-Sid Lukkassen- 'Is Nederland een depressief land geworden?'

Opinie04 nov 2022, 19:00
Hoe herken je een depressie? Het is voor velen een confronterende vraag. Op een internetforum kwamen er een aantal treffende antwoorden voorbij. Je bent mogelijk depressief wanneer een vriend vraagt, “wat zijn je plannen voor de nabije toekomst, waar kijk je nu écht naar uit?”, en het dan moeilijk voor je is om een antwoord te vinden. Misschien dat het lukt, maar het kost moeite en je moet een tijdje zoeken.
Ook ben je mogelijk depressief indien kleine dagelijkse dingen veel moeite kosten, en je in jezelf geen antwoord aantreft op het “waarom zou ik?”. Het voelt vanzelfsprekender aan om op bed te blijven liggen en domme YouTube video’s te kijken. Zelfs al haal je daar geen bevrediging uit. Je blijft liggen en scrolt nog maar wat door weinig verheffende internet pagina’s, in plaats van op te staan en met je hobby’s aan de slag te gaan. De puf ontbreekt.
Je kunt natuurlijk zeggen dat dit een luxeprobleem is. Als je hongerige kinderen moet voeden – als je zélf hongerig bent – heb je geen keuze dan om op te staan en geld te verdienen. Maar ook met dit antwoord kunnen we niets. Enerzijds is het oppervlakkig – van brood alleen kan een mens immers niet leven – en anderzijds is het betrekkelijk, als je kijkt naar de armoedeval. Door belastingen, toeslagen en andere bureaucratische wantoestanden, is werken lang niet altijd lonend. Feitelijk kan een mens alleen zinvol praten over “een depressie overwinnen”, indien er ook uitzicht is op een zinvolle toekomsthorizon.
Voor een mens met enige ontwikkeling is louter van dag tot dag overleven niet voldoende. Je arbeid moet zinvol aanvoelen, er moet iets van een gemeenschap zijn. Er moet een hoger doel in het spel zijn dan centjes sprokkelen voor de volgende vergankelijke consumptie. Zoals de aanschaf van nóg een nieuwere mobiele telefoon die onvermijdelijk stuk moet gaan omdat anders de vraag naar het product verdwijnt en het bedrijf zichzelf de das om doet.
Onvermijdelijk raakt dit aan de huidige maatschappelijke situatie. Een individuele mens kan depressief zijn: dan is er iets mis inwendig in die specifieke mens (bijvoorbeeld door het verlies van een dierbare en/of een onverwerkt jeugdtrauma). Maar wat er mis is, kan ook uitwendig zijn, en liggen aan de maatschappij die de individuele mens omringt.
Nu zijn er veel zaken aan te wijzen die een zinnig toekomstuitzicht vernietigen. Stel je woont bij je ouders, je wil een huis kopen, en ondanks dat je wat gespaard hebt, krijg je nooit een vast contract. De immigranten blijven toestromen dus de krapte op de woningmarkt houdt aan. Om alles erger te maken kan er door linkse stikstofrechters (die zelf in dikke villa’s wonen) niet worden bijgebouwd. Gemiddeld genomen zoeken vrouwen op de relatiemarkt mannen met huizen, dus een gezin met nageslacht – iemand die voor jou zorgt op je oude dag – zit er niet in.
Wat een mens nodig heeft om te floreren, ligt op twee vlakken. Enerzijds het materiële, anderzijds het immateriële. Op beide vlakken merken we dat alles steeds somberder wordt. Persoonlijk merk ik bijvoorbeeld dat ik het lastiger heb dan vroeger, omdat de mensen waarvan ik het moet hebben het nu ook zwaarder hebben. Zij het door de algemene economische situatie (minder kapitaal); zij het doordat ze er via cancel culture worden uitgewerkt.
Op het materiële vlak is er de inflatie, de terugvallende koopkracht, stijgende energierekeningen. Je ziet het in de horeca. Drankjes worden duurder, zelfs iets als cola. Minder mensen komen op café, en omdat de inkomsten terugvallen moet de cafébaas de prijzen verhogen. Op het immateriële vlak zijn er de cancel culture en het verdampen van vrijheden, waaronder die van meningsuiting. Vroeger wilde Rutte bijvoorbeeld het ontkennen van de Holocaust decriminaliseren. Tegenwoordig wil de regering de komst van David Icke tegenhouden. Nu heb ik persoonlijk niets met David Icke, maar dit bericht maakt mij duidelijk dat dit land steeds minder vrij is.
Dit brengt ons op het artikel ‘Angst verlamt, hoop zet in beweging’. Het is een brief door een groepje maatschappelijke betrokkenen. Zij beweren: “'Mensen zonder hoop worden toch net wat serieuzer genomen dan hoopvolle stakkers', constateerde de columniste Rebecca de Wit onlangs. We hebben beslist dat kritische stemmen een aura van intellectualisme verdienen, terwijl we positivo’s neerzetten als naïef. Wie zich negatief uitlaat, is slim en het aanhoren waard.”
Dit is een leugen. Neem nu mijn boek Avondland en Identiteit (2015) – geen optimistisch boek. Het gaat onder meer over de wereldwijde geopolitieke spanningen en het maatschappelijk verval qua waarden, normen en cultuur. Maar nooit had ik de indruk dat de inhoud meer serieus werd genomen door de weinig blijmoedige grondtoon van het boek.
Sterker nog: ik was een enthousiast mens, vol energie en inspiratie. Ik kreeg dingen voor elkaar, ik kreeg projecten in beweging! Ik bracht vrijwilligers samen rond succesvolle crowdfunding projecten, ik was actief voor het Humanistisch Verbond, ik maakte stemmers enthousiast in verkiezingen. De energie die van mij afstraalde was krachtig genoeg om politici over te halen mij te laten spreken voor de vaste Kamercommissies. Toch vonden mensen mij alsnog ‘pessimistisch’. Het ergste is dat ik niet had gedacht dat het conflict met Rusland al zo snel en hard zou escaleren. En dan is er het COVID-verhaal: lockdowns, avondklokken, QR-codes, het uitsluiten van de medemens, ondernemers ruïneren en jongeren maatschappelijk afstompen midden in hun sociale ontwikkelingsproces. Deze duisternis had ik niet voorzien.
Realistisch gezien had ik in 2015 nog drie keer pessimistischer moeten zijn dan ik was. Waarschijnlijk zou men dan minder hebben geluisterd, niet meer.
In de brief lezen we over “voorbeelden van durven” en “aan de kar trekken”. Het lijkt de VVD verkiezingscampagne wel: “Doeners!!!” Terwijl juist de VVD de laatste jaren enorm veel bureaucratie en regeldruk veroorzaakt. Alles is afgezet met bureaucratisch rood lint in deze maatschappij. Binnenkort moet elke transactie boven de 100 euro zijn dicht geregeld, en de problemen rond bouwen hebben we al benoemd. Iedereen die “aan de kar wil trekken” moet bereid zijn tot een gevecht op leven en dood met de overheid.
Er bestaan ook pessimisten die zaken op gang krijgen en richting geven maar daartoe de kans niet krijgen. De optimisten zitten bij de kartelpartijen aan de knoppen; de pessimisten vinden we in de lagere klasse. Deze hele maatschappij is in de ban gekomen van de ‘buitendienst’. Dus niet de wat zwijgzame noeste werkers van de ‘binnendienst’ staan aan het stuur, die ook begrijpen hoe dingen technisch werken. Nee, alle macht ligt bij de afdelingen ‘communicatie’ en ‘PR’ – de gewiekste jongens en vlotte meiden met een grote bek. Met hun communicatieve gladheid overbluffen zij anderen, zelfs al weten ze zelf niet precies hoe de vork in de steel steekt.
We leven in een tijd van elevator pitches, personal branding en holle frases als “de plicht tot optimisme!”. Toen er meer geluisterd werd naar overwegend cynische en realistische geesten ging het stukken beter met dit land. Nu moet alles en iedereen zich voortdurend profileren als ‘winnaar!’. De systeemrot wordt verborgen achter de coulissen, niemand durft nog de boodschapper te zijn van slecht nieuws. Want “buzzkill” en “shoot the messenger”.
Sterker nog: als er een overleg is, en iemand komt met een wat sombere doch realistische prognose, dan zien de anderen dat als een kans om zichzelf als ‘doener’ en ‘optimist’ te profileren en de realistische ander met morele verwijten in de hoek te trappen.
Zo komen we bij de conclusie van dit stuk: de psychologie, als een vakgebied om depressies te bestrijden, is vandaag minder nuttig. Dit is omdat we nu leven in een tijdperk van universeel verval op zowel materieel als immaterieel vlak. De sombere, angstige en onbehagelijke gevoelens kunnen niet zonder meer worden aangemerkt als reparabele tekortkomingen van het individu. Deze gevoelens worden veroorzaakt door het objectieve verval van de Westerse maatschappij, en kunnen slechts met een krachtig maatschappelijk-politiek ingrijpen worden verholpen.
De Linkse Kerk zal het wel fantastisch vinden om moedeloosheid bij de realisten te constateren. Maar zoals Pim Fortuyn al zei: het probleem dat blijft, en de woede en wanhoop zullen niet afnemen. De enige kans op een doorbraak ligt bij zij die niets meer te verliezen hebben.
Sid Lukkassen is een nieuw project gestart. Namelijk het interviewen van realistische allochtonen. Om zo gezamenlijk een statement te maken tégen de uitholling en afschaffing van het gezellige Nederland zoals wij dat kenden in onze jeugd. Bekijk het maar eens, (inclusief vide). Waarschijnlijk zult u het de moeite waard vinden om te steunen!
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten