plaats van de focus uitsluitend te leggen op het afwijzen van Proctorio vanwege vermeende discriminatie, zou een meer constructieve benadering kunnen zijn om samen te werken met technologiebedrijven om de software te verbeteren. Het doel moet zijn om een balans te vinden tussen het handhaven van academische integriteit en het waarborgen van gelijke kansen voor alle studenten, ongeacht hun achtergrond.

Kritiek op Proctorio moet dus niet alleen gericht zijn op het aanwijzen van vermeend racisme, maar ook op het stimuleren van voortdurende verbetering en innovatie binnen de technologie. Dit is de manier waarop we kunnen zorgen voor een eerlijker, inclusiever en effectiever onderwijssysteem in het digitale tijdperk.