1. Home
  2. De Catalaanse kwestie: lakmoesproef voor Europese Waarden

De Catalaanse kwestie: lakmoesproef voor Europese Waarden

Geen categorie28 sep 2017, 14:00
Nog ietwat onderbelicht in Nederlands opinieland is de Catalaanse kwestie. Deze is in Spanje tamelijk ‘hot’, met het voorgenomen referendum voor afscheiding op 1 oktober. De nieuwsfeiten stapelen zich op, met name over hoe de Spaanse centrale overheid omgaat met dat voornemen van de Catalaanse deelregering.
Het gaat hierbij niet om een simpele oprisping van Catalaans nationalisme, dat geleid heeft tot het voornemen tot het houden van een referendum. In feite is dit de zoveelste akte in een drama, dat al eeuwenlang de gemoederen bezig houdt op het Iberisch schiereiland. En om dit drama anno 2017 ook maar een beetje te kunnen duiden, moeten we diep in de geschiedenis duiken.
De geschiedenis van Catalonië is enigszins te vergelijken met die van de 17e eeuwse Republiek der Nederlanden. De Catalanen zijn handelaren, ze bevoeren de zeeën en ze kenden een zekere mate van democratie, net als onze Staten Generaal, waarin de belangrijke partijen (in het Catalaanse geval de graven) bijeen kwamen om hoofdzaken te bespreken. Zo rond 1300 kon Catalonië als land beschouwd worden in de zin van ‘gemeenschappelijke graafschappen’. De Moren waren in die tijd al zo'n 500 jaar in geen velden of wegen meer te bekennen, in schril contrast met de rest van het Iberisch schiereiland, waar pas in 1609 werd afgerekend met de restanten van wat ooit de Moren waren. Een niet onbelangrijk feit!
Deze ‘natiestaat’ (we willen hier wat voorzichtig zijn met het gebruiken van deze term, zie daarvoor verderop in dit artikel) kwam tot grote wasdom. De Catalanen waren overal te vinden in het Middellandse zeegebied, tot in Griekenland aan toe. Zelfs nu wordt er nog Catalaans gesproken op Sardinië, hoewel door een kleine minderheid en snel uitstervend. Ook op de Balearen en in de Comunidad Valenciana wordt nog een vorm van Catalaans gesproken. Taal is cultuur en het toont aan hoe bloeiend de Catalaanse cultuur is geweest en wellicht nog is.
Eeuwenlang heeft Catalonië als bufferstaat kunnen fungeren tussen het Christelijke noorden en het (toen nog) Moorse zuiden. Via een huwelijk tussen de Graaf van Barcelona en de dochter van de koning van Aragon werden de relaties tussen Catalonië en Aragon bestendigd. Alfons II was zowel Koning van Aragon als Graaf van Barcelona. So far, so good. Eeuwenlang vulde het Huis Barcelona het Koningschap van Aragon in. Totdat Martinus I kinderloos overlijdt en er een opvolgingskwestie uitbrak in 1410. Barcelona, op dat moment verzwakt, moest het in de stemmenstrijd afleggen tegen de Valencianen en zo werd Ferdinand, zoon van de koning van Castilië, gekozen tot koning van Aragon.
Daarmee komt er een koning aan het hof van Aragon, die opgegroeid is in een andere, meer centralistische cultuur, die tegen de gedecentraliseerde machtsstructuren van Catalonië in gaat: de kiem van vele conflicten die tot aan de dag van vandaag voortduurt. Het duurt dan nog maar kort of beide koninkrijken gaan dan ook samen verder, als Ferdinand van Aragon Isabella van Castilië huwt. Het pleit is dan helemaal beslecht voor Catalonië: de Catalanen worden vanaf dat moment centraal aangestuurd, de oude machtsstructuren worden geleidelijk afgebroken.
Sindsdien zien we om de zoveel jaar een opstand in Catalonië tegen de centrale heersers van Spanje, of dit nu de koningen zijn, of later de militaire machthebbers in de tijd van Franco. De culturen staan diametraal tegenover elkaar. Een gemeenschappelijke historie kennen ze niet of het moet het gemeenschappelijk conflict zijn.
Er zijn veel verschillen. De Spanjaarden, die eeuwenlang hebben moeten knokken om de Moren te verdrijven, of de Catalanen die al sinds 805 van de Moren af waren. De Catalaanse handelaren tegenover de Spaanse veroveraars van Midden- en Zuid-Amerika. De taal en invloeden van buitenaf die de respectievelijke culturen hebben beïnvloed, zoals de Spaanse via de koloniën tegenover de Catalaanse via de Middellandse zee gebieden. De meer egalitair ingestelde Catalanen tegenover het strikt hiërarchische Spaanse patroon-cliënt systeem. Dit gaat veel verder dan het vaak te berde gebrachte verbod op stierengevechten. Het zorgt voor een continu conflict.
Iedere mogelijkheid om aan de greep van de centralistische macht uit te komen wordt aangegrepen door de Catalanen. Er volgen opstanden, zelfs jarenlange burgeroorlogen, de Spaanse successieoorlogen werden benut om aan het centraal gezag te ontkomen. En steeds weer wist Madrid (en meestal met grof geweld) de opstanden de kop in te drukken. Sinds 1978 leven de Spanjaarden onder een nieuwe democratische grondwet. In deze grondwet is tevens ruimte gemaakt voor autonomie van de regio's Catalonië en Baskenland. Zo kent Catalonië zijn eigen 'Statuut', zeg maar de regionale grondwet, net als de Basken. Hierin worden de rechten en verplichtingen van de burgers in de Spaanse staat geregeld, maar ook de politieke instituties van de autonome regio’s, hun competenties en hun relaties met de rest van Spanje. Het eerste Statuut werd afgekondigd in 1932 onder de Tweede Spaanse Republiek, die later door Franco werd afgeschaft en wat leidde tot onderdrukking van alles wat Catalaans was. Het tweede Statuut werd in 1979 aangenomen. Deze werd recent in 2006 door een nieuwe versie vervangen en bij referendum goedgekeurd door de Catalaanse burgers.
Echter: ze is ook de oorsprong van de huidige turbulentie. Het draait allemaal om het punt of Catalonië daarin wel of geen ‘natie’ genoemd mag worden. De Catalanen vinden uiteraard van wel. Het is niet voor niets dat de kreet 'som una nació' (we zijn een natie) veelgehoord is bij de protesten. De Spanjaarden hebben daar minder of meer moeite mee, en met name de Partido Popular, die al tegen dit Statuut was, doet er alles aan om de hen onwelgevallige aspecten zoveel mogelijk te frustreren. Met name op gebied van het gebruik van de Catalaanse taal en de geldstromen, wat weer leidt tot protesten vanuit Catalonië. Een al jaren voortdurend kat-en-muis spel, dat nu culmineert in de wens tot afscheiding en het houden van een referendum daarover. De zoveelste akte in het Spaans-Catalaanse gebed zonder end dus.
Economische motieven spelen uiteraard ook mee in de wens tot afscheiding. De Catalanen claimen dat zij meer aan Spanje bijdragen dan andersom. Echter, ze zullen ook ingecalculeerd hebben dat ze na afscheiding met Spanje ook een groot afzetgebied dreigen kwijt te raken. De beweging lijkt dus met name te varen op emotionele argumenten: het baas in eigen huis kunnen zijn en zelf het eigen land kunnen opbouwen naar een democratische staat, die ook lid is van de Europese Unie. (Overigens vind je nergens grotere supporters van de Europese Unie dan in Catalonië.)
Voor de Spanjaarden is het ook duidelijk: die zien niet graag Catalonië als economische motor verdwijnen. Uittreding zal de Spaanse economie absoluut schaden. Bovendien vindt Spanje dat er een legitieme claim op het gebiedsdeel bestaat en is het idee van Spanje als ‘ondeelbare natie’ heel belangrijk voor ze.
De Spaanse centrale overheid reageert op de wens tot afscheiding zoals ze in het verleden altijd heeft gereageerd: met groot machtsvertoon. Vergeet daarbij niet dat het de tegenstanders van het laatste Catalaans Statuut zijn, die nu de dienst uitmaken in Spanje: de Partido Popular van de huidige premier Mariano Rajoy.
Gelukkig worden er ditmaal geen militairen naar de regio gestuurd, maar blijft het bij 'slechts' duizenden politie-agenten, die ondergebracht zijn op veerboten in de Barcelonese haven. Het middel van intimidatie wordt daarnaast niet geschuwd: hoge ambtenaren verdwenen al in de arrestantenbusjes. Burgemeesters worden gedreigd mee te werken met het voorkomen van het houden van het referendum. Zo niet, dan volgt strafvervolging. Fondsen zijn onder landelijk beheer geplaatst. Drukkerijen worden overvallen, posters en stembiljetten geconfiskeerd. Dat gaat vrij ver. Nog even en de Catalaanse televisie gaat op zwart met de één of andere truc.
De gemiddelde Spaanse burger vindt het prachtig: pak die Catalanen maar aan!
Je zou kunnen zeggen: waar maakt de Spaanse staat zich toch zo druk over? Een referendum zonder wettelijke grondslag kunnen ze zonder problemen en in alle nuchterheid naast zich neerleggen. Maar dat zit niet in de cultuur van het centrale Spaanse bestuur. Ze kennen feitelijk geen andere reactie dan deze. Behalve dat: grijpt de Spaanse overheid niet in, dan verliezen ze dit dispuut en krijgen de partijen die nu aan de macht zijn te maken met hún volgende dispuut. Dat wil zeggen: de onvrede in hun eigen partijen en die van de overige Spanjaarden in het land. Daarbij gaat het om het behouden van de macht. Macht over politie (de handhaving, het monopolie op het gebruik van geweld), over het regionaal en plaatselijk bestuur én de macht over de fondsen (lees: geldstromen).
De Catalanen doen ook wat ze al eeuwen doen: iedere mogelijkheid aangrijpen om definitief onder die macht van Madrid uit te komen. Ook in die zin niets nieuws onder de zon. De parlementaire meerderheid is echter dun en gerekend naar de 'popular vote' scoorden pro-afscheidingspartijen zelfs onder de 50 procent. Toch is dit traject opportunistisch ingezet, zoals het in de geschiedenis steeds gebeurd is. Op welke wijze kunnen ze ooit meer steun krijgen voor hun wens tot afscheiding? Echter, hoe harder de repressie vanuit Madrid, hoe meer steun ze waarschijnlijk zullen krijgen. Is het referendum daar een middel voor, naast een feitelijk doel? Uiteraard! Er wordt een reactie uitgelokt vanuit Madrid.
Waar dit conflict gaat eindigen? Niemand die het weet, maar dat deze verstrengelende dans nog even voort duurt is evident. Het lijkt onmogelijk dat het referendum in fysieke zin doorgang zal krijgen, gelet op de enorme politiemacht die de Spaanse regering op de been heeft gebracht. Er is opdracht gegeven de stemlokalen hermetisch af te grendelen. De kans op een unilateraal afscheiden van Catalonië op basis van alleen de uitslag van het referendum lijkt daarmee wel van de baan en het lijkt nu waarschijnlijker dat het Catalaanse parlement zich gedwongen voelt om bij enkelvoudige meerderheid de onafhankelijkheid uit te roepen. Dat zal niet zonder gevolgen blijven en arrestaties liggen in de lijn der verwachtingen.
Er kleven nog meer risico's aan en die zijn niet alleen voor de Catalanen. Als het gaat uitdraaien op grootschalige demonstraties, rellen of erger, dan brokkelt de statuur van Rajoy snel af, nationaal en internationaal. Bedenk dat ook Rajoy afhankelijk is van andere partijen en die andere partijen hem graag pootje zouden willen haken. Rajoy een juridische (Pyrhus) overwinning en de Catalanen een morele? Het zou zomaar de uitkomst van dit slepende conflict kunnen zijn.
Waarom bewandelen de Catalanen dan niet de weg van de wet, zou je je kunnen afvragen? Zoals het Uittredingsartikel 50 van de Europese Unie. Of het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Het antwoord is simpel: zoiets kent de Spaanse constitutie niet. Dat betekent dat deze eerst gewijzigd zou moeten worden om vervolgens daarvoor wetten aan te nemen. Welnu: daar is geen parlementaire meerderheid voor. Dat is dus een bij voorbaat dood traject. Mag het Catalaanse parlement dan wel referenda organiseren? Ja, dat mag ze. Maar niet over dit onderwerp, aldus Madrid.
Hoewel het conflict dus al eeuwenoud is, is het verschil met vroeger wel dat deze nu plaats heeft in een lidstaat van de Europese Unie en dat biedt zowel nieuwe kansen als nieuwe verantwoordelijkheden voor zowel de betrokken lidstaat als Brussel om dit proces mede vorm te geven, dan wel te begeleiden. Brussel bemoeide zich bij monde van de vice voorzitter van de Europese Commissie (EC) Frans Timmermans immers ook uitdrukkelijk met nationale aangelegenheden in de lidstaten Hongarije en Polen.
De kans om de EU hier te presenteren als ‘Europese waardengemeenschap’ laat Brussel echter liggen. De Europese partners reageren vooralsnog bijzonder lauw op al de gebeurtenissen. Van de Europese regeringsleiders is nauwelijks iets vernomen, en EC-voorzitter Juncker komt niet veel verder dan 'het is een interne aangelegenheid van Spanje en ‘de wet moet nageleefd worden’.
Dat kan wel zo zijn, maar het is zeker ook een lakmoesproef: hoe gaan we in Europa om met de wens tot zelfstandigheid van regionale minderheden? Laat Brussel het aankomen op een grootschalig conflict, op rellen, waarbij gewapende politiemensen straks de orde moeten zien te handhaven? Of gaan er toch nog leiders opstaan die zeggen dat je via een dialoog met elkaar verder kunt komen, omdat de rechten van de burgers in Spanje en Catalonië (bedenk dat er ook heel veel Spanjaarden in Catalonië wonen!) zo het beste kunnen worden eerbiedigd?
In die zin is deze editie van het conflict tussen Catalonië en Spanje nu ook een lakmoesproef geworden voor de Europese Waarden en moeten we op dat niveau helaas constateren dat er kansen gemist zijn geworden.
Vooralsnog zit Catalonië dus als het ware gevangen in het Spanje als eenheidsstaat, zonder enig uitzicht op wijziging daarvan. Laten we hopen dat er mensen opstaan die de-escalatie kunnen bewerkstelligen. De zwart-witte standpunten van beide partijen mogen wel wat grijzer gesteld worden, want het is duidelijk dat dit geen zwart-wit conflict is en het voorlopig alleen maar verliezers kent. Gaat het Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum de geschiedenis in als ‘Zwarte zondag in oktober’ of wordt er toch nog een lichtend compromis gevonden?
Jean Wanningen is digital nomad, auteur van Het Eurobedrog, financieel-economisch publicist, en een voormalige investment banker.
Berry Honing is een in Spanje woonachtige politieke wetenschapper.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten