De Surinaamse rekening voor Nederland voor het slavernijverleden zal niet mals zijn

Volgens president Santokhi begrijpt hij de ophef die is ontstaan na de bekendmaking van de datum van 19 december via de media. Hij benadrukt echter dat er naar het totale programma gekeken moet worden en dat er een holistische benadering gevolgd moet worden, zonder dat er spanningen ontstaan tussen diverse bevolkingsgroepen. Hij benadrukt het belang van overleg en lijkt te verwelkomen dat de viceminister-president, Sigrid Kaag, speciaal naar Suriname is afgereisd om het Nederlandse standpunt te bespreken.

Het feit dat Nederland zich in een lastige situatie heeft gebracht, is duidelijk. De rekening hiervoor zal waarschijnlijk niet mals zijn. De verwachting is dat er een miljardenclaim op Nederland ligt te wachten. President Santokhi zal na zijn gesprek met Kaag ook als voorzitter van de Caricom (Red. samenwerkingsverband van Caribische landen), de regionale staatshoofden informeren over de inzichten van de regering en die van Nederland. Het is te hopen dat de consultaties met diverse groepen tot een standpunt leiden dat aan deze eisen voldoet. De kans is groot dat Nederland nu een precedent heeft geschapen voor andere landen die in slaven hebben gehandeld. Het is goed denkbaar dat Londen, Lissabon en Madrid binnenkort ook een rekening krijgen voorgeschoteld. Onze Europese vrienden zullen ons erg dankbaar zijn voor dit kostbare deuggedrag.