In Nederland wordt van de dodenherdenking een show gemaakt met Volodymyr Zelensky, de president van Oekraïne. Zijn toespraak draagt de titel ‘Geen vrede zonder gerechtigheid voor Oekraïne’, in aanwezigheid van een afvaardiging van het Nederlandse kabinet. Al eerder reisden kabinetsleden, waaronder premier Mark Rutte, naar Kyiv om daar met Zelensky te overleggen. Sinds de Russische inval steunt Nederland Oekraïne met kennis, geld en wapens.
BBB-leider Caroline van der Plas liet weten niet aanwezig te zijn bij deze ontmoeting. Ze vindt dat de oorlogsslachtoffers op deze dag centraal moeten staan en niet Zelensky: “Dat dit bezoek juist NU moet, vind ik heel misplaatst.” Ook Geert Wilders (PVV) deelt dit standpunt: “Vandaag gaat het wat mij betreft in Nederland niet over hem maar over onze eigen nationale Dodenherdenking.” Ruben Brekelmans (VVD) neemt het tegengestelde standpunt in: “Een bevriend staatshoofd boycotten” vindt hij “wel héél ver gaan”.
We hebben dus het punt bereikt dat Dodenherdenking een politiek waagstuk is. Géén overkoepelend moment van bezinning dat de natie – of wat daar nog van resteert – samenbindt, maar een politiek speeltje in handen van de elite. Minder dan om het herdenken van de gevallenen in het verleden, gaat het om de actualiteit, om public relations. Dodenherdenking is een mooi platform voor Zelensky om zijn geopolitieke belangen te verzilveren en voor het kabinet om te deugpronken ten koste van de gedeelde herinnering aan de Tweede Wereldoolog van Nederland als natie. Ons land is verdeeld over de inmenging van de Nederlandse staat in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, dus onvermijdelijk sijpelt deze politieke polarisering nu ook binnen in de nationale herinneringscultuur. Well done, kabinet.
Als dit de state of play is, kunnen we dan niet beter stoppen met Dodenherdenking? Toenemend voelt het als een legitimering van het systeem – de herdenking is gekaapt door wokisten en globalisten. Mensen met een traditioneel, patriottische inborst en een lokaal verankerd identiteitsbeeld voelen zich er steeds minder bij thuis. Onder het voorwendsel om iets te herdenken uit het verleden, zijn we in feite bezig de woke-agenda te legitimeren in het heden.
Mocht nu de gedachte in u opkomen dat ik overdrijf, provoceer of te ver zou gaan, neem dan eerst kennis van het volgende. Herinnert u zich nog dat in de coronaperiode, minister Hugo de Jonge met een brede grijns op zijn gezicht, overwoog een vaccinatieplicht in te voeren? Sportclubs, scholen en restaurants werden verboden terrein voor een groot deel van de mensen. De minister stelde zelfs te weten waar de ongevaccineerden wonen, en was bereid om de artsen die kritisch waren over zijn beleid “op hun vestje te spugen”. Zo bleek dat ‘vrijheid’ niet vanzelfsprekend is. Toen FvD hier een bericht over plaatste, raakten de systeemmedia totaal overstuur: hoe haalde de partij het in het hoofd om 4 en 5 mei te politiseren? Toch is die politisering van het herdenkingsmoment precies wat er met Zelensky’s toespraak gebeurt.
Het herdenken van de
Tweede Wereldoorlog wordt sinds het einde van de oorlog verbonden met een specifieke duiding van de bezetting. In
De Gideonsbende (2023) vat Thierry Baudet deze herinneringscultuur kort samen: “Europese eenmaking (met ‘nationalisme’ als zogenaamde boosdoener), immigratie (met moslims als nieuwe quasi-Joden), moderne kunst (want wie daartegen is doet schijnbaar net zoals de nazi’s).” Baudet constateert dat niemand nog opkijkt van dergelijke vergelijkingen, gemaakt door ‘gezaghebbende stemmen’ in het publieke debat. “We weten waar dat eindigt, de jaren ’30, de bruine lucht, de treinen gaan weer rijden…” Inderdaad, in letterlijk elk schoolboek wordt er stelselmatig moralistische betutteling verbonden aan de oorlogsherinnering.
Denk terug aan de linkse schrijver Arnon Grunberg, die een bewierookte toespraak hield op de Dam. Daarin vergeleek hij Joden met Marokkanen en relateerde het actuele debat over integratie aan de Tweede Wereldoorlog. Waarom werden de systeemmedia zó boos, toen FvD 4 en 5 mei relateerde aan de vrijheidsbeperkingen van het coronabeleid? Dat is omdat het gaat om het morele monopolie op het duiden van de oorlog.
Als het de culturele elite uitkomt, dan mogen Bevrijdingsdag, Herdenkingsdag en de herinneringscultuur rond de Holocaust worden ingezet om een politieke boodschap te bekrachtigen. Als rechts, of conservatieven in een wat bredere zin, inspiratie probeert te putten uit zo’n vergelijking, dan bestrijdt het bestel dat met alle mogelijke middelen. Dan worden alle kanonnen van het systeem in stelling gebracht. Dat gebeurde ook toen FvD een punt maakte van vrijheid herdenken onder een lockdownbeleid. De Kamerleden Wybren van Haga, Olaf Ephraim en Hans Smolders capituleerden onder deze maatschappelijke deugdruk: zij splitsten zich af van FvD.
Dit was opmerkelijk, gezien het politieke mandaat van Van Haga, en de vele voorkeursstemmen die hij ontving, hoofdzakelijk gebaseerd waren op zijn uitgesproken kritiek op de coronamaatregelen. Verzet tegen de coronamaatregelen was hét platform waarmee Van Haga zichzelf relevant hield, nadat hij door de VVD op een zijspoor was gezet. In dit verzet was hij, – zéker in het begin van de pandemieperiode – nog veel feller en compromislozer dan Baudet. Het is dus moeilijk denkbaar dat de specifieke achterban achter die voorkeursstemmen, zo’n probleem zou zien in het aanstippen van de hypocrisie rond het herdenken van 4 en 5 mei terwijl er een beleid van medische apartheid van kracht was.
Dit laatste is relevant om aan te halen, omdat het aantoont dat maar weinigen hun rug kunnen rechthouden als de macht van het schuldgevoel, van de deugcultuur, van het moraliserende vingerwijzen, tegenover het individu wordt ingezet. Toch is dat precies wat we moeten doen, zo schrijf ik ook in
Wees Afgrondelijk (
deze video is het waard nog even te bekijken). We moeten ons eigen innerlijke stemmetje vinden, dat ons vertelt over goed en kwaad. Dat naakte, fluisterende jongetje of meisje in jezelf, dat de bron is van je morele intuïties. Daarom moeten we loskomen van de morele chantage met de Tweede Wereldoorlog. Want kijk om je heen, dan zie je een vervlakte
cultuur waarvan velen zich afvragen of deze het nu waard was om er soldaten op de stranden van Normandië voor te laten sterven.
Steun DDS op BackMe: samen pakken we het mediakartel aan. Deze steun is heel nuttig in deze zware economische tijden. Steun ons dus! Dat kan met een groter of een kleiner bedrag... en help ons het partijkartel en het mediakartel te slopen. Het afgrondelijke slaat op het individu dat onapologetisch zijn eigen oordeelsvermogen durft te volgen in deze politiek-correcte tijd. Onder de deughegemonie is het alledaagse leven zó decadent, clownesk, vervreemdend geworden, dat het individu in zichzelf de kracht moet vinden om met álles te durven breken en aan álles te durven twijfelen. ‘Autoriteiten’ (denk aan dokters in witte jassen die lockdowns opleggen, hoogleraren die betogen dat wiskunde ‘racistisch’ is en kunstbobo’s die miljoenen aan belastinggeld wegsmijten voor pindakaasvloeren) zijn voor ons geen autoriteiten meer. Hun obsessie om nazi, fascist, vrouwenhater, homofoob, racist en andere labeltjes te plakken op álles dat maar een beetje eigen denkvermogen toont, maakt ons nog slechts aan het lachen.
Dodenherdenking is nu een links-globalistisch feetje geworden – prima, wij prikken daar doorheen. Vanuit onze scheppingskracht, gevoed door onze innerlijke intuïtie, bedenken wij wel nieuwe mooie onderwerpen voor een moment van bezinning.
Steun Sid Lukkassen via BackMe:
https://sidlukkassen.backme.org en volg me op Telegram:
https://t.me/SidLukkassen