De affaire rondom de zich aan homoseks te buiten gaande Hongaars homohater József Szájer toont maar weer eens één ding aan: tegenstanders van het homohuwelijk zijn helemaal niet uit op de "verdediging van het huwelijk" of wat ze dan ook weinig oprecht mogen claimen. Ze willen gewoon macht, en zijn bereid de rechten van hele groepen mensen voor de bus te gooien om dat te bewerkstelligen.
Het was gisteren natuurlijk de giller van de dag: de politie in Brussel maakte een einde aan een homo-orgie in een club, waar tientallen mannen aan meededen. Al XTC-pillen consumerend en van bil gaand maakten ze er een gigantisch feest van. Tot dus - zoals gezegd - de politie binnenviel en de frikandellenparty over is. De mannen werden bekeurd - want hè, corona - maar één man had geen ID bij zich: dat bleek een europarlementariër te zijn.
En niet zomaar eentje: het was József Szájer van het Hongaarse Fidesz. En niet zomaar een politieke vinger aan de tentakels van de partij van Viktor Orban. Maar nee, een belangrijke vertrouweling van de autocratische premier. Een man die zelf op z'n iPad de grondwet van het land herschreven heeft. Om er, onder anderen, meer homofobie in te proppen.
Dat laat de intense hypocrisie maar eens zien: in Hongarije maakt hij homo's het leven zuur, maar in het tolerante Brussel - België was na Nederland het tweede land ter wereld dat het homohuwelijk invoerde - gaat hij zich op een ongelooflijke wijze te buiten aan datgeen dat hij in Boedapest en omstreken juist probeert uit te bannen.
Het toont maar weer eens aan dat je mensen die zeggen dat ze het homohuwelijk willen verbieden of niet invoeren (afhankelijk van waar je bent), niet op hun blauwe ogen moet geloven. Staan ze nu écht een zogenaamde verdediging van het "traditionele huwelijk" voor? Of is het hen meer te doen om te appelleren aan haatgevoelens die er hoe dan ook leven jegens mensen die niet tot de dominante groep behoren - in dit geval LHBTI'ers?
Als de affaire-Szájer ons dus één ding leert, dan is het wel dit: hoogstwaarschijnlijk dat laatste. Een grondwettelijk verbod op het homohuwelijk heeft niets met doordachte conservatieve politiek te maken - het is ordinair en genadeloos opportunisme. En des te meer reden om landen als Hongarije diplomatiek wat meer de duimschroeven aan te draaien.