Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam heeft zich weer eens ontpopt als voorvechter van wereldvreemde symboolpolitiek. In een recente brandbrief aan het kabinet pleitte ze voor een landelijk verbod op cryptobetalingen, waaronder bitcoin, omdat deze “de maatschappij zouden ontwrichten” en criminaliteit zouden faciliteren. Dit voorstel is niet alleen onrealistisch en hypocriet, maar getuigt ook van een fundamenteel gebrek aan begrip van zowel criminaliteit als de technologische en geopolitieke realiteit van bitcoin.
Halsema lijkt te denken dat criminaliteit stopt als bitcoin verboden wordt. Dit is uiteraard een naïeve illusie. Criminelen betalen elkaar al eeuwenlang met contant geld, edelmetalen, kunstwerken en vastgoed. Cash wordt nog steeds massaal gebruikt voor drugshandel, afpersing en belastingontduiking. Gaat Halsema nu ook pleiten voor een algeheel verbod op eurobiljetten? Moeten goud, zilver en dure horloges in Amsterdam voortaan bij wet verboden worden?
Als het doel echt is om financiële criminaliteit te bestrijden, zou ze haar pijlen beter kunnen richten op de grote banken die keer op keer betrapt worden op miljardenfraude en witwaspraktijken. ING, Deutsche Bank en andere financiële reuzen hebben hun strafbladen volstaan met schandalen, maar toch lijkt Halsema zich te fixeren op een innovatief digitaal betaalmiddel dat juist veel transparanter is dan cash.
Een van de meest ironische aspecten van Halsema’s kruistocht tegen bitcoin is dat ze blijkbaar niet beseft dat transacties op de bitcoin-blockchain openbaar en permanent vastgelegd zijn. Opsporingsdiensten over de hele wereld maken gebruik van blockchain-analyse om verdachte geldstromen te traceren en criminele netwerken op te rollen. In tegenstelling tot cash – dat volledig anoniem en niet-traceerbaar is – biedt bitcoin een digitaal spoor dat door wetshandhavers effectief gebruikt kan worden.
Als Halsema echt zou begrijpen hoe bitcoin werkt, zou ze juist moeten pleiten voor meer regulering en monitoring van blockchain-transacties, in plaats van een verbod dat criminelen simpelweg richting moeilijker te traceren alternatieven zoals privacy coins (Monero) of illegale offshore bankrekeningen duwt.
Naast het feit dat haar voorstel niets oplost, getuigt het ook van een totaal gebrek aan visie. Terwijl landen als de Verenigde Staten, Duitsland en zelfs El Salvador bitcoin erkennen als een innovatieve financiële technologie, wil Amsterdam – ooit een vooruitstrevende handels- en innovatiestad – terug naar een ouderwetse, repressieve reflex: “We begrijpen het niet, dus we verbieden het.”
Cryptotechnologie biedt juist kansen:
• Financiële inclusie voor miljoenen mensen wereldwijd zonder bankrekening.
• Efficiënte en snelle transacties zonder tussenkomst van dure en trage banken.
• Decentraal en onafhankelijk geld dat niet onder controle van de staat valt, en dus niet zomaar bijgedrukt of gemanipuleerd kan worden.
Door bitcoin en andere cryptobetalingen te verbieden, zou Nederland zichzelf isoleren van een wereldwijde financiële revolutie en zichzelf op achterstand zetten in de technologische vooruitgang. Dit voorstel van Halsema is niet alleen zinloos, maar zou Amsterdam economisch en innovatief ernstig schaden.
Wat misschien nog wel het meest schrijnend is, is dat Halsema niet lijkt te beseffen dat bitcoin inmiddels een integraal onderdeel is geworden van de wereldwijde geopolitieke en monetaire machtsstructuren. De Verenigde Staten hebben bitcoin recentelijk toegevoegd aan hun Strategic Reserve Currency’s, waarmee het naast de dollar, goud en staatsobligaties een erkend strategisch bezit is geworden. Dit is een enorme erkenning van de rol die bitcoin speelt in het toekomstige financiële systeem.
Door bitcoin te willen verbieden, bewijst Halsema niet alleen dat ze de technologische realiteit niet begrijpt, maar ook dat ze volledig blind is voor de geopolitieke implicaties. Terwijl wereldmachten bitcoin strategisch omarmen als een hedge tegen inflatie en monetaire instabiliteit, denkt Halsema dat ze met een lokaal verbod de klok kan terugdraaien. Dit is niets minder dan bestuurlijke incompetentie.
Halsema’s kruistocht tegen bitcoin is een perfect voorbeeld van politieke symboolpolitiek zonder realiteitszin. Als ze werkelijk criminaliteit wil bestrijden, zou ze zich beter kunnen richten op de miljardenfraude in de bancaire sector of de anonieme contante geldstromen in de onderwereld.
(Artikel gaat verder onder deze oproep) De week van de Lentekriebels staat weer op het punt van beginnen. En dat is zorgwekkend. Lentekriebels is namelijk niets meer of minder dan de seksualisering van onze jeugd. Onze vrienden van Gezin in Gevaar verzetten zich hiertegen. Met kracht. Bestel nu GRATIS hun Zwartboek Lentekriebels om te ontdekken waar die walgelijke Rutgers-week echt over gaat - en kom in verzet!
Bitcoin is een technologische revolutie die transparantie, innovatie en financiële vrijheid brengt. Het is niet bitcoin dat de maatschappij ontwricht, maar de kortzichtige, ideologisch gedreven bestuurders die weigeren mee te gaan met de tijd. Terwijl de VS bitcoin erkent als strategisch reserve-activum, denkt Halsema dat ze met een verbod iets zal bereiken. In werkelijkheid plaatst ze zichzelf en Amsterdam buiten de economische realiteit en in de geschiedenisboeken als een bestuurder die op het verkeerde moment de verkeerde keuzes maakte.
Dr. Gert Jan Mulder