Omdat zijn partij, vanwege de notulen van de toeslagenaffaire én de kwestie Pieter Omtzigt, in zwaar weer verkeert, moet CDA-leider Wopke Hoekstra alle zeilen bijzetten. Zo gaf de partij gisteravond opeens te kennen dat ze er een voorstander van waren om de toeslagen-notulen openbaar te maken. Vandaag komen ze daar alweer gedeeltelijk op terug. Hoekstra wil namelijk alleen dat "de notulen die relevant zijn" worden gepubliceerd.
Het leek er even op dat het CDA openheid van zaken wilde geven over wat er allemaal is besproken rondom de toeslagenaffaire en over CDA-kopstuk Pieter Omtzigt. Schoorvoetend schaarde Mark Rutte (VVD), Sigrid Kaag (D66) en Wopke Hoekstra (CDA) zich achter een meerderheid van de Tweede Kamer om de beruchte stukken te publiceren.
De welwillendheid van het CDA lijkt echter van korte duur, want vlak nadat Rutte bekendmaakte om de toeslagen-notulen aanstaande maandag te openbaren, komt Hoekstra weliswaar met een statement waarin hij aangeeft "het vertrouwen tussen de overheid en de burger" te willen "versterken".
Daarna vervolgt Hoekstra zijn betoog (hier helemaal terug te lezen op de website van het CDA):
"Alles afwegend vind ik dat in dit geval de voor het Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) dossier relevante notulen, inclusief de zogenaamde p-notulen (persoonlijke notulen), openbaar gemaakt moeten worden. Ik heb in januari al aangegeven voorstander te zijn van openbaarmaking, en dat vandaag herhaald. Daarmee wordt duidelijk wat er is besproken, en in welke context wie wat heeft gezegd."
Hoekstra is dus -naar eigen zeggen- een voorstander van openbaarmaking van de notulen en heeft dat "naar eigen zeggen vandaag herhaald". Het moet volgens Hoekstra duidelijk worden "wat er is besproken en in welke context wie wat heeft gezegd".
In de kop boven het artikel wordt duidelijk dat de focus wat het CDA betreft wel alleen moet liggen op de notulen die volgens Hóekstra “relevant zijn” voor de Toeslagenaffaire.
Critici zullen daarop antwoorden dat wat wel en niet relevant is bepaald moet worden door de Kamerleden, en dat er dus niet een voorselectie gemaakt moet worden door het kabinet.