De achtentwintigste Wereldjongerendagen zijn begonnen.
Vierhonderdduizend katholieke jongeren van over de hele wereld verzamelen zich deze dagen in Rio de Janeiro. Ze komen daarmee uit voor hun geloof en zoeken er inspiratie in. Het enige wat een toenemend deel van Nederland daarvan kan vinden, is dat alle deelnemers aan een geestelijk defect lijden.
Europa is al enige tijd een kersteningsgebied voor Christenen uit andere werelddelen. Eerst raakten we hier namelijk ontkerkelijkt, vervolgens atheïstisch en nu zijn we bezig onverdraagzame antitheïsten te worden. Religie is voor de dommen en de staat is er om weldenkende mensen te beschermen tegen al die achterlijke doctrines. In de context van de mazelenhype, waarbij een ziekte een vehikel werd om weer ouderwets te ranten tegen het religie en geloof, schreven Bart Jan Spruijt en Arnold Huijgen daar scherpzinnig over:
Religie is altijd een makkelijk doelwit. Onder het mom van al dat getheologiseer is de overheid bezig opnieuw zijn bevoegdheden op te rekken en die van de burger te verminderen.
In dit verband is het goed nog eens te herinneren aan de scheiding tussen kerk en staat. Die houdt in dat de kerk niet over de staat mag heersen en de staat niet over de kerk.
Tegenwoordig wordt deze scheiding echter steeds meer uitgelegd als de absolute scheiding van religie en het publieke domein (en allerlei aantastingen van klassieke grondrechten worden ermee gerechtvaardigd). Wie deze onjuiste definitie van de scheiding van kerk en staat hanteert - en Rutte doet dat - moet consequent zijn en zich als politicus onthouden van elk commentaar op het geloof van burgers. Immers: 'Congress shall make no law respecting an establishment of religion, or prohibiting the free exercise thereof', zoals het voorbeeldige eerste amendement op de Amerikaanse Constitutie luidt.
Of betekent de scheiding van kerk en staat in Nederland inmiddels dat de staat zich wel mag uitlaten over geloofszaken, maar dat uitspraken vanuit het geloof in het publieke domein irrelevant, of ongewenst, of zelfs ongrondwettig zijn?
We zijn niet alleen bezig geloof te verbannen uit het register van acceptabele opvattingen; we zien het uitdragen van geloof meer en meer als een diskwalificatie. Het komt ons zo onvoorstelbaar voor dat iemand wil leven naar Gods woord, dat we dat alleen maar kunnen ridiculiseren. Dit is geen gezonde spot meer.
Zo kan het gebeuren dat de meeste Nederlanders maar één verklaring hebben voor een congregatie van vierhonderdduizend gelovige jongeren: ze zijn hartstikke gek. Dat is ontzettend lui en minstens zo gek als wij die jongeren noemen. Het doet me denken aan een van de elf lessen die Robert McNamara in 'The fog of war' uit zijn leven trok. 'Be prepared to re-examine your reasoning.' Als we op het punt zijn gekomen dat we het gedrag van zo'n immense massa andersdenken alleen maar vol dédain tot 'gestoord' kunnen bombarderen, lijkt het me dat wij zelf ergens een steek hebben laten vallen.