Lieve help, wéér een stukje over die kwestie? Dat hebben we nu toch wel gehad?
Nou, het is toch belangrijker dan je zou denken. Niet het begin van de affaire, maar wat dit aan het rollen heeft gebracht. En wat, als gevolg van dat “rollen”, duidelijk is geworden.
Johan Derksen zei, zoals bekend, op de televisie dat Baudet moest worden geliquideerd. En net als met de kaars moest hij dat natuurlijk meteen terugtrekken. Dat doet hij ook. Maar bij dat terugtrekken maakt hij een tweede fout. Hij zegt dat “liquideren” verschillende betekenissen kan hebben en de betekenis die hij voor ogen had was: Baudet moet “weggestuurd worden”. Weg uit de Tweede Kamer.
Dat woorden verschillende betekenissen kunnen hebben, is natuurlijk duidelijk. Maar dat als je het over een persoon hebt en je zegt dat die persoon moet worden “geliquideerd” dan kan dat, naar normaal spraakgebruik, niet betekenen dat die persoon moet worden “weggestuurd”.
Dan komt Merel Ek in het verhaal. Wat wilde zij? Zij wilde
Gideon van Meijeren in de val lokken met de opmerking dat zij in Van Dale had gelezen dat liquideren ook “wegsturen” kan betekenen. Daarmee loog Ek. Ik gebruik het woord “liegen” en niet “een fout maken”, omdat zij heel expliciet zei dat zij het woord “liquideren” in Van Dale had opgezocht en dat daar stond dat het ook kan betekenen “wegsturen”.
Of kunnen we toch nog twijfelen over haar integriteit? Zou het kunnen dat zij inderdaad in Van Dale heeft gekeken, daar niet vond dat liquideren ook “wegsturen” kan betekenen, maar dat zij later dacht dit toch te hebben gelezen? Kortom, zij herinnerde zich niet meer wat zij had gelezen?
Dat is, lijkt mij, gezien de hele context waarin die bewering werd gedaan, heel onwaarschijnlijk. Vandaar dat ik spreek van “liegen”.
Tot zover hebben we alleen nog maar een verbale hooligan als Derksen en een relatief onervaren journaliste die liegt om daarmee te scoren met het onderuit halen van een politicus van een partij die bij al haar collega’s zeer impopulair is.
Met enige goede wil kan je zeggen: “Dat is niet fraai, maar vergeeflijk”. Het is begrijpelijk dat een beginnend journalist voor die verleiding bezwijkt. We weten, dankzij deze affaire, dat die journalisten op een gangetje in het Kamergebouw zijn ondergebracht. Ek zou zich enorm populair hebben gemaakt in dat gangetje. Het zou een booster hebben betekend voor haar carrière. Dat zij voor die verleiding is bezweken is bepaald niet chic maar ook geen doodzonde.
Maar Van Meijeren doet een tegenzet en als gevolg daarvan zijn we heel wat te weten gekomen.
Hij confronteert haar door haar, onaangekondigd, op te zoeken bij haar eigen kamer in het gebouw van de Tweede Kamer, heel netjes op de deur kloppend overigens, waarbij hij zegt dat Van Dale helemaal niet de betekenis kent van liquideren als “wegsturen”.
Pas dan ontpopt zich een nog veel belangrijker serie van gebeurtenissen. Veel belangrijker dan de leugen van Ek. Men zou verwachten dat de Nederlandse Juristenvereniging, Ek’s werkgever Hart van Nederland, Ek zelf, gewoon zouden hebben gezegd: “Ja, Ek heeft gelogen”. Of: “ja, het was een weinig chique actie om het Kamerlid met een leugen te proberen te misleiden”. Maar dat gebeurde dus niet. De collega’s van Ek trekken collectief partij voor Ek. Immers Van Meijeren had haar “belaagd”. Zij zou zijn “geïntimideerd” door het Kamerlid dat haar bezocht met draaiende camera. Van Meijeren zou niet “de pers” hebben mogen “aanvallen”. Van Meijeren had haar niet als “rioolrat” mogen aanduiden. Kortom, alles werd in het werk gesteld om de aandacht af te leiden van waar de hele zaak om begonnen was, namelijk dat een parlementaire journalist betrapt is op een aperte leugen. Kennelijk is de gehele parlementaire pers bereid dat te vergoelijken. Liegen is dus geen probleem.
Daarmee bracht Van Meijeren (en eigenlijk ook Ek) iets aan het licht dat vele malen ernstiger was dan wat wij hadden kunnen vermoeden. Hij beschuldigde niet de gehele pers van een vergaand gebrek aan integriteit, zij maakten dat zelf duidelijk. Zij maakten dat duidelijk door hun bereidheid partij te kiezen voor de leugenaar.
Dit is de eerste grote les die we leren uit de affaire Ek: journalisten achten liegen geoorloofd als dat dienstig is aan het bestrijden van wat zij zien als de vijand: de politieke oppositie. Niet de politieke macht, maar de politieke oppositie. Althans het impopulaire deel van de politieke oppositie, de oppositie ter rechterzijde.
Maar de gang van zaken bracht nog een tweede punt aan het licht. Dat heeft te maken met de reactie van het kabinet. De normale situatie is natuurlijk dat de parlementaire pers tot taak heeft de regerende macht te controleren. De taak van de parlementaire pers lijkt daarmee enigszins op de taak van die van een Kamerlid. Maar hier zagen we dat leden van het kabinet, de premier voorop, allemaal verklaarden geheel achter Ek te staan. De leden van het kabinet hadden kennis kunnen nemen van de leugen van Ek. Het was voor hen ook duidelijk dat het een leugen was. Maar toch spreken zij niet schande van degene die de leugen had gesproken, maar van degene die de leugen als leugen had ontmaskerd. Daarmee “viel” niet alleen de parlementaire pers, maar ook het kabinet zelf. Een overduidelijke leugen is geen probleem als daarmee het belang wordt gediend van de regerende coalitie. Kabinet en parlementaire pers werken gezamenlijk in de strijd tegen de politieke oppositie.
De liquidatieoproep van Derksen en het gelieg van Merel Ek hebben dus iets onthuld over kabinet én de parlementaire pers.
Dit is een democratische rechtsstaat in verval.
Paul Cliteur is de schrijver van Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders (2016): https://ap.lc/VxEx5