Het ging om 'gemaskerde' vandalen.
Toen een paar gekken gisternacht een "brandend object" naar een synagoge in
Zweden gooiden hoopten ze dat de synagoge vlam zou vatten. Gelukkig faalde die poging, maar schokkend was het wel.
Nieuws over deze laffe daad ging de hele wereld over. Ook op
De Dagelijkse Standaard schreven we er al over, niet in de laatste plaats omdat linkse betweters Donald Trump er de schuld van geven. Hij zou dit soort wangedrag hebben uitgelokt met zijn aankondiging dat Amerika
Jeruzalem erkent als hoofdstad van
Israël.
Hoe dan ook,
Israëlische media hebben goed nieuws: drie verdachten zijn ondertussen aangehouden door de Zweedse politie. De wannabe terroristen droegen weliswaar maskers, maar helaas voor hen was de politie toch in staat om ze te identificeren.
Tijdens deze terreurdaad -- want dat was het -- werden 20 jongeren in de synagoge gedwongen om zich te verstoppen in een kelder. Gelukkig slaagden de daders er niet in om iemand te verwonden -- of om brand te stichten.
De joodse leider Allan Stutzinsky legt uit:
"Evenementen van de laatste dagen tussen Trump en Israël en de spanningen tussen Israël en Palestina, dat soort zaken zorgen altijd voor serieuze bedreigingen."
En dat is dus precies het probleem. Het bewijst namelijk dat heel veel mensen die zeggen "anti-Israël" of "anti-zionistisch" zijn feitelijk
antisemitisch zijn.
Joden die in Zweden wonen hebben immers helemaal
niets te maken met het beleid van Israël óf Amerika. Ze delen hetzelfde geloof als een meerderheid van de Israëliërs, maar dat is het wel. Toch worden zij verantwoordelijk gehouden voor alles wat er in Israël gebeurt. Waarom?
Omdat ze joods zijn.