Het referendum dat nu voorligt, is een absoluut gedrocht. Een draak van een voorstel. Een belediging voor het gezond verstand. Maar juist omdat het een klap in het gezicht is van de gewone burger en een belediging van diens gezond verstand, is het een fantastisch voorstel.
Want steeds als de burger een referendum wil, en dan hoort van de kartelpartijen, dat het wél mag gaan over wel of geen rubberen tegels op de speelplaats, maar niet over essentiële zaken zoals verplichte QR-codes en buitenlandbeleid, dan schofferen de mainstream partijen de gewone burger. En dat is geweldig – het is precies wat nodig is. Steeds zegt de gewone burger dan: “Dus kennelijk ben ik te dom om te stemmen over deze belangrijke zaken, maar niet te dom om te stemmen op uw partij?” Dan staan de kartelpartijen consequent met de mond vol tanden. Iedere keer weer.
Het referendum – hoe gemankeerd het huidige voorstel ook is – houdt de vlam van de burgerparticipatie brandende: het geeft brandstof aan de toorts van de burgerdemocratie. En als de burger dan leert om een referendum te houden over kleine, weinig beduidende zaken, dan ontstaat er een democratische honger. Voortaan wil de burger ook meebeslissen over grotere zaken, zoals immigratie, klimaatbeleid en de euro. En steeds krijgt hij dan een klap op de vingers van de mainstream partijen. Dan valt het democratische masker van die mainstream partijen af.
Zelfs als de opkomstdrempel niet wordt gehaald – precies wat het kartel wil – dan zijn er alsnog bijkomstige effecten, die nadelig zijn voor het kartel. Het volk leert gaandeweg hoe het zichzelf kan mobiliseren – eerst voor referenda over onbenullige zaken, daarna voor hogere doelen. Er komen debatten, in zaaltjes, die het mogelijk maken om realistische sprekers in te zetten die uit de cultuurmarxistische mainstream talkshows worden geweerd. Het maakt het mogelijk om geluiden te doen horen die elders worden genegeerd, en om subsidies aan te vragen voor debatten, ten einde de burgerparticipatie te vergroten. Dit is precies wat er moet gebeuren, om de bevolking te doen inzien dat zij leven onder een totalitair regime. Laat ze de repressieve tolerantie maar persoonlijk ervaren!
Een ander nadelig effect is dat zelfs als de opkomstdrempel niet wordt gehaald, het tóch een media item zal zijn – er zal naar worden verwezen in media en in opiniestukken. Kamerleden kunnen het kabinet ermee om de oren slaan. Steevast zal blijken dat een substantiële stroming binnen het volk iets totaal anders wil dan de elite en het kartel voor ons in petto hebben – dat is altijd winst!
Verder is er nog het rapport van de staatscommissie parlementair stelsel, geleid door Johan Remkes (VVD). Daarin staat dat een belangrijk deel van het volk consequent buiten de politieke macht gehouden wordt en dat de partijen waarop veel burgers stemmen worden uitgesloten door mainstream partijen. Deze medeburgers hebben dus geen keuze dan om over te gaan op buitenparlementaire middelen, om hun leven in Nederland veilig te stellen, en hierom raadt Remkes met klem aan om serieuze referenda in te voeren. Het is toch geweldig, dat we de kartelpartijen hiermee voortdurend kunnen confronteren? Met dit rapport in de hand kunnen bewijzen dat zij zelfs hun eigen waarschuwingen tegen het ontrafelen van de democratie niet serieus nemen?
Kortom, door aan de slag te gaan met het afgewaterde referendum zal de burger hongerig worden naar méér invloed, en zal daarbij stuiten op de minachting van de gevestigde partijen. Al is het huidige voorstel een gemankeerd referendum, dan nóg zal de elite zich er steeds weer over moeten verantwoorden, en steeds zal blijken hoezeer zij het volk minachten.
Steun Sid via BackMe (noodzakelijk om dit geluid in de lucht te houden) en volg zijn Telegram kanaal!