De spanningen tussen de beide Soedans liepen afgelopen week weer op. Het Zuiden nam een kleine plaats aan de grens in die in het midden ligt van enorme olievelden. Het Noorden bombardeerde enkele olievelden aan de grens, wat het vervolgens ontkende. Onduidelijk is wie er begon, maar de vraag is helaas weinig relevant. Het conflict tussen het overwegend Arabische en islamitische noorden en zwarte en christelijke zuiden van Soedan sleept al jaren; zo'n twee eeuwen zelfs.
Zuid-Soedan riep vorig jaar de onafhankelijkheid uit waarmee het conflict had moeten worden beslecht. Ware het niet dat de twee landsdelen nalieten de grens precies vast te stellen. Net aan die grens liggen de belangrijkste olievelden. Zuid-Soedan is economisch vrijwel geheel afhankelijk van de olie-exporten. De pijpleidingen en havens liggen echter in het Noorden. Zuid-Soedan beschikt dus niet over een autonome exportcapaciteit. En daar maakt het Noorden gebruik van.
In januari confisqueerde Khartoum een lading Zuid-Soedanese olie ter compensatie voor achterstallige betalingen. Zuid-Soedan moet "huur" betalen om gebruik te mogen maken van de Noord-Soedanese pijpleidingen en havenfaciliteiten. De jongste staat ter wereld zit echter krap bij kas en van een werkelijk georganiseerde regering is, zover dat in Afrika mogelijk is, niet echt sprake.
Het Noorden heeft wel een beetje olie maar niet genoeg om te exporteren. Wat het Noorden in overvloed heeft, is wapens. Soedan was ooit een Russische bondgenoot en beschikt nog over een aardige vloot gevechtsvliegtuigen, bommenwerpers en helikopters die stammen uit de Sovjet-tijd waarmee het het Zuiden kan intimideren.
Dat lukte afgelopen vrijdag. Volgens de Noord-Soedanese dictator Omar al-Bashir was hij erin geslaagd de betwiste gebieden te "bevrijden." In werkelijkheid hadden de Zuidelijke troepen zich teruggetrokken uit angst voor een hernieuwde burgeroorlog.
Daarmee is het conflict niet voorbij. De grenssituatie blijft penibel en er moet nog altijd een oplossing komen voor de oliehandel.
Het enige land met enig belang bij de situatie is China. Dat land koopt meer dan de helft van de Soedanese olie op en kan het zich, gelet op de boycot van Iraanse exporten, moeilijk veroorloven dat de olie-inkopen teruglopen.
China is druk bezig overal in Afrika grondstoffen en landbouwgronden op te kopen en investeert flink in de infrastructuur in de landen waar het zaken doet. Het houdt zich echter verre van enige politieke bemoeienis. Landen moeten zich volgens de Chinezen niet mengen in de "interne aangelegenheden" van andere landen. Vandaar de Chinese terughoudendheid om Westerse interventies in het Midden-Oosten en Noord-Afrika goed te keuren. Naast een morele verontwaardiging over Westers neo-imperialisme en wat al niet, zit China vooral niet te wachten op bemoeienis in de eigen "interne aangelegenheiden." Lees: Tibet.
Dwingt de crisis in de Soedan China tot een herziening van het buitenland beleid? Ik
wierp de vraag vorige maand al op, maar durf U nog geen antwoord te geven. De Chinezen hebben intussen wel wat anders aan hun hoofd (dag Bo!) maar op de lange termijn hebben ze geen keus. China kan niet op de Amerikanen blijven rekenen om de kastanjes uit het vuur te halen. Barack Obama wil geen tweede "Black Hawk Dawn" zo vlak voor de verkiezingen.