Er zijn weinig politieke stromingen die zo principieel, zo consistent, en zo doordacht zijn als het libertarisme. En toch begrijpen de meeste mensen het niet. They can’t get their head around it, zoals de Engelsen zeggen – ze kunnen het zich eenvoudigweg niet voorstellen. Waarom? Omdat het libertarisme haaks staat op alles wat we zijn gaan zien als ‘normaal’. Overheid is normaal. Overheidsinterventie, bemoeienis, regulering, belastingen – het hoort er allemaal bij, toch? En het idee dat je een samenleving kunt hebben zonder al die inmenging voelt voor velen als een sprong in het diepe. Maar is het werkelijk zo onvoorstelbaar? Het fundament: het niet-agressieprincipe
Het centrale principe van het libertarisme is even simpel als krachtig: het Non-Aggression Principle (NAP), oftewel het niet-agressieprincipe. Vrij vertaald: gebruik nooit geweld of dwang tegen anderen, tenzij in zelfverdediging. Of nog bondiger: doe een ander geen kwaad. Het is het heilige uitgangspunt van het libertarisme, het fundament waarop de hele filosofie rust. Geen geweld, geen dwang, geen bemoeienis met het leven, het lichaam of het eigendom van een ander.
Ron Paul: moreel kompas van het libertarisme
Ron Paul, de Amerikaanse arts en politicus, heeft zijn hele carrière gewijd aan het uitdragen van dit principe. Principieel en consequent stond hij altijd op het standpunt dat de Verenigde Staten zich nergens en nooit militair moest mengen in de zaken van andere landen. Niet omdat hij naïef was, of wereldvreemd, maar omdat hij begreep dat elke interventie repercussies heeft. Elke interventie creëert vijanden. En, zoals Ron Paul keer op keer benadrukte: het laatste wat Amerika nodig heeft, zijn vijanden. Mind your own business, los je eigen problemen op en laat anderen met rust.
Vertrouwen in de mens, niet in de staat
Dat is de schoonheid van het libertarisme: het gaat uit van vertrouwen in de mens, van
vrijheid als hoogste goed. Niet een overheid die bepaalt wat goed voor je is, maar het individu zelf. En dat betekent ook een overheid die zich beperkt tot haar absolute kerntaken. Veiligheid, rechtspraak, en verder zo min mogelijk. Of, zoals mijn libertarische vriend Foster Gamble in zijn komende boek The Stateless Society uiteenzet: zelfs een samenleving zonder overheid is mogelijk. Een idee dat voor de meeste mensen bijna ondenkbaar is, maar dat libertariërs wel degelijk kunnen bevatten.
De tragiek van het onbegrepen ideaal
De tragiek is dat deze pure vorm van vrijheid voor velen zo ongrijpbaar is. Dat verklaart waarom presidentskandidaten als Ron Paul altijd slechts een paar procent van de stemmen kregen. De meeste mensen zijn gevangen in het idee dat er altijd een overheid moet zijn die het regelt, die stuurt, die ingrijpt. Terwijl de werkelijkheid laat zien dat hoe groter de overheid, hoe minder vrijheid, en hoe minder voorspoed.
Javier Milei: vrijheid in de praktijk
Gelukkig is er hoop. In Argentinië laat Javier Milei zien dat het anders kan. Hij is begonnen met het verkleinen van de overheid, het sluiten van ministeries, het ontslaan van overtollige ambtenaren en het terugbrengen van de overheid tot haar kerntaken. Zijn overtuiging is simpel: vrijheid is de enige weg naar voorspoed. Er is geen alternatief. Geen enkel socialistisch of communistisch experiment heeft ooit geleid tot structurele welvaart. Integendeel: ze brachten honger, armoede, oorlog, onderdrukking, en dood. Meer dan 150 miljoen mensen werden in de afgelopen eeuw vermoord onder het mom van socialisme en communisme.
Vrijheid is de enige weg vooruit
De les is helder: alleen vrijheid werkt. Vrijheid om te ondernemen, vrijheid om te denken, vrijheid om te leven zonder overheidsdwang. Dat is de schoonheid van het libertarisme. En dat verdient meer dan ooit een plek in het politieke debat.