Meer dan een jaar geleden schreef ik op TPO over het dalende vertrouwen van het publiek in de traditionele media. Journalistiek is een uiterst complex vakgebied en het verkrijgen van betrouwbare gegevens is een uitdaging. Er worden fouten gemaakt, waarvan de intentionaliteit niet kan worden vastgesteld. Als er wantrouwen is, dan leidt dit tot situaties waarin mensen niet langer vertrouwen op de berichtgeving. De fouten liggen met de komst van het internet en alternatieve media wel onder een vergrootglas. Wel zijn er een aantal hoopgevende trends dat het vertrouwen in nieuws weer iets toeneemt, tenminste in Nederland.
Na het Facebook-schandaal inzake Cambridge Analytica als saillant voorbeeld neemt het vertrouwen van burgers in berichtgeving via sociale media af. Na jaren van groei daalt ook het aantal gedeelde artikelen. Ruim zes procent daalde dit aantal op sociale media in de Verenigde Staten, aldus het Reuters Digital News Report 2018. In plaats van een platform maken gebruikers wel steeds meer gebruik van messenger apps om nieuws te delen, zoals Whatsapp. Voornamelijk nieuwsconsumenten uit Brazilië, Turkije, Maleisië en Spanje delen op deze manier hun berichten. Gebruikers delen dus minder vaak algemene nieuwsberichten met al hun volgers, maar delen nu gerichter met personen waarvan zij denken dat het voor hen nieuwswaardig is. Deze trends zijn tot zover weinig verbazingwekkend.
In 2016 vertrouwde ongeveer 54% van de Nederlandse bevolking de nieuwsberichtgeving. Reuters heeft haar operationalisering van het concept vertrouwen enigszins gewijzigd, waardoor een directe vergelijking tussen de cijfers van 2018 en 2016 niet meer mogelijk is. Waar in 2016 nog een gemiddeld rapportcijfer werd toegekend aan de betrouwbaarheid van het fenomeen 'nieuws', daar wordt deze in het rapport van 2018 het concept onderverdeeld in verschillende dimensies. Hierdoor ontstaat wel een nauwkeuriger beeld van hoe het vertrouwen in 'nieuws' er ongeveer uitziet, maar wordt het vergelijken over de tijd lastiger. Het is dus onjuist om te stellen dat het vertrouwen nu is gestegen, want de onderliggende wijze waarop de gegevens worden gebruikt is evenzo veranderd.
Dat is jammer, omdat het Reuters-rapport juist bedoeld is om verschillen in de tijd te analyseren. Dit is zelfs een doelstelling van het rapport, dat stelt: "The main purpose is to track the activities and changes over time within the digital space as well as gaining understanding about how offline media and online media are used together." Hopelijk wijzigt Reuters niet te vaak haar methode voor het meten van vertrouwen, want daarmee lijken ze hun doel voorbij te streven en wordt het vergelijken van de scores tussen verschillende jaargangen juist lastiger. Volgens het Reuters-rapport vertrouwen Nederlanders in 2018 dus meer in het nieuws dan voorheen: nu 59%. Vooral het nieuws dat gebruikers op eigen initiatief lezen wordt meer vertrouwd (67%). Nieuws dat via een zoekmachine (33%) of sociale media (22%) wordt gevonden kent een veel lager gevoel van betrouwbaarheid.
[caption id="attachment_215177" align="aligncenter" width="474"] Vertrouwen in nieuws in Nederland onderverdeeld in vier dimensies. Bron: Reuters Digital Report 2018[/caption]
Voor 2016 en 2017 werden nog andere cijfers gerapporteerd en lijkt er nu dus een trendwijziging gaande te zijn. In 2016 vertrouwden ongeveer 54% van de burgers het nieuws en in 2017 was dit nog maar 51%. Nu dus 59% en een flinke stijging van 8%(!) Maar het is dus goed mogelijk dat de methodologische wijziging met betrekking tot het meten van vertrouwen hier een effect op heeft gehad. Om hier zeker van te zijn hebben we contact opgenomen met Reuters en hun de kritiek voorgelegd. We wachten nog op antwoord. Op z'n vroegst kunnen we dus pas volgend jaar weer iets zeggen over de trend van het vertrouwen van burgers in het nieuws, want een directe vergelijking met 2017 en 2016 is nu niet mogelijk. Opvallend is in ieder geval dat gebruikers weinig vertrouwen hebben in nieuwsberichten die zij via sociale media vinden of via zoekmachines.
In Nederland zijn gelukkig weinig zorgen over nepnieuws, behalve dan bij Kasja Ollongren (D66). Het vertrouwen is dus relatief hoog en ondanks dat er zeker fouten gemaakt worden vertrouwt een groot deel van de mensen in het nieuws en de organisaties. In Duitsland is dit (37%) en Nederland (30%). Slechts een derde van de bevolking zich druk om nepnieuws. Heel anders is dat in Brazilië (85%) en de Verenigde Staten (64%). Wereldwijd vinden alle respondenten dat het de verantwoordelijkheid is van nieuwsplatformen om de betrouwbaarheid van hun nieuws te verbeteren. Overheidsingrijpen zien zij op dit onderwerp meestal niet zitten. En dat is maar goed ook, laat het de toetsenbordridders maar mooi onder elkaar uitvechten. Wel zijn er een aantal klachten. Denk hierbij voornamelijk aan de politieke vooringenomenheid van berichtgeving van de mainstream media. Zo stelt het rapport: "Most respondents believe that publishers (75%) and platforms (71%) have the biggest responsibility to fix problems of fake and unreliable news. This is because much of the news they complain about relates to biased or inaccurate news from the mainstream media rather than news that is completely made up or distributed by foreign powers." De klacht zit hem dus voornamelijk in 'niet verder kijken dan de neus lang' is en minder in 'buitenlandse beïnvloeding'.
Kortom: het vertrouwen in het 'nieuws' lijkt langzaam terug te keren en dat is goed nieuws. Ook zien gebruikers graag dat organisaties zelf meer ondernemen tegen nepnieuws en de betrouwbaarheid van hun berichtgeving op peil houden. Daar zijn al een aantal stappen in genomen, denk aan de NRC fact check. Maar om nu al te concluderen dat deze trend standhoudt is wel erg prematuur. Daarvoor zouden we eigenlijk nog even moeten wachten op het Reuters rapport van 2019.