Laten we onszelf eens aankijken.
Vandaag is het 4 mei, Dodenherdenking. Althans, we herdenken sommige doden. We herdenken de overwinnaars, onze bevrijders, onze verzetslieden en we herdenken hen die door het Kwaad zijn vertrapt. Joden, Roma, Sinti, homoseksuelen en andere gemarginaliseerde groepen. Met Dodenherdenking staan we stil bij hun daden, hun dood en het onrecht dat hun is aangedaan. Door te herdenken benadrukken we het Goede: we eren hen die onze vrijheid en ons leven hebben gered en we rouwen om hen die door het Kwaad zijn gedood. Bij 'het Kwaad' zelf, staan we niet stil. De Duitser willen we niet herdenken.
Voor het gemak hebben we 'de Duitser' tot representant van dat Kwaad gemaakt. De Duitsers waren immers onze vijand. Duitsland heeft verschrikkelijke daden gepleegd in de Tweede Wereldoorlog, daar hoeven we helemaal niet relativistisch over te neuzelen. Integendeel, we zouden juist moeten kijken naar wat er in Duitsland is gebeurd en daar vragen bij stellen. En dan heb ik het niet over half-belegen vragen als 'hoe kon Hitler toch aan de macht komen?', maar veel pijnlijker vragen als: hoe konden doodnormale Duitsers, brandweerdlieden en bakkers, vrijwillig dienst nemen in doodseskaders?
Die vraag is ongelooflijk belangrijk, want het is een vraag die ons waarschuwt, zelfs zonder antwoord. Maar het is een vraag die wij zelden stellen, omdat het een vraag is naar het Kwaad waarvoor wij ook hadden kunnen kiezen. Daarom stellen we het Kwaad op afstand; dan hoeven we ons er niet mee te identificeren. Eenzelfde reflex zien we in proces tegen Breivik: we maken een gestoorde eenling van hem, een wrede moordenaar zonder enige culturele inbedding.
Alles om helder te maken dat Breivik er niet een van ons is en dat wij zo niet zijn.
Desalniettemin is de manifestatie van het Kwaad in de Tweede Wereldoorlog in de grond niet uitzonderlijk. Doodgewone mensen waren er destijds ontvankelijk voor, net als wij nu. De Amerikaanse historicus Christopher Browning heeft dat laten zien in zijn boek 'Ordinary Men : Reserve Police Battalion 101 and the Final Solution in Poland'. De titel zegt genoeg en er gaat een waarschuwing van uit, want wat toen gebeurd is, kan ook nu gebeuren. 'Ordinary men' bestaan nog steeds.
Laten we de Duitsers herdenken, desnoods als de absolute vijand, om lering te trekken uit hun daden en de keuzes die zij maakten. Want ook wij zijn niet immuun voor de verlokkingen van de kant die sommigen van hen hebben gekozen. Door de verliezers in de oorlog, de representanten van het Kwaad, op afstand te zetten en niet te herdenken, hoeven we ook niet wezenlijk over hen na te denken en hun keuzes niet te doordenken. Dat is blind blijven en moedwillig niet willen nadenken over onszelf.
Herdenken is niet alleen statig herinneren, het is ook opnieuw denken.