"Het domste wat je kan doen in een tijd van economische crisis is de grenzen openzetten."
Aldus Geert Wilders gisteravond in Pownews. De PVV-leider sprak zich uit tegen de instroom van Oost-Europese arbeiders die zouden kunnen concurreren ten koste van Nederlandse werknemers. De laatsten verwachten immers een hoger loon. Het is voor werkgevers aantrekkelijk goedkope Oost-Europese arbeidskrachten in dienst te nemen.
Wat dat betreft deelt Wilders de opvatting van de SP. Het is immers een socialistische opvatting en dat van een zogenaamd rechtse politicus!
De idee dat immigranten banen stelen is kortzichtig en gegrond in een ouderwets begrip van de economie: dat wat de een verdient ten koste gaat van een ander. Terwijl een van de belangrijkste inzichten van de economische wetenschap juist is dat er waarde en welvaart kan worden gecreëerd. Als de economie werkte zoals Wilders en de socialisten het zien, zou er constant met geld worden geschoven, maar nooit groei zijn.
Groei komt onder meer voort uit een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Als werknemers binnen hetzelfde aantal uren en tegen hetzelfde loon meer werk verrichten, is dat winst voor de werkgever. Die winst kan weer in het bedrijf worden gestoken, wat mogelijk banen oplevert.
Immigratie heeft een positief effect op de arbeidsproductiviteit. Hooggeschoolde migranten komen naar Nederland om werk te doen waar in ons land meer vraag naar is dan aanbod. Bedrijven zouden wereldwijd achterblijven wanneer zij die vacatures niet met buitenlanders kunnen vullen. Die migratiestroom stuit ook op weinig weerzin. Het zijn de laag- en ongeschoolde migranten die onrust veroorzaken, maar juist die migranten nemen banen over die de capaciteiten van autochtone werknemers niet volledig benutten.
Toegeven, dat is een algemene waarheid. Niet iedere bollenpeller en vrachtwagenchauffeur zal een andere baan kunnen vinden, maar de meesten doen dat wel. Belangrijker: hun kinderen slagen daar bijna zeker in. Doordat immigranten bereid zijn laaggeschoolde arbeid te verrichten, kunnen Nederlandse kinderen worden opgeleid om werk te doen dat meer vaardigheden vereist. Daardoor kunnen bedrijven op hun beurt innoveren, stijgt de arbeidsproductiviteit en dus de welvaart.
Het is economisch dan ook onverstandig de immigratie aan banden te leggen. Immigranten leveren de economie meer op dan ze kosten. Het is, juist in een tijd van economische tegenspoed, eerder dom immigranten te weren dan ze binnen te halen.
Echter, niet alles draait om de economie. Immigratie is namelijk ook van invloed op de cultuur en samenleving en wat dat betreft zijn de gevolgen niet altijd even rooskleurig. Zoals ik
enkele maanden geleden schreef:
Als de Nederlanders steeds meer van elkaar verschillen, wordt de cultuur minder homogeen en is er steeds minder dat de Nederlanders bindt. Als Nederlanders verschillende talen spreken, verschillende geloven aanhangen, naar verschillende scholen gaan en in verschillende wijken wonen leven zij niet samen, maar naast elkaar. De 'multiculturele' samenleving is daarom geen samenleving. [...] Als we, vanuit een wens tolerant te zijn, elke andere opvatting en elke andere manier van leven als 'Nederlands' accepteren, dan verliest het Nederlands zijn op den duur elke waarde.
Dat moeten we niet willen. Nederland is een van de meest vreedzame en welvarende landen ter wereld. Er zijn weinig andere volkeren die zo'n hoge levensstandaard hebben als wij. En dat is al enkele honderden jaren het geval. We doen hier blijkbaar iets goed.
Willen we een bepaald Nederlanderschap behouden, dan moeten we de grenzen niet wagenwijd openzetten. Dat zegt ook Wilders, zij het met andere woorden, en daar heeft hij een punt. Maar wanneer hij beweert dat het ook om economische reden 'dom' is om de grenzen open te gooien, slaat hij de plank volledig mis.
