Onlangs bracht de krant een boeiend en relevant artikel over de ‘deugindustrie’. In het stuk neemt Wierd Duk een interview af met Michiel de Vries (65), hoogleraar bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Volgens deze bestuurskundige gooien onderzoeksrapporten levens overhoop. Daarbij weten de verdachten vaak niet wat hen precies wordt verweten. Pas ná gerechtelijke procedures krijgen ze inzage in de dossiers die tegen hen zijn opgebouwd. Als het eenmaal zover is, zijn de carrières, vriendschappen en collegiale banden al gesneuveld.
Ik merk alvast op dat de leeftijd van De Vries (65) suggereert dat hier iemand spreekt die al, of al bijna, met pensioen is. Van mensen die nog volledig in het systeem zitten, hoor je zoiets natuurlijk zelden. Want zo benauwend is Nederland. De bekende rechtsfilosoof Paul Cliteur, die het interview op LinkedIn deelde, gaf er het commentaar op dat “grensoverschrijdend gedrag” een véél te vage term is om mensen te ontslaan. Volgens hem is de ‘rule of law’ is vervangen door willekeur.
Het interview legt uit hoe overal in Nederland de werksfeer in de greep is van morele verontwaardiging als praktijk om elkaar weg te werken. Ook bespreken ze de uitputtende rechtszaak tegen Richard de Mos. Hoewel de eerste uitspraak goed uitpakte voor De Mos, worden daarmee tóch precedenten gecreëerd. Voor het grote plaatje maakt het weinig uit of De Mos wordt vrijgesproken of veroordeeld. De slepende rechtsvervolging dient namelijk om de ambtelijke machine opnieuw te programmeren. Ambtenaren en gerechtelijke instituties worden geprimed om politiek-ideologische criteria mee te nemen. In dit artikel ga ik hier dieper op in.
Nu wil het verder hebben over de omgangsvormen en de moraal. Hoe kies je mensen waarmee je omgaat? Hoe maak je jezelf ‘resistent’ tegen die deughaat?
Dit is pas te begrijpen als je wat meer weet over de oorsprong van dit puriteinse moralisme. De deugindustrie komt voort uit woke identiteitspolitiek en (cultuur)marxistische denkbeelden over klassenstrijd.
Laten we nu uitgaan van een bijzonder intiem verlangen, namelijk naar een zielsband, naar een soort ‘samen één worden’ en van daaruit iets moois scheppen. Breng je dit vandaag ter sprake, dan komt er sowieso kritiek. Je krijgt dan te horen dat dit een “problematische” manier van denken is, dat je eigenlijk iemand wil “bezitten”, dat je jezelf als de beeldhouwer voorstelt en de ander als klei. Kortom, je buit de onzekerheid van een ander uit om je eigen scheppende verlangen te vervullen.
Op metaniveau is het boeiend dat het verlangen naar verbinding en samen scheppen wordt ontmanteld tot machtsdynamiek. Misschien laat het zien hoe jargon uit de ‘sociale wetenschap’ – die voornamelijk draait rond categorieën van macht, ongelijkheid en eigendom – inmiddels de oorspronkelijke organische wens verdringt om te verbinden los van en voorbij sociaal geconstrueerde verschillen.
Op een nóg hoger niveau is dit interessant. Want als je dit spel vanaf afstand bekijkt – dus de praktijk van het elkaar betichten van ‘grensoverschrijdend gedrag’ en ‘motieven tot misbruik’ dat het interview omschrijft – dan zie je dat al deze kritieken ontstaan vanuit een oneigenlijk motief.
De onderliggende morele notie, waar die verdachtmakingen op teruggrijpen, is namelijk dat je de individuele autonomie van een ander verkleint. Al die puriteinse kritieken beroepen zich op de individuele autonomie, maar als je die ‘klasse- en machtsverhoudingen’-mentaliteit uitrolt, dan lost de individuele autonomie op in collectivistische ideologie. Als je zegt “ik ben op skivakantie geweest”, dan is dit in de linkse cultuur al een ‘microagressie’, omdat iemand anders, die het gesprek hoort, daarvoor misschien geen budget heeft. Onderaan de streep bestaat er in het woke-denkraam überhaupt geen individueel autonoom denken. Elk individueel kenmerk is immers het product van sociaal-maatschappelijke productieverhoudingen en economische relaties.
In de mentaliteit waar al die beschuldigingen van ‘grensoverschrijdend gedrag’ en ‘microagressies’ vandaan komen, is het überhaupt onmogelijk om het individu te denken als vrij en autonoom. Eigenlijk zijn de rassen, de culturen, de economische productiefactoren en kortom alles wat ons maatschappelijk zijn bepaalt, de ware actoren: het individu is slechts een bijkomstigheid.
Hopelijk is het nu duidelijk waarom het motief onder die verdachtmakingen, een oneigenlijk motief is. Maar het gaat dus om iets wat we allemaal belangrijk vinden: zorg voor elkaar, liefde, intimiteit. Dit alles wordt steeds moeilijker doordat er problematische concepten worden ingefietst. Ik grijp terug op die eerdergenoemde wens tot een zielsband.
Freud en Jung zeiden, als ik het even grof samenvat: “Seks is de volledige versmelting van twee afzonderlijke identiteiten tot een nieuwe gezamenlijkheid – al is het kortstondig, ze worden één nieuwe creatie. Dit betekent dat het bestaande ‘ik’ een sprong in het ongewisse moet maken, moet durven om zichzelf los te laten en in die zin te worden vernietigd, al is het maar tijdelijk.” Maar inmiddels is het een standaardmentaliteit om elke mogelijke versmelting te benaderen vanuit een waarschuwing tegen uitbuitingsrelaties. De potentiële band wordt gedeconstrueerd tot exploitatieve machtsdynamieken voordat deze zelfs maar van start kan gaan.
Is het nu nog mogelijk om een staat van authentiek, volledig verzonken organisch samenzijn te bereiken? Het lijkt alsof we gebukt gaan onder een mentaliteit die ons zou moeten bevrijden en emanciperen! Binnen de cultuurmarxistische ideologie wordt elk gesprek toegeduwd naar een machtsdynamiek waarbij iemand de ander zogezegd wil ‘uitbuiten’. Maar in die individuele autonomie, in naam waarvan ze elkaar bekritiseren, geloven ze eigenlijk niet. Dergelijke deugmarxisten willen dat een heilstaat alles voor hen oplost.
In een machtsrelatie hoor je geen gebruik van een ander te maken, is de aanname, want dit is automatisch misbruik. Tegelijkertijd zijn alle relaties machtsrelaties, als we maar genoeg aspecten meewegen qua cultuur en economie. Een blank iemand krijgt het aan de stok met een stel zwarten. Vervolgens wordt die blanke persoon als ‘racist’ neergezet. Een ander wijst erop dat die blanke persoon ook zwarte vrienden heeft. Dan worden die vriendschappen als ‘token friendships’ gekarakteriseerd: die vriendschappen zouden dienen om te ‘bewijzen’ dat de betreffende blanke persoon geen racist zou zijn. Die banden zouden dus tot stand zijn gekomen onder politiek-sociale druk.
Zo zien we dat deze zoektocht naar verdachtmakingen en naar problematische, gepolitiseerde aspecten in sociale interacties nóóit eindigt. Deze sneeuwbal stopt nooit met rollen. Alles wat je er tegenin brengt, om de vaart van de sneeuwbal af te remmen, wordt door deugers aangegrepen als ‘bewijs’ van jouw vooroordelen, jouw seksisme en racisme. Werkelijk elke band die je aangaat, wordt hierdoor geraakt. Uiteindelijk moet je jezelf er resoluut van lossnijden. Zoals de Engelsen zeggen: a clean cut is the only thing that works.
Zelfs epische fantasie, zoals Lord of the Rings met een canonieke eeuwlange vaststelling van personages, is door de deugmachine geperst in de recente uitgave van Magic: the Gathering. In plaats van dat er nieuwe personages werden geïntroduceerd, wat een aanvaardbaar compromis voor iedereen zou zijn geweest, veranderde onder meer Aragorn van blank naar zwart – alles om deugpunten te scoren. Dus zelfs als je met vrienden een kaartspel speelt, krijg je ideologische debatten voor je kiezen. Er is geen ontsnappen aan. Meer dan ooit is het van belang hoe je je vrienden kiest.
Toen ik onlangs mijn zesendertigste verjaardag vierde waren er zo’n veertig gasten. Allemaal leuke kleurrijke mensen van alle rangen en standen. Er zat geen een deuger tussen. Al vanaf mijn tienerjaren kies ik de mensen waarmee ik omga uit op ruimdenkendheid en afkeer van politieke correctheid. Al mijn vrienden zijn no nonsense.
In het artikel van Wierd Duk werd bijvoorbeeld benoemd dat een vrouw haar echtgenoot had verloren. Een bekende legde zijn hand op die van de vrouw, om haar troost te bieden toen zij verdriet had. Een omstander diende een klacht in wegens intimidatie c.q. ongewenste intimiteiten. De meest subtiele interacties, waar de menselijkheid in schuilt, zijn beladen geraakt. Wie durft nog een spontane knuffel te geven met zo’n werksfeer? Met het risico dat de knuffel eerst hartelijk wordt ontvangen, maar later, tijdens een moment van rancune, wordt omgeduid tot klacht.
Help DDS deze moeilijke tijden door te komen. Help ons een vuist te maken tegen de mainstream media én tegen het partijkartel. Strijd zij aan zij met ons. Doneer op BackMe en strijd zij-aan-zij met DDS tegen de globalistische elites.
Ik heb voorzien – en in mijn boek Wees Afgrondelijk nader omschreven – dat steeds minder mensen zich nog thuis voelen in zo’n wereld. Mijn analyse is dat er twee groepen overblijven. Authentieken en niet-authentieken. Met elk een ander normenkader.
Oftewel: Wie leeft met het woke-zwaard, zal aan het woke-zwaard ten onder gaan.
Dat is toch wel het grote voordeel van leven binnen de ‘Forum Zuil’. Het normenkader van wat normaal is en wat wel en niet moet kunnen, is in feite de moraal van eind jaren ‘90. Dat elkaar de maat nemen en proberen weg te deugen met hypermoralisme, dat landt daar niet.
Steun Sid via BackMe ( https://sidlukkassen.backme.org/ ) en volg zijn Telegram-kanaal! ( https://t.me/SidLukkassen ) Zonder uw steun, lukt het niet!