Mogen
studenten hun hoogleraar kritiseren? Ja, dat mag.
Mogen zij hun eigen opvattingen hebben over het voorgeschreven onderwijsmateriaal, zowel wat de prijs van de boeken betreft als de opvattingen van de schrijvers die daarin doorklinken? Ja, dat mag.
Mogen studenten soms een beetje uit de bocht vliegen, onbeleefder zijn dan gebruikelijk, omdat zij in al hun onervarenheid en de hitte van het maatschappelijk debat uit de bocht vliegen? Ja, ook dat mag.
Mogen studenten hele nare niet gebeurde verhalen verzinnen over de hoogleraar met kennelijk geen andere bedoeling hem in diskrediet te brengen? Ik bedoel verhalen die aantoonbaar onjuist zijn omdat van de hoorcolleges videobeelden beschikbaar zijn waaruit klip en klaar blijkt dat de gebeurtenissen zoals door de student worden geschreven helemaal niet hebben plaatsgevonden? Nee, dat mag niet.
Mag het universiteitsblad zo’n verhaal van de student waarvan de ervaren hoofdredacteur moet kunnen vermoeden dat het om een fake verhaal gaat zoiets publiceren zonder het te verifiëren bij de betrokken hoogleraar? Nee, dat mag niet.
Zou de universiteit de student moeten wijzen op haar verantwoordelijkheid? Ja, dat moet wel.
Zou het universiteitsblad de “leuke anekdote” die over de hoogleraar verzonnen is moeten rectificeren als gebleken is dat de anekdote van A tot Z verzonnen door de studente? Ja, dat zou moeten.
Dit is het desbetreffende verhaal waar het om gaat. En dit zijn de boeken waar de student het over heeft:
Cliteur, Paul, en Ellian, Afshin, Legaliteit en legitimiteit: de grondslagen van het recht, Leiden University Press, Leiden 2016. Cliteur, Paul, and Herrenberg, Tom, eds., The Fall and Rise of Blasphemy Law, with a foreword by Flemming Rose, Leiden University Press, Leiden 2016. Klik hier. Oordeel zelf. Oordeel of deze boeken de toets der kritiek kunnen doorstaan.