Veel opwinding in Duitse financiële kringen over het terugtreden van Axel Weber, de president van de Bundesbank.
Weber was tot vorige week de favoriet van Angela Merkel om opvolger te worden van Jean Claude Trichet bij de Europese Centrale Bank. Over zijn beweegredenen is veel gespeculeerd, maar de belangrijkste overweging is waarschijnlijk dat hij het niet eens is met het beleid van de huidige Europese Bank om schuldpapier van de zwakke zuidelijke lidstaten op te kopen. In de strenge Duitse leer geldt dat als de kortste weg naar inflatie, en dat is in Duitsland taboe. Weber, die als 'inflatie-havik' geldt, zou geen zin hebben om binnen de Europese Bank een minderheidspositie in te nemen. Dan zou hij het als president afleggen tegen de zuidelijke lidstaten. Hij achtte zijn geloofwaardigheid in het geding, waardoor bondskanselier Merkel zich plotseling door haar belangrijkste bankier in de steek gelaten mag voelen. Weber overweegt de overgang naar een (goedbetaalde) positie in de particuliere sector bij de Deutsche Bank.
Het standpunt van Weber wordt breed gedeeld in Duitse bankierskringen, waardoor het niet zo makkelijk lijkt te gaan worden om nog een Duitse opvolger voor Trichet bij de Europese Bank te vinden. Peer Steinbrück, oud-minister van Financiën (SPD), die ook even als kandidaat is genoemd, zegt het standpunt van Weber te delen. De houding van Weber doet een beetje denken aan Karl Otto Pöhl, die begin jaren negentig opstapte als president van de Bundesbank, officieel wegens persoonlijke redenen, maar officieus omdat hij het niet eens was met de manier waarop Helmut Kohl en Wolfgang Schäuble (de huidige minister van Financiën) de Duitse monetaire eenwording hadden doorgedrukt. Het werd toen mogelijk om één Ostmark tegen één Westmark te ruilen, voor de economie van oude DDR een economisch rampzalige verhouding, maar politiek gezien een noodzakelijke stap. De Bundesbank werd toen door de hoogste Duitse politiek overruled. Met het redden van de euro, waarbij Duitsland op gezag van Merkel en Schäuble garant staat voor de zuidelijke landen, lijkt dat weer te gaan gebeuren. Het laat de grenzen zien van de macht van de Bundesbank, die weliswaar onafhankelijk is, maar het in noodgevallen aflegt tegen de hogere (geo)politiek.
Dat laatste lijkt mij onvermijdelijk. De Duitse politiek heeft veel, zo niet alles, in Europa geïnvesteerd en wie de Duitse stabiliteitscultuur naar Europa wil overbrengen krijgt daarbij ook te maken met financiële, economische en politieke culturen in andere landen. Dat betekent dat er ook concessies moeten worden gedaan. In die context is het nogal vreemd dat centrale bankiers als Weber zo makkelijk afhaken. Zij hebben kennis van de Europese realiteit, maar lopen daarvan weg op het moment dat het Duitse geluid het meest gehoord en het krachtigst vertegenwoordigd moet worden. Dat is niet sterk, maar zwak. Het roept de vraag op of de Bundesbank werkelijk wel uit bankiers met zo'n rechte rug bestaat. Zo goed hebben Duitse banken het de afgelopen jaren niet gedaan. Provinciale Landesbanken zijn massaal het schip ingegaan op de Amerikaanse hypotheekmarkten, en een bank als de Hypo Real Estate in München moet met tientallen miljarden van de Duitse overheid overeind gehouden worden. Duitse banken zitten ook tot over hun oren in de staatsschulden van de zuidelijke EU-lidstaten, waardoor hun overleven ook in het belang van Duitsland en de andere noordelijke lidstaten (als Nederland) is. Deze hele gang van zaken, waardoor de eurozone uitdrukkelijk tegen de bedoeling van Duitsland in een Schuldengemeenschap (of tranfer-unie) is geworden, is ontstaan onder het oog van de Bundesbank. Falend toezicht dus, van bankiers die zich weliswaar met succes hebben sterk gemaakt voor het behoud van prijsstabiliteit, in Duitsland en Europa, maar tegelijk weinig gevoel lijken te hebben voor de risico's in de rest van de wereld en ook niet echt hebben gewaarschuwd voor de risico's die in de zuidelijke lidstaten werden genomen. En politiek gevoel leggen ze al helemaal niet aan de dag.
Dat politieke gevoel zal nodig zijn, want Duitsland heeft het in Europa niet alleen voor het zeggen, maar moet schipperen met de (krachtige) middelen die het heeft. Dan zijn centrale bankiers die zich terugtrekken als zij hun geloofwaardigheid in het geding achten als zij niet totaal hun zin krijgen slechte raadgevers en vertegenwoordigers. Die Duitse bankiers doen wel sterk en eigengereid, en zijn zeer van hun eigen gelijk overtuigd, maar gedragen zich door op beslissende momenten voor hun verantwoordelijkheden weg te duiken als watjes.