Minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming zal niet ingaan op
de wens van een meerderheid van de Kamer om te onderzoeken of maatschappelijke
organisaties moeilijker kunnen worden gemaakt om naar de rechter te stappen om
overheidsbeleid aan te vechten. Eerder dit jaar steunden de coalitiepartijen
VVD en CDA een motie van de SGP die het kabinet opriep om te kijken of er
bepaalde eisen gesteld kunnen worden aan de 'representativiteit' van
organisaties die naar de rechter stappen. D66 reageerde geschokt op de motie en was uitermate teleurgesteld
dat de VVD en het CDA de motie uiteindelijk steunde. D66 vindt het natuurlijk
niet vervelend als milieuorganisaties de D66-agenda uitdragen en het de overheid
op allerlei manieren lastig maakt. Maar, nu
heeft Weerwind in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij deze oproep
niet zal gaan uitvoeren. Hij is van mening dat iedereen zijn belang moet kunnen
verdedigen, ook als belangenorganisaties voor anderen of het algemeen belang in
actie komen.
SGP-Kamerlid Christ Stoffer, de indiener van de motie, is in
ieder geval niet blij met de hele gang van zaken. “Ik vraag u
de motie eens goed tot u te nemen en dan met een inhoudelijk antwoord te komen.
Met deze reactie schoffeert u het parlement.” Aldus Stoffers in een
reactie op Twitter. De minister wil pas in 2025, tijdens een al geplande
evaluatie van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA),
bekijken of er behoefte is aan aangescherpte regels. Deze wet is sinds 2020 van
kracht en daarin is de vereiste van voldoende representativiteit, gelet op de
achterban en de omvang van de vertegenwoordigde vorderingen, expliciet
opgenomen. Volgens Weerwind wordt de representativiteit van de
belangenorganisatie sindsdien "indringend getoetst" door onder andere
advocaten van eisende partijen, rechters en belangenorganisaties.
De aanleiding voor de motie waren de rechtszaken die zijn
aangespannen door actiegroepen als Urgenda en Johan Vollenbroeks Mobilisation
for the Environment. Zij hebben via de rechter afgedwongen dat de overheid veel
meer moet doen op het gebied van het terugdringen van de uitstoot van CO2 en
stikstof. Stoffer wilde met zijn voorstel voorkomen dat dit soort organisaties
het kabinet controleren, aangezien hij van mening is dat dit de taak van de
Tweede Kamer is.