Na meer dan vijf jaar van voorbereidingen, is het dan eindelijk zover: de eerste legaal geteelde wiet rolt vandaag de Brabantse coffeeshops binnen bericht de NOS. Een historisch moment? Zeker. Maar in een tijd waarin Nederland kampt met een lerarentekort, woningnood, een asieltsunami, de toeslagenaffaire, het Groningse gasdrama, de stikstofcrisis, en groeiende energiearmoede, moet je je afvragen: is dit echt waar we onze energie in moeten steken?
Negentien coffeeshops in Breda en Tilburg hebben de 'eer' om als eerste deze gereguleerde cannabis te verkopen. De coffeeshopeigenaren, zoals Ed Pattché van Paradijs in Breda, kunnen nauwelijks hun enthousiasme verbergen. Eindelijk kunnen ze de 'achterdeur' dichtslaan en hun waar volledig legaal inkopen. Maar laten we niet vergeten dat dit slechts een druppel op de gloeiende plaat is in het licht van de echte problemen waarmee de gewone Nederlander dagelijks kampt.
Deze gereguleerde wiet, die per beveiligd transport wordt aangeleverd en volgens Pattché vrij is van pesticiden, is misschien wel een kwalitatief goed product. Maar het echte probleem ligt niet bij de kwaliteit van de cannabis, maar bij de prioriteiten van deze demissionaire regering.
In een tijd waarin het land schreeuwt om oplossingen voor fundamentele problemen, lijkt het demissionaire kabinet zich meer bezig te houden met het legaliseren van wiet. Is dit het signaal dat we willen afgeven? Dat terwijl duizenden gezinnen lijden onder de toeslagenaffaire, studenten geen betaalbare woning kunnen vinden, en ouderen in de kou zitten door de energiearmoede, onze regering zich focust op een 'high' feestje in Brabant?
Laten we duidelijk zijn: de legalisatie van wiet kan best positieve aspecten hebben. Maar in de context van de huidige nationale crises, lijkt het alsof we onze ogen sluiten voor de echte problemen en kiezen voor een vlucht in de roes van tijdelijk genoegen. Nederland verdient beter dan dit. Het is tijd dat de regering haar prioriteiten herziet en zich richt op het aanpakken van de echte uitdagingen waar ons land voor staat. Tot die tijd, proost Brabant, op de ironie van een land dat zijn ware problemen probeert weg te roken