Israëlische politici hebben – op zijn zachtst gezegd – afwijzend gereageerd op het commentaar van de linkse minister Wallström.
De linkse Zweede minister Wallström van Buitenlandse Zaken heeft diplomatieke
opschudding veroorzaakt door te eisen dat
Israël stopt met "buitengerechtelijke executies" van terroristen. Met haar commentaar refereerde ze aan de terreurgolf die momenteel in Israël woedt. Elke week worden er meerdere aanslagen gepleegd door Palestijnse terroristen op Israëlische burgers en soldaten.
De aanslagen worden meestal gepleegd met messen, of door met auto's expres op Israëli's in te rijden. Doorgaans grijpt het leger op tijd in, en worden de aanslagplegers nog tijdens hun aanslag onschadelijk gemaakt. Dat was ook het geval met Nashat Melhem, die op Nieuwjaarsdag twee mensen doodschoot tijdens een aanslag in Tel Aviv. Op 8 januari werd de terrorist door de politie ontdekt, en in de schietpartij die daarop volgde kwam hij om het leven.
Volgens de Zweedse minister Wallström is dat dus onacceptabel. Hoe Israël terroristen dán moet behandelen, is onduidelijk. Maar het is in ieder geval uitgesloten dat terroristen tijdens hun aanslag worden neergeschoten, en daarbij om het leven komen. Dat bestempelt Wallström als "executies", en ze eist dat Israël ermee ophoudt.
Israëlische politici hadden weinig goede woorden over voor het commentaar van de Zweedse minister. Oppositieleider Herzog:
"Interessant dat Zweden niet net zo reageerde toen de politie van Parijs de terroristen daar doodde", verwijzend naar de ISIS-aanslagen in Frankrijk op 13 november. "En hoe zou Zweden reageren als terroristen daar aanslagen plegen? Zullen ze hen dan ook een schouderklopje geven, omdat ze een moeilijke jeugd hadden?"
Avigdor Lieberman, een rechtse oppositiepoliticus, had een nog fellere reactie:
"Het enige dat de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken nog niet heeft gedaan, is zichzelf daadwerkelijk aansluiten bij de Palestijnse terroristen en Joden neersteken. Gezien haar gedrag tot nu toe, moeten we hopen dat dat niet zal gebeuren."
De relatie tussen
Zweden en Israël staat al langer op een laag pitje, zeker nadat Zweden vorig jaar een Palestijnse staat erkende. De meeste Westerse landen vinden dat een Palestijnse staat het resultaat moet zijn van onderhandelingen met Israël, maar wat Zweden betreft is zo'n staat nu al een symbolische realiteit, ondanks het feit dat er al acht jaar lang geen verkiezingen zijn geweest in de Palestijnse Autoriteit, en dat het Palestijnse leiderschap herhaaldelijk oproept tot geweld.
Na de aanslagen in Parijs waarbij 130 mensen om het leven kwamen, gaf Wallström Israël ook al de schuld. Volgens haar waren de aanvallers tot hun daad overgegaan uit frustratie over de situatie van moslims in het Midden-Oosten, met name in Israël.
In Israël, waar ze al tientallen jaren ervaring hebben met terroristische aanslagen, kunnen ze weinig met de naïviteit van mensen als Wallström. De ervaring leert dat terroristen hard moeten worden bestreden. Nu aanslagen ook in Europa steeds vaker voorkomen, is het te hopen dat Europese politici dit ook gaan begrijpen. Europese landen zouden juist moeten leren van Israëls aanpak tegen
terrorisme, in plaats van deze te veroordelen.