Bij het debat over persvrijheid en persveiligheid in Nederland vandaag zal BVNL-partijleider Wybren van Haga het kabinet stevig confronteren met het onveilige werkklimaat voor journalisten, dat volgens hem door de overheid zelf is gecreëerd. Van Haga benadrukt dat het niet de 'boze burger' is die de vrije pers de mond heeft gesnoerd, maar juist het kabinet.
Staatssecretaris Uslu van Media verklaart in haar brief aan de Tweede Kamer dat de vrijheid en veiligheid van journalisten door de overheid gewaarborgd moeten worden. Echter, Van Haga wijst erop dat diezelfde overheid al jarenlang bezig is om de vrijheid van meningsuiting en daarmee de vrije pers steeds verder in te perken. Volgens hem worden burgers en niet-salonfähige politieke partijen ten onrechte beschuldigd van het verspreiden van 'nepnieuws' en 'desinformatie', waardoor de maatschappelijke polarisatie toeneemt en journalisten steeds vaker met agressie worden geconfronteerd.
Van Haga betoogt dat de verwevenheid van de politiek met de pers de laatste jaren steeds groter is geworden. Hoofdredacteuren en omroepbazen blijken rechtstreeks gelieerd te zijn aan politieke partijen, waardoor onafhankelijke media steeds zeldzamer worden. In plaats daarvan wordt Nederland volgens Van Haga niet voorzien van objectief nieuws, maar eerder van een verkapt communicatiebureau van de zittende macht. Dit eenzijdige karakter van de berichtgeving zorgt ervoor dat steeds meer mensen zich afkeren van de reguliere media en gefrustreerd raken over het gebrek aan diversiteit en kritische vragen.
Van Haga is kritisch op de oprichting van een Ministerie van Waarheid door het kabinet en hekelt de praktijk van staatspropaganda en censuur. Hij benadrukt dat journalisten tegenwoordig fungeren als boksbal voor de klappen die eigenlijk voor de overheid bedoeld zijn.
BVNL wijst ook op de verantwoordelijkheid van polariserende politici, die steeds vaker journalisten aanvallen en daarmee het publieke debat verharden. Van Haga noemt het voorbeeld van D66-politicus Tjeerd de Groot, die zonder gevolgen een verslaggever uitschold voor 'fascist'. Alternatieve media worden volgens hem onterecht geframed als 'extreem-rechts' en een gevaar voor de samenleving, louter vanwege het feit dat ze zich niet conformeren aan de ideologie van linkse politici.
Tijdens het debat zal BVNL een motie indienen om polariserende politici die journalisten aanvallen en bedreigen altijd te sanctioneren. Van Haga benadrukt dat het Openbaar Ministerie een lik-op-stukbeleid nastreeft voor geweld en agressie jegens journalisten. Daar staan wij helemaal achter. Maar dan moet er ook sprake zijn van gelijke monniken, gelijke kappen”, vindt Van Haga. “Volksvertegenwoordigers hebben een voorbeeldfunctie. Maken zij daar misbruik van, dan dragen ze direct bij aan de onveiligheid van journalisten. Dat mag niet onbestraft blijven.”
Steun DDS op BackMe: samen pakken we het mediakartel aan. Deze steun is heel nuttig in deze zware economische tijden. Steun ons dus! Dat kan met een groter of een kleiner bedrag... en help ons overeind te blijven in deze moeilijke tijden.
De journalistiek moet weer gaan fungeren als de vijfde macht, vindt BVNL. “Zonder onafhankelijke, vrije pers kunnen de democratie en de rechtsstaat niet bestaan. De tandeloze tijger die de media is geworden moet weer de waakhond worden die zij hoort te zijn.”