Het vertrouwen in het kabinet Rutte IV en de afzonderlijke
ministers blijft laag. Uit een recent onderzoek van EenVandaag onder ruim
22.000 leden van het Opiniepanel blijkt dat kiezers pessimistisch zijn over de
daadkracht van het kabinet, en het zetelverlies voor de coalitiepartijen houdt
aan. Ondanks deze negatieve sentimenten denken steeds minder mensen dat het
kabinet binnenkort zal vallen. Het huidige kabinet regeert nu anderhalf jaar en staat voor de
taak om complexe problemen aan te pakken. Helaas is het op veel vlakken nog
niet gelukt om daadwerkelijke oplossingen te bieden, en dit wekt ergernis op
bij de bevolking. Kiezers zijn van mening dat het kabinet nog geen positieve
resultaten heeft behaald op belangrijke thema's zoals stikstof, asiel en
woningbouw. Bovendien is er volgens een overgrote meerderheid nog maar weinig
gedaan met betrekking tot de afhandeling van de toeslagenaffaire, een kwestie
die het vorige kabinet met dezelfde partijen tot aftreden heeft gedwongen.
"Dit kabinet lost geen problemen op. Het schept ze alleen
maar", schrijft een deelnemer aan het onderzoek, wat het gevoel onder veel
kiezers weerspiegelt. Het gebrek aan daadkracht wordt mede toegeschreven aan de
onderlinge verschillen binnen de coalitie. Mensen zijn van mening dat het
kabinet vanwege de grote verschillen in standpunten alles maar op zijn beloop
laat.
Het gebrek aan daadkracht zorgt ervoor dat het reeds lage
vertrouwen in het kabinet, dat anderhalf jaar geleden bij het aantreden van
Rutte IV al laag was, alleen maar verder is gedaald. Bij de start van dit
kabinet, aan het einde van de coronapandemie en aan het begin van de oorlog in
Oekraïne, was er nog enig optimisme. Echter, dit optimisme verdween al snel in
het voorjaar van 2022. Sindsdien heeft hooguit 1 op de 5 mensen nog vertrouwen
in dit kabinet.
Op dit moment heeft slechts 17 procent van de bevolking
vertrouwen in het kabinet. Onder kiezers die bij de Tweede Kamerverkiezingen in
2021 op de VVD hebben gestemd, is het vertrouwen nog het grootst, namelijk 47
procent. Bij kiezers van coalitiepartijen D66 (31 procent), ChristenUnie (28
procent) en CDA (22 procent) is het vertrouwen onveranderd laag.
Veel ministers zijn dan ook slecht bekend bij de kiezers, maar
er zijn ook enkele uitzonderingen. Zo scoren D66-ministers Robbert Dijkgraaf
(Onderwijs) en Ernst Kuipers (Volksgezondheid) relatief goed in de ogen van de
kiezers. Een andere opvallende positieve
uitzondering is Dilan Yeşilgöz, minister van Justitie en Veiligheid namens de
VVD, waarvan bijna de helft (46 procent) van de kiezers van mening is dat zij
haar werk goed verricht.
Help DDS
deze moeilijke tijden door te komen. Help ons een vuist te maken tegen de
mainstream media én tegen het partijkartel. Strijd zij aan zij met ons. Doneer op BackMe en
strijd zij-aan-zij met DDS tegen het de globalistische elites.