De Republikeinse voorverkiezingen lijken gelopen. De vraag is dus: waarom zou Newt zich nog zo pijnigen?
Een voor ons hoogstwaarschijnlijk inmiddels obscuur historisch feit is dat voor een Republikeinse would-be presidentskandidaat zondermeer niet: de strijd tussen zittend president Gerald Ford en gouverneur Ronald Reagan, in de kandidaatsverkiezingen van 1976. Normaal gesproken geniet een zittend president een verzekerde kandidatuur. Dit jaar was echter anders. Ford was de enige president die nooit actief een zetel in het Witte Huis had gezocht niet de Presidentsstoel, noch de Vice-Presidentsstoel. Dat maakte een kandidaatsverkiezing logisch, simpelweg om te zien of de Republikeinen deze man überhaupt wel zagen zitten.
Waarom 1976 in het geheugen van Newt gegrift zal staan kent twee aanleidingen waarvan tenminste één een oorzaak moet zijn voor zijn volhardendheid in de huidige strijd. De voor 2012 belangrijkste aanleiding is dat 1976 de laatste voorverkiezing was waarin de Republikeinse Conventie in de buurt kwam van een beruchte Hung Convention. De partij, en haar achterban, was sterk verdeeld over de kandidatuur, en was slechts met grote moeite in staat om die verdeeldheid te beslechten voor de conventie. Is dat bijzonder? Ja, dat is heel bijzonder. De laatste keer dat het zo dichtbij kwam was in de race tussen Robert Taft zoon van voormalig president Taft en Eisenhower, in 1952. En daarvoor in de bizarre race tussen diezelfde Taft, Tom Dewey en de absolute darkhorse Wendell Wilkie. (Een verkiezing die het bestuderen meer dan waard is, aangezien Wilkie won, terwijl hij slechts 0,66 % van de primary stemmen binnensleepte. Alles door uiterst knappe Conventiepolitiek.)
Goed, waarom is dit relevant voor Newt? Zoals gezegd kan hij het eigenlijk niet meer op delegates winnen van Mitt. De staten die in Februari gaan volgen waaronder Nevada morgen en Colorado, Minnesota en Missouri dinsdag gaan zondermeer naar Mitt, wat de man, samen met Florida, voldoende momentum geeft om de lastigere staten binnen te halen. Een ding is zeker, Newt komt niet meer in de buurt van het aantal delegates van Mitt.
Wat Newt echter wel kan doen is proberen om Mitt de noodzakelijke meerderheid te ontnemen, of zoveel delegates te winnen, dat er discussie ontstaat in de partij en haar achterban. Als hij er inderdaad in zou slagen om Mitt de meerderheid te ontnemen, zou dat betekenen dat er daadwerkelijk een ballot komt, een keuze, voor de delegates tijdens de conventie. Dat gebeurd al lang niet meer. Delegates komen formeel opdagen om te stemmen, maar kunnen slechts kiezen uit één kandidaat. Dat is veel minder Noord-Koreaans dan het lijkt, er is immers al gestemd tijdens de voorverkiezingen. Lukt dit hem niet, maar komt hij wel in de buurt, dan blijft de discussie over de kandidatuur van Mitt lopen tot aan de conventie in augustus. Funest voor de Republikeinen, maar goed voor Newt. Dat is immers nog een half jaar weg, dus genoeg tijd om nog eens stevig campagne te voeren voor zijn zaak!
Dan is er nog een tweede reden waarom Newt naar 1976 kan kijken, die allicht vergezocht mag lijken voor de Nederlandse observant, maar voor Newt misschien veel minder onlogisch is. De verliezer in 1976, Reagan, was immers de grote winnaar vier jaar later. Hoewel het uiteindelijke presidentschap in 1976 naar de onbeschrijfelijk waardeloze Carter ging, zijn er veel gelijkenissen te vinden. Allereerst kende de Republikeinen zoals gezegd geen duidelijke kandidaat. Er was te lang gerommel geweest in de kandidaatstelling. Zo ook in 2012. Bovendien werd een president verkozen die slechts op geringe steun van het volk mocht rekenen. Zo ook in 2012, waarin zo het nu gaat Obama helaas zal gaan winnen. Er werd een kandidaat opzij geschoven die een duidelijk en stevig geluid kende, Reagan, waarmee hij in de vier jaar van Carter zijn gelijk kon halen. Zo misschien niet helemaal in 2012, maar Newt´s geluid is altijd nog sterker dan dat van Romney, die in het Witte Huis waarschijnlijk nog minder voor elkaar kan spelen dan Obama tot nu toe heeft gedaan. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat Newt de strijd in 2012 uitzit tot het eind, in de hoop te kunnen evenaren wat zijn grote leermeester voor hem deed; vier jaar later de nominatie en het presidentschap binnenslepen.
Is het een mogelijkheid voor Newt? Vast niet. Maar zelf moet hij er welhaast van overtuigd zijn. Hij zou nooit blijven zitten als hij niet in een van beide vertrouwen had: óf een Hung Convention nu, óf een zekere kandidatuur in 2016. Gekkenwerk? We zullen zien!
Foto: Wikipedia