Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) wil vooralsnog niet over gaan tot het dwingen van gemeenten om asielzoekers op te vangen. Hij wil eerst goed uitzoeken hoe de opvang van Oekraïense vluchtelingen het best georganiseerd kan worden en of de wet moet worden aangepast. Gemeenten kunnen zich maar beter schrap gaan zetten, want het kabinet lijkt er wel degelijk voor te gaan kiezen om asielzoekers gewoon via een verplichte aanwijzing bij gemeenten te parkeren. Staatssecretaris Van der Burg staat al bekend als een pro-immigratie toen hij nog
VVD-wethouder in
Amsterdam was. Hij zei er ook niets voor te voelen om via een wet gemeenten te
verplichten opvanglocaties te regelen, toen niet veel later het kabinet ineens een noodwet afstofte en in werking liet treden.
Van der Burg lijkt wel te beseffen hoe gevoelig die wet ligt, vooral na de stunt van zijn voorganger Ankie Broekers-Knol (óók VVD), maar als puntje bij paaltje komt volgt hij gewoon wat
overlord Rutte hem opdraagt. Met zoveel woorden zegt hij dat ook zelf, blijkt uit
dit artikel van De Telegraaf: “Van der Burg benadrukt dat opvang van asielzoekers nu niet verplicht is, maar erkent wel te puzzelen op juridische instrumenten.”
De staatssecretaris wil eigenlijk gewoon zeker weten dat áls hij van die noodwet gebruikmaakt, dat het juridisch dan wel allemaal klopt en dat gemeenten het Rijk niet met allerlei rechtszaken kunnen gaan bestoken. Er is namelijk nood aan de man. Het COA komt 10.000 opvangplekken tekort en ook de Oekraïners
blijven binnenstromen. Dan kan iedereen wel aanvoelen dat Van der Burg het niet heel lang netjes meer blijft vragen. Of misschien heeft Hugo de Jonge hem wel gevraagd om nog héél even te wachten met het gebruiken van die noodwet, omdat het natuurlijk moeilijk te verkopen is dat statushouders en asielzoekers net nieuw gebouwde woningen krijgen. Dan blijft er voor het draagvlak van zijn beleid óók niets over natuurlijk.