Wie videospellen speelt, is bekend met hoe een typisch laatste level eruit ziet, een eindbaaslevel. Dit is waar je de ultieme beproeving ondergaat om het spel te kunnen uitspelen. Hier breng je alles wat je geleerd hebt in de praktijk en kun je eindelijk alle wapens en voorwerpen die je hebt verzameld opgebruiken in een laatste, finale confrontatie. Voorafgaand aan die laatste slag is er meestal een zogeheten ‘restock room’ – een kamer vol ammunitie waar je alle wapens kunt volladen. Deze symbolische tocht van de held naar de slotconfrontatie, geldt op een hoger en abstracter niveau voor de huidige economie. Als je zo’n level binnenkomt, dan weet je dat de vijand je verwacht en een hindernis heeft gelegd. Intimiderende fabriekspanden doemen op in de verte, nevel hangt rond de grimmige schoorstenen. De onheilspellende sfeer die eigen is aan een apocalyptisch eindlevel, is precies de sfeer die nu over de economie hangt. Grondstofprijzen schieten omhoog, en dingen die je vroeger zou weggooien onder het mom van ‘troep’, ben je nu eerder geneigd te bewaren. De grondstoffen zijn meer waardevast dan de nominale waarde van het fiatgeld.
De snelle inflatie wijst ons op de vervangbaarheid en vluchtigheid van geld, wat doet nadenken over de waardevastheid van bezit. In een videospel speelt die vraag ook, want een enorm kostbaar wapen of voorwerp durf je misschien niet te gebruiken – je weet immers niet wat er later nog komt – en voordat je het weet heb je het beste moment ervoor gemist. En precies zo durf je misschien niet te genieten van je geld, terwijl je er later waarschijnlijk veel minder voor kunt kopen dan vandaag.
En wat is dan de boodschap die de spellenmaker met de restock room – dus de bevoorradingskamer – afgeeft? Vaak liggen er meer kogels dan het spelpersonage kan dragen. Een archiefkast, een opklaptafel die voor veldoperaties is neergezet, toortsen die macabere kamerhoekjes verlichten, standbeelden die de monumentale grootsheid van de komende confrontatie doen voorvoelen, en dan de wapenrekken en kisten vol ammunitie. Allemaal voortekenen van een grote clash zoals precies ook in onze economie gaat plaatsvinden.
De waarde van de euro keldert, staatsschulden blijken onbetaalbaar, de dollar komt in zwaar weer. Overheden proberen nog meer geld bij te drukken en tegelijk de bevolking zwaarder te belasten. Maar we vergrijzen, er is teveel bureaucratie, het overvloedige geld vloeit weg naar cryptovaluta. De arbeidsproductiviteit is niet meegegroeid met het uitgavenpatroon van de overheid. Als belastingbetalers moeten we voor onze ouderen en kwetsbaren zorgen en houden minder tijd over om te werken – onder de druk van dit alles vluchten mensen in drugs. De overheid poogt dit weer op te vangen door extra immigranten binnen te pompen, maar de sociale samenhang verdwijnt waardoor mensen nog meer ontmoedigd worden om te ondernemen. Het wordt van kwaad tot erger. Sommige landen krijgen watertekorten, andere naties komen onder Chinees beheer te staan en zullen niet meer aan ons mogen leveren. Apocalyptische
armoede hangt boven ons hoofd.
De confrontatie met die naderende armoedeval werpt ons terug op de vergelijking met de restock room. Als je al je hulpmiddelen mag gebruiken voor een laatste beproeving, dan weet je dat je die middelen nodig gaat hebben. De spellenmakers scheppen dit vanuit de gedachte dat de speler op het punt staat om ergens aan te beginnen en dan niet meer terug kan. Willem Middelkoop wees vorig jaar bijvoorbeeld al op de
prijsstijging van garens voor tapijten. De inflatie zien we eerst alleen in grondstoffen en de prijzen van huizen – want de prijzen van huizen schieten omhoog, maar je denkt toch niet dat er inhoudelijk, qua materiaal, zoveel aan die huizen is verbeterd? Nu hebben de prijsstijgingen ook het Midden Klein Bedrijf en de groothandelaren bereikt. Ik hoop dat je goed hebt geprepped – dus voorbereid bent – op wat ons staat te wachten.
Neem nu installatiebedrijven die een jaarvoorraad PVC kopen, montagebedrijven die voor twee jaar schroeven kopen. Het geld verliest snel zijn waarde en prijzen gaan door het dak. Bedrijven zijn aan het stocken en dit is inmiddels bij de eindgebruiker merkbaar.
Bedrijven leggen deze voorraden aan vanwege de prijsstijging. Een leverancier van schroeven belt een ondernemer op en zegt: “Die schroef die jij al jaren van mij afneemt is vanaf volgende week 15% duurder” (net als staal, hout, PVC, enzovoorts). Zoals gezegd zat deze prijsstijging – verbonden aan de geldontwaarding – eerst hoog in de top, bij huizen en grond. Nu echter bereikt deze via de grondstoffen en halffabricaten de producten met als eindbestemming de consument. Gemeten sinds de start van de coronacrisis is het leven met vijftien tot vijfentwintig procent duurder geworden. Dit hang er uiteraard mee samen dat de EU onder het mom van ‘coronabonds’
officieel een schuldenunie is geworden, waarvoor Rutte persoonlijk heeft getekend. (Uiteraard helpen de gekochte journalisten in de mainstream media hem nu door alle economische tegenslagen te verbinden aan de oorlog in Oekraïne.)
Gooi dus niet zomaar oude meubels of kapotte computers weg. Alles kan onverwachts waardevol zijn – neem nu iets als steigerhout. Stop wat geld in verbeteringen en uitbreidingen van je huis en probeer wat te sparen in Bitcoin en Ethereum. Doe dat nu, leg voorraden aan, en bedank dr. Sid later! Bedenk dat het onderwijs zwáár achteruit holt, dat mensen op de arbeidsmarkt incompetent en gedemotiveerd zijn (omdat sociale baantjes en hielen likken belangrijker zijn geworden dan vakkennis), en dat bevoorradingsketens onder druk staan. De kans dat je überhaupt waar kunt krijgen voor je geld, krimpt dus jaarlijks.
Het goede nieuws is echter dat de ontwaarding van het spaargeld, de middenklasse wegstuwt van de gevestigde partijen: de mainstream kartelpartijen die onze welvaart hebben vernietigd. De afbrokkelende middenklasse beweegt richting ons. Het worden economisch barre tijden, maar
politiek zijn ze vol belofte!