Er is geen ontkomen aan; je opent social media en alles staat er vol mee: het zogeheten vrouwenquotum. Volgens de SER – en dus ook onze overheid – kunnen vrouwen niet zelfstandig de top behalen. Dit klinkt barbaars, alsof we inderdaad in een patriarchaal land leven! Maar wacht eens even! Hier in het vrije Nederland hebben we toch gelijke rechten? Jazeker!
Daarom is het ook onbegrijpelijk dat simplistische mythes – zoals het glazen plafond, old boys network of ‘patriarchale dominantie op de werkvloer’ – de boventoon voeren in dit debat.
Uit tal van
onderzoeken blijkt dan ook dat Nederlandse vrouwen – over het algemeen – een stuk ‘conservatiever’ zijn in hun werkend leven. Nederlandse vrouwen kiezen over het algemeen sneller om parttime te gaan werken. Niks mis mee lijkt me, want laten we wel wezen: als een vrouw eenmaal kinderen heeft kan het nogal een moeilijke stap zijn om toch weer full-time te werken. Waarom zou ze ook? Als het financieel te bolwerken valt dat de vrouw part-time werkt en de man full-time – of ook part-time – dan is er toch niks aan de hand? Het is een cultureel dingetje dat mannen vaker de top halen, niet iets dat institutioneel is.
Volgens diverse deugdrammers wel; in een ver verleden zijn zij alle ratio verloren en zijn zij (cultuur)marxistische denktrends gaan overnemen. Voor alle duidelijkheid, ze zijn niet per se marxisten. Ze hebben alleen een bepaalde zienswijze van het marxisme overgenomen, namelijk om de wereld binair te verdelen. Nu is dit een paradox want je hebt ook weer substromingen die aan ‘kruispuntdenken’ – ook wel intersectionaliteit genoemd.
De zienswijze die zij hebben overgenomen is om de wereld/maatschappij/samenleving onder te verdelen in 2 groepen: die van onderdrukkers en onderdrukten. Denk hierbij aan mannen versus vrouwen, allochtoon versus autochtoon etc.
Mensen die de paden van het intersectionele deugen bewandelen komen op een gegeven moment bij hele moeilijke ‘kruispunten’ uit. Want wie is er namelijk het meest zielig? Een minder valide transqueer ‘witte’ vrouw of een pangender gekleurde vrouw?
Dit klinkt allemaal te bizar voor woorden, en de meesten zullen denken dat dit overdreven is. Toch is dit de realiteit binnen het inmiddels
genormaliseerde identiteitspolitieke debat!Vanzelf komen we dan uit op de eeuwig geopperde stokpaardjes: ‘loonkloof’, ‘glazen plafond’ of het befaamde ‘old boys network’.
Dit geldt overigens niet alleen voor het vrouwenquotum; voor het diversiteitsquotum geldt dezelfde vorm van retoriek.
Dit is enorm spijtig, en hiermee komen we ook aan bij de uitleg van de titel van dit artikel. Want de overheid verzuimt in het beschermen van de meest bedreigde minderheid en daarmee ook de minst beschermde minderheid in Nederland: het individu.
De overheid is enorm ‘goed’ bezig met het verdelen van onze samenleving in tribale groepen/klassen/sekses maar vergeet het individu.
We zijn nog steeds individuen die zelf keuzes maken in het leven. Toch wordt iedereen systematisch in een hokje geduwd. Dit is een ziekelijke ontwikkeling, want draait onze democratie niet om de merites van een persoon en niet die van een groep?
Ooit hebben we gevochten voor gelijke rechten voor het individu. We moeten koesteren dat dat gelukt is, maar nu willen we voor zogenaamd ‘bedreigde’ groepen steeds meer ‘rechten’. Rechten is expres tussen haakjes want laten we wel wezen, het gaat niet om gelijke rechten – want die hebben we al – het gaat om meer privileges.
Het vrouwenquotum neemt het niet op voor de gelijke positie van vrouwen, het is symboolpolitiek die alleen uitwerking heeft voor de elites. Het ‘old boys network’ wordt niet doorbroken, het zal vanaf nu worden aangevuld met vrouwen uit dezelfde netwerken.
Ondertussen verwaarlozen we onze rechtsstaat en daarmee ook onze democratie omdat we de positie van het individu ondermijnen. Het individu is een secundaire status, je groep/klasse/afkomst etc. wordt een primaire status. Dit is een uiterst trieste ontwikkeling die de polarisatie tussen personen alleen maar zal vergroten. Is dit wat de overheid wil?