Allochtonen worden vaak naar voren geschoven, maar toch betrekkelijk weinig gehoord. Ik bedoel écht gehoord. Dikwijls neergezet als posterboys voor progressieve idealen, komen ze er in de praktijk vaak bekaaid vanaf. ‘Nieuwe Nederlanders’ hebben het gevoel dat er meer over hen dan mét hen wordt gesproken. Blanke bestuurders komen met linkse ‘woke’ praatjes, maar kan de allochtoon zich hier wel in vinden? Steeds meer allochtonen stemmen op partijen waarvan de links-liberale elite het niet zou verwachten!
Het is de vraag hoeveel immigratie dichtbevolkte landen als Nederland en België aankunnen, voordat de voorzieningen bezwijken. Dit punt is al bereikt – veel allochtonen zien het. Ook waren veel immigranten positief over Pim Fortuyn. Zij hebben geen zin om door de ayatollahs uit hun thuislanden tot in de straten van West-Europa te worden gevolgd. Of om door ‘beroepsmoslims’ in het keurslijf van de orthodoxe islam te worden geperst. Evenmin staan zij te popelen om mee te moeten doen met het deugpronken van de linkse elite – zie de recente controverse rond de Feyenoord-aanvoerder die een regenboogband moest dragen, maar dit resoluut afwees.
De vraag dringt zich op wat er écht speelt in de allochtone gemeenschap. Hoe denken zij over zaken als immigratie, integratie, de gang van zaken in hun nieuwe thuisland en de opkomst van rechtse partijen? Hierom ben ik een nieuw project gestart. Namelijk het interviewen van realistische allochtonen en dit uitwerken tot een visiedocument met interviews. Het is een crowdfunding-project om gezamenlijk een statement te maken tégen de uitholling en afschaffing van het gezellige Nederland zoals wij dat kenden in onze jeugd. Bekijk het maar (inclusief video). Dit zeggen donateurs:
“Inzicht in je medemens bevordert begrip voor elkaar en draagt bij aan een menselijker samenleving.” De heer Woensdregt zegt: “Er wordt veel over allochtonen gesproken, maar nooit wordt de dialoog echt aangegaan. Een diepte-analyse is daarom wenselijk!” Jan van Malderen: “Breek de muren af tussen goedmenende allochtonen en autochtonen – dit draagt bij aan een maatschappij waar onze waarden en normen overleven.”
Dit project zal authentieke gesprekken opleveren die voor onbehagen zorgen bij de politiek-correcte bestuursklasse in Den Haag en Brussel! Ongetwijfeld levert het nuttige kennis en inzichten op die ons helpen om de verstikkende deken van politieke correctheid af te werpen. Om een voorproefje te bieden heb ik gesproken met twee realistische allochtonen. We beginnen met Baysel uit Arnhem, 43 jaar oud, die zijn verhaal doet.
‘Afgekeurde Turk’
“Ik ben in Nederland geboren en zie mijzelf als Nederlander met Koerdische roots uit Turkije. Ook ben ik een ‘afgekeurde Turk’ (hier kom ik op terug). Ik ben een kind van een gastarbeidersfamilie die na de uitnodiging van de Nederlands overheid hier in de jaren ’70 is komen werken. Mijn ouders zijn gebonden aan hun traditionele cultuur, maar zijn tegelijk vrijdenkers qua doen, laten en beleving. Mijn opvoeding was hierdoor enerzijds makkelijk maar anderzijds lastig. De spelregels en normen van ons gezin kwamen niet altijd overeen met de mores van de buitenwereld. Denk aan publieke ruimtes zoals de school.”
Baysel beschrijft hoe hij met vallen en opstaan ondervond dat hij trots mag zijn dat hij “bi-cultureel is opgebloeid” in een land “waar iedereen mag zijn wie hij wil zijn.” De vrijheid van de individu, zolang hij de vrijheid van een ander niet beperkt, behoort ook tot het alevitistische geloof waarin hij is opgegroeid. Deze stroming omschrijft hij als vrijzinnig, humanistisch en mystiek – daarin zou veel belang worden gehecht aan verdraagzaamheid en democratie. Volgens Baysel heeft deze stroming raakvlakken met de Westerse manier van denken en beleven. Het alevitisme zou ver weg staan van de soennitische islam.
“Vrienden in mijn kindertijd, waaronder soennitische moslims, waren vaak onverdraagzaam tegenover mij in discussies over halal (rein) en haram (onrein). Die disputen gingen in vaak in het Turks, over zaken als vasten en eetgewoontes. Ik werd dan in een ander hokje geplaatst en hun visies over halal en haram werden op mij geprojecteerd.”
Baysel ondervond op deze wijze “discriminatie en uitsluiting onder ons, als kinderen”. Dit verwijt hij niet aan die kinderen, maar aan hun ouders en opvoeding. Deze vorm van stigmatisering ging door op de middelbare school, op de werkvloer en in kantines. Het speelde met name tijdens de periodes waarin de “vrome moslims” vasten. “Zij wisten dat ik een Nederlandse Koerd ben en de Turkse taal machtig ben. Nooit ben ik ermee gecomplimenteerd dat ik als ik Nederlandse Koerd zijnde Turks kan praten. De gesprekken waren voornamelijk in de verwijtende zin zoals ik zojuist heb omschreven.”
Dit gemis aan verbinding heeft Baysel kritisch gemaakt op het multiculturalisme en de naïeve links-liberale denkbeelden daarover. “De witblanke Nederlander nam deze interacties van een afstand waar en zag ze waarschijnlijk als mooi, uniek en verbindend. Tegelijkertijd zag die witblanke Nederland mij als ‘afgekeurde Turk’. Dit laatste was voor mij eerder een compliment dan een belediging!”
Gesterkt door deze levenservaring, komt Baysel tot een analyse: “In Nederland leven moslims in een land dat naar hun maatstaven ‘onrein’ is – een land met prostitutie, coffeeshops, smartshops en Heineken. Maar nu komt het: op al deze ‘onreine’ activiteiten wordt belasting geheven en dit is hoe zij – via onder meer uitkeringen, subsidies voor culturele activiteiten en studiefinancieringen – hun leven in dit ‘onreine’ land bekostigen. De kinderen die mij veroordeelden, wilden niet onder ogen zien dat hun ouders, die als ‘voorbeeldige moslims’ de moskee bezochten en zich verre van het ‘onreine’ behoorden te houden, toeslagen aannamen van belastinggeld dat is opgebracht door ‘onreine’ branches.”
Baysel benadrukt dat de scheiding tussen kerk een staat een belangrijk principe is binnen moderne democratieën. Toch vond hij dit principe niet terug in de scholen en de publieke ruimtes waarin hij bestraffend werd aangesproken door gelovigen. Zij benaderden hem alsof ze nog in het thuisland waren van die soennitische moslims. Baysel werd aangesproken alsof hij behoorde tot de islamitische groepsaansprakelijkheid, met een bijbehorende plicht om ‘morele schade’ te vergoeden.
Op een dag reisde Baysel samen met zijn neef, die in Duitsland woont, naar Turkije. In een discotheek in Marmaris werd door de autoriteiten gevraagd waar hij vandaan kwam. Baysel verwees naar Nederland. De agent nam daar geen genoegen mee en wilde de geboorteplaats van zijn ouders weten. Toen ging het gesprek direct over Koerden en verwijten rond terrorisme. De toon was gezet. Baysel zei tegen zijn neef: “Je hebt een Duits paspoort, maar hier worden wij niet gezien als Duitser en Nederlander.”
Hij voelt zich in de steek gelaten door de progressieve intellectuelen en de politiek-correcte bestuurders. Op die schoolpleinen waren de verheven Verlichtingswaarden, waar de ‘progressieven’ ooit zo prat op gingen, nergens te bespeuren. Sterker nog: de links-liberale ‘intellectuelen’ aanschouwen deze multiculturele interacties van een afstandje. Ze zien dit als een pittoresk ritueel, en weten niet dat er keiharde uitsluiting, totalitaire theologie en tribaal stammendenken achter de oppervlakte schuilgaan. Links heeft de mond vol over racisme en discriminatie, maar eigenlijk weten ze niet waarover ze het hebben. Je zet één stap buiten de Europese bubbel en staat weer met beide benen op de grond.
Baysel concludeert: “Ik ben een Nederlander met een getinte huid die de Turkse taal beheerst. De Nederlandse normen en waarden accepteer ik volledig: ik beleef en omhels die graag. In zowel de ogen van blanken als die van kleurlingen ben ik een afgekeurde Turk, en daar ben ik trots op!”
Iranese Renaissance
Daarnaast sprak ik met Nasim Barrandeh uit Amsterdam. Hij is 30 jaar oud, van Iraanse afkomst en geboren in Nederland. Hij noemt Pim Fortuyn als een van de groten die autochtone en allochtonen op één golflengte had kunnen brengen. Op de vraag of de doorsnee allochtoon links stemt, en zo ja waarom, antwoordt hij met een uiteenzetting over religie en cultuur. De “standaard Turkse of Marokkaanse allochtoon verwart religie met cultuur”, waarmee hij bedoelt dat ze van religie hun cultuur hebben gemaakt. “Papa en mama kwamen uit de agrarische sector en religie was het enige dat ze hadden.”
“Ik zag laatst een video waarin Thierry Baudet van gedachten wisselde met een moslim. Kijk, ik wijs de globalistische gedachte ook af, de éénmaking van alle volkeren en culturen. Maar als je deze mensen een luisterend oor biedt, dan voer je over tien jaar de discussie over of een vrouw wel of niet mag fietsen in het openbaar.”
Nasim zegt dit met een stelligheid die gestaafd wordt door de Iraanse historie. “Islam heeft geen Renaissance gekend op die manier zoals dat in Europa is gegaan. En als er ooit een Renaissance komt, dan moet die vandaag beginnen in Iran, met een revolutie. De terroristische bewegingen begonnen na 1979, toen Khomeini aan de macht kwam. De modernisering van Iran schoot Westerse landen in het verkeerde keelgat. Sommigen waren beducht voor de opkomst van een nieuw Perzisch wereldrijk. Khomeini bracht Iran terug naar de Middeleeuwen: hij werd ingevlogen door Air France.”
Ik vraag of het ooit nog goed komt met de integratie. Nasim zegt dat de globalisering “iedereen dwingt om door één grote blender te gaan. Tegelijk verdwijnt de nationale cultuur in die blender. Ik zie blanke Nederlands met elkaar Engels praten en vraag waarom. In elk groepje van vijf of zes Nederlandse jongeren zit er wel een wereldburger tussen en gaan ze met zijn allen over op Engels. Zo belandt iedereen in het kosmopolitisme. Maar als jij jouw taal niet koestert, wie ben jij dan nog?”
Nasim zegt trots te zijn op zowel zijn Iranese als zijn Nederlandse identiteit, en ervaart die identiteiten als prima te combineren. “Maar zodra religie erbij komt, valt het niet te combineren. De Verlichting is niet doorgedrongen tot islam en dit zal niet veranderen. Hierover moeten we elkaar geen sprookjes voorhouden. En dan komen we op de logische PVV-vraag, die vroeg of laat aan iedere buitenlander wordt gesteld: ‘Waarom ga je niet daarheen?’ Het antwoord ligt in het sociale vangnet en de sociale voorzieningen die hier zijn.”
Hierop volgt een toelichting op zijn Syrische buurman. Die spreekt geen Nederlands of Engels en Nasim spreekt geen Arabisch, dus het werd improviseren. Nasim kluste voor hem en werd een soort maatschappelijk werker. “Ik belde voor een laptop en een stageplaats. Toen werd me duidelijk: ze komen hier als vluchteling en worden behandeld als baby. Zelfs waar geen nood is, worden ze behandeld alsof er nood is, voor het geval dat.”
Dit komt er volgens Nasim op neer dat de nieuwkomers niet hoeven te participeren in de samenleving. “Voor de eerste en de tweede generatie lijkt het een kwestie van prestige. Niets doen, stilzitten, en de samenleving voor je laten lopen terwijl je buiten de samenleving staat. De jongere generatie neemt dit principe over en belandt in de criminaliteit: weinig hoeven doen, en tóch geld hebben, dat is het ideaal. Ik meen het als ik zeg, dat we hier over tien jaar discussies zullen voeren over of vrouwen wel of geen nagellak mogen dragen en ijsjes mogen eten in het openbaar.”
Steun DDS op BackMe: alleen via uw maandelijks of eenmalige gift kunnen we de website draaiende houden en het mediakartel aanpakken. Deze steun is keihard nodig in deze zware economische tijden.
Nasim ziet een gelijkenis tussen islam en het globalisme. “Het zijn irreële wereldbeelden. En mensen slikken dit maar, omdat ze hun eigen wortels niet meer kennen. Bij gebrek aan eigen inhoud wordt er door anderen zand in hun hoofden gepompt. In het geval van islam letterlijk woestijnzand. Neem een gemiddelde Marokkaan die naar de moskee gaat. Die weet niet dat wat hij daar hoort, allemaal uit Saoedi-Arabië komt, en dat de Nederlandse overheid dit decennia heeft gefaciliteerd.”
Over de overheid is hij weinig optimistisch. “De overheid verergert de problemen. Neem nu de Chinezen, die komen er bij vergelijking goed vanaf. Die doppen hun eigen boontjes zonder een beroep te doen op de staat. De overheid had de minderheden die er nu zijn, veel beter moeten verspreiden. Gelukkig hebben ze de Syriërs beter verspreid – daar verwacht ik de komende decennia minder problemen van.”
Even later belde Nasim terug. Hij had naar eigen zeggen een belangrijke aanvulling: “Hoewel ik afsloot met een wat positieve noot over hoe de overheid omging met de instroom van Syriërs, weet ik zeker dat er hierdoor terroristen in Nederland gekomen zijn. Dit wordt door de staat weer met de mantel der liefde bedekt.”
Steun Sid Lukkassen – realistisch allochtoon!
Op deze pagina ziet u het crowdfunding project, of volg Sid via Telegram of schrijf u in voor zijn nieuwbrief!