Bij
woke-aanvallen aan universiteiten gaat het om de wisselwerking tussen de volgende elementen:
1. De woke-ideologie,
2. De studenten,
3. Het bestuurlijk personeel,
4. Het woke-slachtoffer,
5. De collega’s van het slachtoffer,
6. De rest van de samenleving die niet in dienst is van de universiteit en vrij kan spreken.
Ad 1. Woke-ideologie. De woke-ideologie is een uit de Verenigde Staten overgewaaide sektarische en agressieve beweging die tot doel heeft de intimidatie van academisch personeel via beschuldigingen van xenofobie, islamofobie, transfobie, andere “fobieën”, antisemitisme, racisme, nazisme, fascisme.
Ad 2. Studenten. Het begin van een woke-aanval is vaak een beschuldiging, gedaan door enkele studenten, doorgaans op een online-platform, waarbij medestudenten worden gewaarschuwd voor een bepaalde docent die de gramschap van de woke-gemeenschap over zich heeft afgeroepen.
Ad 3. Bestuurlijk personeel. Hieronder kan men iedereen verstaan die in een enigszins hiërarchische relatie staat tot het beoogde woke-slachtoffer. Dat zijn afdelingsvoorzitters, beoordelingscommissies, decanen, rectores.
Ad 4. Het woke-slachtoffer. Het woke-slachtoffer is de beoogde prooi van de woke-gemeenschap. Dat gebeurt door zijn of haar (vaak zijn) reputatie te besmeuren waardoor het slachtoffer onhoudbaar wordt in zijn functie. De eis van de initiatiefnemers van een woke-aanval varieert van ontslag tot het mild verstoren van de lessen (irritant onderling kletsen, minachting uitstralen) tot het zwaar verstoren van de lessen (taart gooien, uitschelden).
Ad 5. De collega’s van het slachtoffer. Dat zijn de mensen aan dezelfde wetenschappelijke instelling, soms directe collega’s in het vak, maar vaak ook volledige buitenstaanders.
Ad 6. De rest van de samenleving. Vaak individuele twitteraars waardoor een plebisciet wordt gerealiseerd.
Het welslagen of aborteren van de woke-aanval hangt af van verschillende factoren.
Hoe diepgaand is de woke-ideologie ingedaald in de betreffende discipline? Sociale wetenschappen? Stevig verankerd natuurlijk.
Hoe agressief zijn de studenten? Hoe groot is de groep woke-soldaten? Veel en agressief? Dan staat de docent op achterstand natuurlijk.
Hoe kundig is het academisch personeel? Hebben zij een training gehad in het pareren van woke-aanvallen? Hebben zij enig natuurlijk gezag? Zijn zij bereid de belangen van hun docenten te laten meewegen in hun opstelling of gaan ze blind voor de aanvallende partij?
En natuurlijk ook: hoe weerbaar is het beoogde woke-slachtoffer? Is het een verlegen verdwaasde wetenschapper of is hij, of zij, ook streetwise en bereid en in staat van zich af te bijten?
En: vormen de collega’s enigszins een eenheid, een door solidariteitsbanden, of nog liever vriendschap, verbonden gemeenschap? Met vrienden sta je als prooi sterker natuurlijk, maar, toegegeven, een avontuur is wel dat je je vrienden gaat leren kennen. Ervaringsfeit: je gaat vrienden verliezen, maar je krijgt er ook vrienden bij.
Op basis van Geerten Waling’s
artikel in
Elsevier over de woke-aanval op sociaal-wetenschapper Laurens Buijs (UvA) durf ik enigszins voorzichtig te concluderen dat het gesternte voor hem gunstig lijkt.
De zonde van Buijs
Wat had hij gedaan? De zonde van Buijs is dat hij, in de woorden van Waling, “durfde te twijfelen aan het bestaan van ‘non-binariteit’”. De gewraakte opvatting van Buijs is: “Er is solide bewijs voor het bestaan van mannelijke vrouwen, vrouwelijke mannen en transgenders. Maar het emanciperen van een minderheidsgroep die zich geheel buiten de ‘gender binary’ begeeft, is in mijn ogen een gevaarlijk en pseudowetenschappelijk dwaalspoor.”
U zult wellicht niet direct begrijpen waarom dit een omstreden opvatting is. Maar dat is een kwestie van leeftijd. U hebt, net als de meeste universiteitsbestuurders of academici van de oude stempel (minister Dijkgraaf), nog geen idee van de liters bloed die uit zo’n standpunt vloeien. Wokies brengt zo’n standpunt tot uitzinnige razernij. Die razernij wordt niet getemperd door het feit dat Buijs hun vragen met redelijke argumenten kan beantwoorden. Nee, die razernij wordt juist groter wanneer zij merken dat Buijs ook nog sterke argumenten heeft voor zijn beweringen. Juist dát maakt hem zo irritant: dat hij geen “meningen” de wereld in slingert (zoals zij zelf doen), maar dat hij ze een perspectief voorhoudt waartegen ze geen weerwoord hebben.
De woke-studenten zullen nu proberen de normale studenten te verenigen op iets waar zij verstand van hebben. Van gender-studies hebben ze natuurlijk geen verstand. Althans niet zoveel als Buijs. Dat is geen diskwalificatie van die studenten, want docenten hebben nu eenmaal meer kennis van het onderwerp dan studenten. Daarom noemen we de mensen voor de klas “docenten” en de mensen in de klas “studenten”. Hoe irritant ook.
De woke-soldaten zullen daarom de aanval inzetten op iets waarvan zij denken verstand te hebben: woke-ideologie. Zij hebben geen verstand van transseksualiteit, want daar hebben ze niet voor gestudeerd, maar zij hebben wel verstand van transfobie. Althans, dat denken ze. Onzin natuurlijk, want je kan geen gedegen opvattingen hebben over een onredelijke afwijzing van transseksualiteit (transfobie) als je niet eerst kennis hebt gekregen transseksualiteit. En die kennis kunnen zij alleen maar verwerven door goed naar hun docent te luisteren. Maar dat kunnen ze nu juist niet, want die docent kan je niet geloven. Hij is immers “transfoob” en daarmee niet te vertrouwen. Een patstelling, kortom.
Wat nu de casus van Buijs, net als die van elk ander mogelijk woke-slachtoffer, precair maakt is dat ook het academisch personeel (de decanen, rectores, etc.) geen kennis heeft van transseksualiteit. Waarom zou de decaan meer weten over transseksualiteit dan Buijs die dat al jarenlang tot serieus voorwerp van studie heeft gemaakt? Waarom zouden zijn collega’s daarvan iets weten? Of maar de bereidheid hebben zich daarin minimaal te verdiepen?
Een potentieel woke-slachtoffer loopt een risico dat ik als volgt zou willen typeren. Het academisch leidinggevend personeel kan de kaart trekken van een kennelijk ontstaan conflict tussen “de” studenten (eraan voorbij gaand dat het slechts om enkele heethoofden gaat, soms zelfs 1) en de docent. De betreffende student kan de decaan niet naar cursus sturen, maar de docent wel, denkt de decaan. Dus waarom niet een “verbeteringstraject” decreteren? Jordan Peterson kreeg laatst ook zoiets opgelegd. Althans gesuggereerd.
De buffel in de kudde
Nu van de decaan naar de collega’s. De houding van veel collega’s van de woke-prooi is het probleem van de individuele buffel in de kudde. Ik kijk de laatste tijd naar die filmpjes op YouTube van safari-gangers die een variant zijn op het toekijken bij publieke executies ten tijde van Shakespeare. Volksvermaak, in vroeger eeuwen: iemand wordt “drawn hanged quarterd”. Hij wordt op de brandstapel gezet. Zijn handen worden eraf gehakt, zoals bij de man schrijver die iets onwelgevalligs schreef over Koningin Elizabeth I.
In de mensenwereld is dit soort leedvermaak niet meer publiekelijk te genieten. Maar in de dierenwereld is het aan de orde van de dag. Je kunt dus op safari gaan en dan vanuit zo’n busje, met gids met geweer, bezien hoe leeuwen een buffel uit elkaar trekken. Die moet overigens eerst gevangen worden en dat brengt ons op de relevantie van de YouTube filmpjes voor de woke-aanvallen.
De kudde buffels zet het op een lopen en de leeuwen gaan hangen in één specifiek exemplaar. Welke redelijke grond heeft de gehele kudde buffels om zich tegen de leeuwen te keren wanneer slechts één exemplaar in gevaar is? De kudde heeft twee opties. Zij kunnen doorlopen en “offeren” daarmee het individu. Maar ze kunnen zich ook als kudde tegen de leeuwen keren. Ook daarvan zijn voorbeelden te vinden op YouTube. Soms met spectaculaire resultaten. De leeuwen druipen af.
De woke-prooi moet, om te overleven, de academische kudde overtuigen dat het in hun aller belang is dat de kudde solidariteit vertoont. Maar de contra-argumenten van de kudde zijn sterk. “Als jij wordt opgeofferd zijn de leeuwen weer even bevredigd”. Zo is het ook met de woke-slachtoffers. De collega’s zijn even niet thuis als de wokies op rooftocht zijn. Wat weten die collega’s tenslotte van transseksualiteit? Misschien was Buijs ook wel te onvoorzichtig? Is Buijs wel zo aardig? Waarom zou ik zijn strijd tot de mijne maken? Ik zorg wel dat ik zelf tussen de lijntjes blijf kleuren. Ik ben neutraal. Ik heb zelf nooit problemen met studenten.
De argumenten voor de kudde om door te blijven hollen en de ene buffel achter zich te laten zijn legio.
Uit een paradigmatische casus aan
Hamline university blijkt echter dat door interventie van het zesde element (individuele twitteraars en support via wat vroeger een “handtekeningenactie” heette) het potentieel woke-slachtoffer totaal heeft gezegevierd. Heer, laat Laurens Buijs zegevieren. Red de universiteit.
Paul Cliteur is de schrijver van Tegen de decadentie: de democratische rechtsstaat in verval (2004): https://ap.lc/Ocm0V