Over demografische verandering worden teksten gemeden of de
termen ‘xenofobie’, discriminatie en racisme liggen op de loer. In 2019
publiceerde ik het boek ‘Schaft ook Nederland zich af?’. Ik had er twee jaar
aan gewerkt. Het boek bestaat uit ruim 300 pagina’s analyse, mudvol data,
grafieken en tabellen die er toe doen. De trends die toen al zonneklaar waren,
hebben zich sindsdien versterkt voortgezet. In het boek zitten ook interviews met de Amerikaanse
psycholoog Paul Bloom, psychiater Esther van Fenema, de Duitse
hervormingsgezinde moslim Bassam Tibi, historicus Piet Emmer en statisticus Jan
van de Beek. De data heb ik kunnen verzamelen met dank aan dr Roel Jennissen
van de WRR. Het boek kwam uit na het WRR rapport ‘De nieuwe
verscheidenheid’, waarop van linkse zijde kritiek kwam (‘xenofoob
rapport’ of soortgelijke intenties). ‘Schaft ook Nederland zich af’, is een
superinteressant en belangrijk boek, al zeg ik het zelf. Wie schetst mijn
verbazing dat ik er geen uitgever voor kon vinden. Ik heb het toen zelf maar
gedaan via Brave New Books. Ook de uitgeversbranche in Nederland vrijwel geheel
links op een luttel aantal na. Onthullende data worden door links niet op prijs
gesteld… Hieronder volgt een klein stukje over demografische vervanging uit het
boek.
Nederland is al sinds 1946 een netto immigratieland.
Opvallend is dat zo veel artikelen over de ontwikkeling van de Nederlandse
bevolking de immigratie betreffen en in (veel) mindere mate de emigratie.
Demografen hekelen de wijze waarop zelfbenoemde experts immigratie en emigratie
behandelen. Ze zouden de publieke aandacht kapen. Feiten worden verdraaid en
moedwillig verkeerd uitgelegd. De ‘echte’ experts worden onvoldoende gehoord.
De vruchtbaarheid van autochtone Nederlanders (TFR Nederlandse achtergrond), is
lager dan die van Turken en Marokkanen. Marokkaanse Nederlanders hebben een
beduidend hogere vruchtbaarheidscijfer dan Turkse Nederlanders. Opvallend is
dat tot 2011 de TFR van Turkse Nederlanders nog onder autochtonen lag, maar
daarna erboven. De totale groep personen met een andere migratieachtergrond,
ongeacht hun land van herkomst, zit iets boven het niveau van Nederlanders qua
vruchtbaarheid. Autochtone Nederlandse bevolking krimpt en wordt vervangen door
de groep met de hoogste vruchtbaarheidscijfers in Nederland, Marokkaanse
Nederlanders, gevolgd door Turkse Nederlanders. Het WRR rapport “De nieuwe
verscheidenheid...” : “het aandeel in de Nederlandse bevolking van elk
van de drie hier onderscheiden groepen van personen met een migratieachtergrond
een stijgende trend vertoont. Het percentage personen met een Nederlandse
achtergrond neemt dus af en zal dat volgens het CBS nog ten minste tot ver in
de 21e eeuw blijven doen. Het aandeel van de grote vier klassieke
niet-westerse herkomstgroepen zal tot halverwege deze eeuw nog wel wat
toenemen, maar de groei lijkt eruit. Het aandeel van de zeer diverse groep van
personen met een overige niet-westerse achtergrond is het sterkst toegenomen in
de afgelopen 20 jaar en zal volgens het CBS het sterkst blijven toenemen. Vanaf
het midden van de jaren veertig van deze eeuw zal het aandeel van deze groep in
de bevolking groter zijn dan dat van de grote ‘klassieke’ vier. De groep
personen met een westerse migratieachtergrond is ook diverser geworden. Het
aandeel Duitsers, Belgen en personen met een Indonesische/Nederlands-Indische
achtergrond is de afgelopen jaren behoorlijk gedaald, terwijl het aandeel van
Polen, Bulgaren en andere burgers van EU-lidstaten sterk is gestegen. Deze
ontwikkeling zal naar alle waarschijnlijkheid nog een tijd voortduren. Kortom,
deze cijfers wijzen ook voor de toekomst in de richting van een toenemend
aandeel van personen met een migratieachtergrond onder de Nederlandse bevolking
en bovendien op een toenemende diversiteit binnen deze groep zelf.”
Het
vruchtbaarheidscijfer 2,2 van Marokkanen ligt fors boven het Nederlandse cijfer
1,79, van Turken op 2,1. De vraag is vervolgens of de derde generatie dezelfde
ratio’s hebben. Dat zullen we niet weten want zij zijn als ‘Nederlanders’
geregistreerd en kunnen het totale vruchtbaarheidscijfer van Nederlanders met
een onbekend percentage ophogen, echter niet te verifiëren. Het
vruchtbaarheidscijfer van autochtone Nederlanders, zonder de derde generaties,
ligt wellicht onder 1,7. Dat betekent dat de verdringing sneller gaat dan
statistisch zou blijken. Helaas wordt geen gedetailleerd zicht geboden op deze
percentages. Dr Roel Jennissen (WRR): “Het klopt dat de derde generatie
(daar zouden we best over kunnen spreken gezien de hoge mate van homogamie
onder Turken en Marokkanen) tot de ‘Nederlanders’ wordt gerekend. Mede daardoor
is de groei in het aandeel in de Nederlandse bevolking eruit. Let wel, in
absolute zin nemen zij wel nog tot zeker 2060 toe. Echter de groei onder de
overige personen met een migratieachtergrond is zo sterk, dat hun aandeel in de
bevolking na 2030 nauwelijks meer toeneemt.” Er is sprake van 'crowding
out’, verdringing van Nederlanders, conform de WRR constateert.
Volgens de conservatie CBS
definitie van allochtoon zijn de vijf grootste herkomstgroepen de voormalige
West-Indische koloniën (497.588 personen), Turkije (396.555 personen), de
Duitstalige landen (392.431 personen), Marokko (380.755 personen), Midden- en
Oost- Europa (379.495 personen) en Indonesië/voormalig Nederlands-Indië
(369.677personen). De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, WRR:
“De derde en vierde generatie wordt hier hoe dan ook (ongeacht het aantal
niet-Nederlandse grootouders) tot de Nederlanders gerekend. Dit is de officiële
CBS-definitie waar alle overheidsinstellingen mee werken.” (deze groepen
noemen zich ook in de derde generatie nog steeds Marokkaan, Turk of
Surinamer).. Roel Jennissen (WRR) meldt voor het jaar 2016 21,7% migranten op
een Nederlandse bevolking van rond 17,2 miljoen, dat is 3,7 mln zielen. Als we
de derde generatie ook toerekenen tot ‘allochtoon’ dan is de demografische
vervanging uiteraard groter. WRR rapport "De nieuwe
verscheidenheid..." meldt dat de diversiteit en tweespalt de laatste
25 jaar enorm is toegenomen en wordt de laatste jaren niet langer vooral
gekenmerkt door de binnenkomst van Turken, Marokkanen en Surinamers en
Indonesiërs, maar vooral door personen uit het Oostblok. Het percentage
autochtone Nederlanders daalt. De sociale cohesie is onder druk gekomen volgens
WRR.
Het is voor beleidsmakers van
belang om van hieruit een toekomstprojectie te kunnen maken. De vraag dringt
zich dan op hoe voortvarend de genoemde verdringing gaat en hoe die er uitziet,
mede uitgaande van cijfers van vruchtbaarheid, emigratie en immigratie.
Vruchtbaarheidscijfers zijn bekend, het migratiesaldo is de variabele. Stel dat
we het immigratiesaldo op nul zetten, hoe gaan de percentages er dan uitzien?
En hoe rap gaat het Nederlandse autochtone percentage omlaag? De vragen kunnen
helaas niet afdoende beantwoord worden omdat behalve de immigratie ook de
omvang en samenstelling van de emigratie van belang is. Nauwkeurige projecties
zijn lastig te geven, maar de bestaande data tonen een trendmatige daling van
het aandeel ‘oorspronkelijk’ autochtonen in de totale bevolking.
Frits Bosch is econoom en socioloog. Hij is tevens auteur van “Risico als obsessie”, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite”, “Schaft ook Nederland zich af?” en “Feminisme op de werkvloer”. Zijn meest recente boek is Kafkaistan.