Naar aanleiding van de dreiging in de richting van Mark Rutte schrijft
De Telegraaf het volgende: “De dreiging richting demissionair premier Mark Rutte zorgt voor boosheid en steun vanuit de Tweede Kamer. Politici van links tot rechts spreken hun afschuw uit. PVV-leider
Geert Wilders wenst Rutte sterkte. ‘Verschrikkelijk. Dit gun je helemaal niemand’, reageert de PVV’er, die zelf al jaren wordt bedreigd en beveiligd.”
Het zijn de vertrouwde geluiden. Geluiden die we hoorden toen Fortuyn werd vermoord in 2002. Toen Van Gogh werd vermoord in 2004. Toen Derk Wiersum werd vermoord in 2019. Toen Peter de Vries werd vermoord in 2021. En dan hebben we het alleen nog maar over de
uitgevoerde executies. De
geslaagde executies. De dreiging vanuit het jihadistisch terrorisme jegens de leider van de grootste oppositiefractie in de Tweede Kamer,
Geert Wilders dus, duurt al bijna 20 jaar.
Wat doen de verantwoordelijke politici met dit probleem? Zeker, die zijn “boos”. Zij spreken “steun uit”. Zij vinden het “verschrikkelijk”. Zij betuigen medeleven aan wie het betreft, in dit geval de premier. Dat doen zij al 20 jaar.
Maar staatstaak No. 1, het verschaffen van veiligheid aan de burgers in het land, wordt systematisch, chronisch en duurzaam tot een onderwerp verklaard waarvoor niemand verantwoordelijk lijkt.
Minister Grapperhaus (toch de minister voor veiligheid) heeft niets bereikt in de strijd tegen de twee voornaamste georganiseerde dreigingen: 1. die van het jihadistisch terrorisme, 2. die van de georganiseerde drugscriminaliteit.
Minister Koolmees (toch verantwoordelijk voor integratie) heeft niets bereikt rond deradicalisering van jongeren. Hij weet niet eens dat zoiets bestaat.
Minister Kaag (toch iemand met veelgeroemde internationale ervaring) is niet eens in staat een ambassade in Afghanistan op tijd ontruimd te krijgen. Niet eens in staat om de Taliban te horen aankomen.
Ondertussen bleef premier Rutte maar hardnekkig door Den Haag fietsen, in dit “supergave land” (VVD-peptalk). En deed iedereen alsof de voortdurende geweldsdreiging rond Wilders niet bestond. (Of door hem zelf was opgeroepen, want het is toch schandelijk wat die man allemaal beweert).
Dit land heeft een geweldsprobleem. Niet in de zin dat dit geweld bestaat, maar in de zin dat men het niet wil zien. En voor wat we zien, we niemand verantwoordelijk achten. In het bijzonder niet de mensen die daarvoor krachtens onze constitutie wel degelijk verantwoordelijk zijn.
Misschien kan het Kabinet in plaats van Mona Keijzer de minister van
justitie en veiligheid eens uit het Kabinet kegelen. Gewoon als een geste. Als een symbolische daad. Zou een mooi gebaar zijn.