VVD heeft het moeilijk met koopzondagen

De VVD worstelt nogal met koopzondagen. Aan de ene kant willen de liberalen de vrije markt geen strobreed in de weg leggen. Als winkeliers hun winkel graag open willen gooien op een zondag is dat prima. Daar heeft niemand verder iets mee te maken. Willen ze liever genieten van de zondagsrust, dan is dat ook hun goed recht. Ondernemers kiezen hoe ze willen concurreren, niet de overheid.

Aan de andere kant heeft de VVD in het regeerakkoord beloofd niet te sleutelen aan het aantal koopzondagen. Dat was van belang voor zowel het CDA als de SGP - die in ruil hiervoor het kabinet als bondgenoot, in plaats van als vijand zou beschouwen.

En dat was en is hard nodig omdat VVD-CDA-PVV op 76 zetels uitkomen. De twee zetels van de SGP kunnen doorslaggevend zijn, zeker als een linkse CDA'er een bepaald kabinetsplan niet ziet zitten.

Wat mij bij het volgende punt brengt: net als de VVD-fractie ben ik van mening dat winkels gewoon open mogen zijn op zondag. Al dat gezeur over vervalste concurrentie en dergelijke is juist dat: gezeur. Dit is nu de vrije markt in actie. Kun je of wil je niet meedoen, dan moet je iets anders gaan doen. Daar worden we uiteindelijk allemaal beter van; de sterken, slimmen en innovatieven blijven over.

Maar, en dit is een grote maar, de liberalen kunnen het zich nu niet veroorloven om bepaalde CDA'ers en de SGP-fractie tegen zich in het harnas te jagen. Aan het einde van de kabinetsperiode kan er alsnog het één en ander veranderd worden, maar nu niet.