Sinds het coronavirus begin dit jaar de samenleving van Nederland (en ook de rest van de wereld) uit elkaar wist te drijven, botsen medici, het bedrijfsleven en ondernemers op elkaar. Onze zorgminister Hugo de Jonge heeft zijn keuze al vroeg laten vallen voor de gezondheidskant. De economie lijkt daardoor -vooralsnog- ten dode opgeschreven.
Ondernemers probeerden eerst nog creatief om te gaan met de coronacrisis, maar het water staat ze inmiddels aan de lippen en ze willen dan ook zo snel mogelijk terug naar het 'oude normaal', tot zover dat nog mogelijk is. De Telegraaf schrijft dat het bedrijfsleven en ondernemers met de rug tegen de muur worden neergezet tegenover de machtige zorgminister Hugo de Jonge. Daardoor lijkt er steeds minder ruimte en bewegingsvrijheid te ontstaan om een bedrijf, kroeg of winkel nog rendabel te houden.
Hugo de Jonge verwijst al deze aantijgingen naar de het rijk der fabelen en concludeert dat er volgens hem juist GEEN sprake is van een tegenstelling tussen zorg en economie:
"Dat is echt buitengewoon onjuist. Het ligt juist in elkaars verlengde. [...] Er is de laatste tijd juist heel intensief contact tussen mijn ministerie en de werkgevers."
Dat die contacten er zijn klopt. Maar meestal worden die contacten begonnen door wanhopige ondernemers (noem bijvoorbeeld een Koninklijke Horeca Nederland) en niet door de minister zelf. Want laatstgenoemde wacht liever af en gaat voornamelijk (dan weer wel op zijn initiatief) in gesprek met de zorgsector. Dat is een keuze, maar doe dan niet alsof De Jonge en ondernemend Nederland "in elkaars verlengde" liggen.
Op de geluiden dat het niet zou boteren tussen De Jonge's ministerie van Volksgezondheid en werkgeversorganisatie VNO, reageert hij alsof hij terug kruipt in zijn schulp: "Daar kan ik helemaal niks mee, sorry", aldus een uiterst inhoudelijke De Jonge.