Vorig jaar schreef ik een column over media in crisis, waarbij ik ook de pedofiele netwerken aanstipte. Het is een blijvend relevant verhaal. Toen Kamerlid Gideon van Meijeren (FvD) een punt maakte over pedofiele netwerken in de top van het systeem, deden critici dit af als ‘complottheorie’. Maar dat is te makkelijk, want er zijn aanwijsbare signalen. In de recente geschiedenis ligt het voorbeeld van de
D66-politicus
Sidney Smeets, die balanceerde op het randje van wat kon en niet kon. Hij moest aftreden toen er in de media jongens naar voren bleven komen met belastende verklaringen. Inmiddels gaat Smeets op sociale media door met het demoniseren van alles wat rechts is – wat een zelfreflectie. Er speelt echter meer. In 2018
eiste het OM 5 jaar cel van de D66-fractievoorzitter Nico V. Via een homosite lokte hij een 14-jarige jongen voor seks. Ook stond er kinderporno op zijn laptop – zoveel, dat het de politie niet lukte om alles door te spitten. Er werden drugs gebruikt en een huisarts had seks met dezelfde jongen.
Tekenend is ook de zaak rond Joost Tonino, die kinderporno op zijn computer had. Hij was een topambtenaar die zich bij het OM bezig hield met prestigieuze fraudezaken. Tonino werd de hand boven het hoofd gehouden, door af te wijken van het nultolerantiebeleid inzake kinderporno. In 2020 maakte Argos een documentaire over pedofilie in ambtelijke kringen, wat zaken bovenbracht die aanleiding waren
tot Kamervragen door PvdA en SP.
We kunnen namen noemen als Joris Demmink; we kunnen verwijzen naar de relatie tussen de rechter Cornelis Stolk en de seriemoordenaar Koos Hertogs. Een reportage van Peter R. de Vries bracht in 2010 aan het licht dat deze seriemoordenaar een homoseksuele relatie onderhield met Cornelis Stolk, vicepresident van de Haagse rechtbank. Ook werd er een briefcorrespondentie gevoerd. Deze briefcorrespondentie werd later door een lid van de geheime dienst uit Hertogs’ cel verwijderd. Als Hertogs ruchtbaarheid gaf aan deze correspondentie zou namelijk “de rechtstaat in gevaar kunnen komen,” werd in de uitzending gezegd.
Een criticus zal alsnog zeggen dat deze voorbeelden zwak zijn, en dat Van Meijeren zijn uitspraken over pedofiele netwerken in de top van de macht onvoldoende hard maakte. Echter, het punt dat ik aandraag, reikt verder dan de discussie over proefondervindelijke (empirische) bronnen en bewijzen. Ieder mens voor wie het in de rede ligt om argumenten te presenteren, zal vaststellen dat waarheidsvinding ondergeschikt is aan
politiek.
Mocht u de discussie over pedofiele netwerken wat vergezocht vinden, zie dan een ander voorbeeld om hetzelfde punt te maken: de discussie over uitstoot en milieu. De D66-politicus Jan Paternotte ging op pad met boswachter Eddy in het natuurgebied Veluwezoom. Nogal populistisch schreef hij: “Elke dode eik waar we langslopen herinnert aan de stikstofproblematiek.” Iedere bioloog weet dat veranderingen in het ecosysteem van een bos complex zijn: sommige soorten sterven, andere bloeien op. Honderden oorzaak-gevolg verbanden lopen door elkaar en het is geen eenduidig verhaal. Een politicus, echter, heeft meer aan een simpel plaatje met een simpele kreet.
Daarom werd er
gereageerd met een foto van een kerngezonde eik die tussen twee snelwegen staat. “Als er een eik is die laat zien hoe erg die stikstofuitstoot werkelijk is, dan is het deze eik wel. Helemaal deaud. In het midden van de A58. Al ja-ren.” Oftewel, voor elk zielig voorbeeld van een dode boom om een politieke agenda op te dringen, is er een tegenvoorbeeld van een kerngezonde eik in een druk verkeersgebied.
Stel nu dat iemand de natuur neutraal en objectief wil onderzoeken voorbij deze politieke agenda’s, dan zal dit niet lukken. Je komt namelijk uit bij grote clubs die op een massale en systematische wijze data moeten vergaren en verwerken. Je komt onvermijdelijk uit bij subsidiebeleid, vrijwilligers met een ideologische motivatie, en onherroepelijk krijgt dat onderzoeksinstituut gewenst of ongewenst een politieke kleur.
Als de onderzoeksresultaten niet aansluiten bij de belangen van het heersend kartel en afwijken van het gevestigde discours in de mainstream media, dan krijgen de onderzoeksresultaten te weinig aandacht om relevant te zijn. Dit
bleek ook bij de discussie over coronabeleid en het RIVM: het ministerie mengde zich in het sturen van de adviezen. Wetenschap met een publieke dimensie, is onvermijdelijk een product van politiek.
In de ideale wereld zou een geest vrij moeten zijn om elke gedachte te overpeinzen los van consequenties. De wil tot waarheid über alles. In praktijk echter, kan dit al lang niet meer. Iedere aanzet tot onafhankelijk denken wordt ingekapseld door woke, politieke correctheid en cancel culture. En door opportunisten die zich hullen in extreemlinkse ideologie om baantjes te claimen en anderen, die anders denken, uit te sluiten.
Typisch hiervoor zijn de bovengenoemde D66-politici: zij doen voor eigen gewin mee aan de deughegemonie, zelfs al deugen ze op persoonlijk vlak niet.
Dus wij, die wél vrij willen denken, rest niets anders dan de kritiek op het bestel te intensiveren en de linkse hypocrisie te ontmaskeren. Zoals ik ook uiteenzette in mijn boek
Wees Afgrondelijk (2022),
staat postuleren boven bewijzen.
Als je wil, kun je alles uitspitten over die pedofiele netwerken. Dan volgt discussie over feiten. En zij die een belang hebben bij de status quo, zullen het kartel verdedigen en de rest vertelt het tegenovergestelde verhaal. Daarna trekken de stofwolken op en staat iedereen nog steeds waar ze al stonden.
Misschien dikte Van Meijeren de zaken wat aan met het oog op het electorale effect. Maar al die casussen zijn er wel degelijk, van machtige mensen die elkaar beschermen of juist op dubieuze wijze het veld ruimden – denk aan
Jeffrey Epstein, zijn eiland, het dubieuze schilderij van
Bill Clinton dat hij bezat, het feit dat Bill Clinton ook vloog met de lolita express waarin kinderen seksueel zijn misbruikt. De Britse
prins Andrew was betrokken en gaf een interview waarin hij de ernst van de aantijgingen bagatelliseerde. Duidelijk leven die mensen in een andere wereld met een andere moraal.
In deze lijn kun je nog honderden voorbeelden aandragen en aanwijzingen opsporen. Maar onderaan de streep drukken zij, die achter het kartel staan en de status quo willen behouden, alle bevindingen sowieso in de complotsfeer. Uiteindelijk komt het neer op een decisionistische botsing tussen twee wereldbeelden. Wie dat eenmaal begrijpt, is voorbij de empirie en heeft ware geestelijke verlichting bereikt. Discussie over de empirie heeft geen zin, want wat je wel of niet aannemelijk voorkomt, is al afhankelijk van je wereldbeeld en karakterstructuur.
Als Van Meijeren met tien bronnen komt, waarvan negen onweerlegbaar blijken en er eentje wat is aangedikt, dan zullen de handlangers van de gevestigde orde voortdurend dat ene voorbeeld bespreken. De rest zwijgen zij dood. En als er geen overdrijving bijzit, dan verzinnen ze wat. Altijd gaan discussies met het kartel over bijzaken en nóóit over de kern. In de kern willen zij de feiten sowieso niet aanvaarden. De feiten onthullen namelijk hoe hun ideologie leidt tot onze ondergang.
Steun DDS op BackMe: alleen via uw maandelijks of eenmalige gift kunnen we de website draaiende houden en het mediakartel aanpakken. Deze steun is keihard nodig in deze zware economische tijden. De opbrengst van het ontmaskeren van extreemlinkse machthebbers is echter wél, dat het volk inmiddels aardig snapt dat de elite de bewijsvoering van de oppositie niet wil aanvaarden, los van hoe sterk of zwak die is. Hiermee wordt het debat over proefondervindelijke feiten nóg minder relevant. Het is toenemend een kwestie van ‘hier sta ik, ik kan niet anders’ – het existentiële overschaduwt de empirie. De filosofen Thomas Hobbes en Carl Schmitt zouden zeggen: we staan op een decisionistisch punt. Één wereldbeeld wint, het andere ruimt het veld, en uit deze confrontatie vloeit voort, welke bronnen en feiten maatschappelijke belangstelling mogen krijgen, en welke worden doodgezwegen.
Misschien blijft er een handvol vrije geesten over die het van belang vinden om de feiten zo objectief en neutraal mogelijk op tafel te krijgen. Prima, maar onder de machtsstructuren zoals die nu bestaan, heeft dit hooguit het karakter van wat vrienden die informeel samenkomen in de kroeg. Platform zal dit binnen de instituties
niet krijgen, gezien alles daar onder de links-ideologische maatstaf doormoet. Denk maar aan Han Lindeboom, een wetenschapper die het stikstofprobleem nuanceerde binnen een D66-denktank. Daarna moest hij weg omdat zijn onderzoek “
FvD in de kaart speelt”.
We komen uit op een collectieve vorm van verzet als enig levensvatbaar alternatief. En dus is het steunen van politici zoals Van Meijeren de beste optie. Een argumentatieve vervolgfase is onnodig, want het punt is juist dat argumentatie ondergeschikt is aan dat wat je bent en hoe je in het leven staat. Want dat bepaalt wat voor jou überhaupt een relevant argument is.
De mensen die zogezegd ‘geen kant willen kiezen’ en zich zo neutraal mogelijk beperken tot de feiten, laten we beter links liggen. Want als zij onder druk worden gezet om lippendienst te doen aan het heersend
extreemlinks narratief, dan doen ze dit tóch wel, al is het met tegenzin, om hun persoonlijke belangen veilig te stellen. En mochten zij op dat ultieme moment inzien hoe erg het werkelijk is, en zich alsnog verzetten, dan hebben wij er niets meer aan, want dan is het te laat.
En volg mij door abonnee te worden via Telegram en steun me via BackMe,
om de productie van deze realistische content langdurig mogelijk te maken! Mijn dank en waardering zijn groot! Schrijf u in op Sids nieuwsbrief via http://www.sidlukkassen.com