2010 en 2011 zijn echte wonderjaren. Ik overleefde een coma, maar politiek veel interessanter, Vlaanderen werd wakker uit zijn coma, de belgische deze keer.
Het begon goed bij de verkiezingen van 2010. N-VA werd de grootste partij van het land. Zon verrassing was dat niet. Wie een beetje de Vlaamse verzuchtingen kende en die niet afdeed als onbelangrijke bijverschijnselen waarvoor de kiezer geen belangstelling had, wist dat Vlaanderen leefde. Hoe dikwijls hebben we niet moeten horen of lezen dat de kiezer zich niet voor zijn lotsbestemming interesseerde.
Wat ook zeer belangrijk was, en wat nauw verbonden was met het vorige, was dat de CD&V zijn karretje vastmaakte aan dat van de N-VA. Waar is de tijd dat het omgekeerde gebeurde? De CD&V zei Neen, als tot Johan Vande Lanotte, die een Belgicistische nota had opgesteld. De oude CVP had er ongetwijfeld mee ingestemd en de andere Vlaamse partijen ertoe aangespoord hetzelfde te doen. Maar de CVP bestaat niet meer, ondanks de doorzichtige pogingen van sommige Franstalige politici en hun collaborateurs in Vlaanderen. De nieuwe CD&V is er nu echt. Maar zullen ze beseffen dat hun toekomst in Vlaanderen ligt en niet in Belgie?
Wie had durven dromen van zon ommekeer? Niet alle kiezers van N-VA zijn allemaal even onderlegd in het nationalisme. Maar ze hebben perfect aangevoeld waarvoor zoveel geleerden blind voor zijn en waarop de N-VA feilloos heeft ingespeeld: weg met de vreemde heersers. Nationalisme is het streven naar nationale zelfbeschikking. Het wordt dikwijls (soms bewust) verward met zijn vijanden, het etnisch chauvinisme (mijn volk is meer waard dan het jouwe) en het etnisch imperialisme van een volk dat zijn imperium of gezag oplegt aan een ander volk, maar vrij vaak militeert als staatsnationalisme, dat van staatsburgers een natie maakt, zoals de Belgische grondwet dat ook doet. Zelfs Vlaamse nationalisten (of Vlaams-nationalisten) maken die vergissing. Men hoort soms dat de Vlaamse nationalisten en de Belgische nationalisten een eeuwige en onbegrijpelijke strijd uitvechten die legitiem is of illegitiem. Maar het is geen strijd van nationalisten onder elkaar ten voordele van een andere natie. Hen beiden nationalisten noemen verduidelijkt helemaal niets. Het is een strijd van nationalisten, soms pleonastisch volksnationalisten genoemd (vooral, maar niet uitsluitend, Vlamingen, die nationale zelfbeschikking willen, (soms overbodig volksnationalisten genoemd) tegen imperialisten (vooral, maar niet uitsluitend, Franstaligen (die het voor Belgie opnemen) en niet van staatsnationalisten, staatspseudonationalisten, dat wel.
Nationalisme is rechts noch links. Dat bewijzen de vele nationalisten, zoals in Ierland, Baskenland en de veel linkse anti-kolonialisten in Afrika. Het nationalisme in Vlaanderen wordt vooral met rechtse partijen geassocieerd, terwijl Belgicisme vooral met linkse partijen wordt vereenzelvigd. Dat is natuurlijk zo, maar niet noodzakelijk, dat men zich politiek anders wil uiten dan de grootste partij van de tegenspeler. Nationalisme in se is niet rechts of links. Wie dat zegt, gaat mee in de logica van het geliefkoosde vijand, het Vlaams Belang. Uit eigen ervaring weet ik dat het VB geen nationalistisch partij (meer) is. Het neemt soms nationalistische taal over, maar heeft er problemen mee wie juist tot dat Vlaamse volk behoort. Het VB, niet de N-VA, wil het bijna onmogelijk maken dat mensen van Arabische afkomst Vlamingen kunnen worden. Maar waarom is het zo belangrijk dat men goed overeen komt met het Front National (hier neemt men nationaal als komende van nation, dat in het Frans verkeerdelijk is afgeleid van nation als alle staatsburgers, terwijl het Nederlandse natie en het Duitse Nation veel meer verwijst naar een volk, voor wie geen onderdanigheid wil aan een ander volk), dat totaal geen gehoor geeft aan de niet-Franse volkeren in de zeshoek, onder wie het Vlaamse of Zuid-Nederlandse, maar het steeds heeft over de Fransen, de burgers van de Franse staat. De laatste stoot van Dewinter, wiens niet-nationalisme een publiek geheim is in het Vlaams Belang (God verbiede dat die partij echt het Vlaamse belang nastreeft), is zijn aanbidding voor de Tea Party in Amerika, helemaal geen nationalistische partij, maar heel rechts. En zoals het meelopers betaamt, zit de partijraad ook deze keer naar de lichtbak van Dewinter te kijken. Zelfs N-VA wordt rechts genoemd naar de (vermeende) politieke voorkeur van de voorzitter (die zichzelf conservatief noemt, niet rechts, denk ik), maar niet van de partij. Het nationalisme gaat de traditionele tegenstellingen tussen politieke partijen vooraf. Het is geinteresseerd in wie een legitiem staatsburger kan zijn en wil niet dat leden van andere volkeren legitiem het politieke gezag uitoefenen.
Belgicisten van het genre Pol Buisse zijn ten einde raad. Buysse zegt verrassend dat hij, als Belgie een aandeel was, het zou kopen. Misschien moet hij eens het advies vragen van professor economie Paul De Grauwe, die zijn sporen heeft verdiend onder, of is het tegen?, paars. Academici prostitueren geregeld hun academische titels om hun eigen politieke voorkeur meer glans te geven. Ik ben heel kritisch daarover, niet omdat ze pro-Belgisch zijn het recht van de vrije meningsuiting geldt voor iedereen, ook voor hen met een foute of onpopulaire mening. Maar academici zijn ideaal gesproken niet iedereen. Ik probeer mijn studenten duidelijk te maken dat een academische paper zonder (goede) argumenten waardeloos is. Vervelend is het dat we steeds maar pleidooien pro Belgica te lezen en horen krijgen die intellectueel amper onderbouwd zijn. In hun wereldvreemdheid doen ze trouwens denken aan veel westerse regeringen die bondgenoot dictator Moebarak steunden omwille van de stabiliteit tegen de bevolking van Egypte. Met zon medestanders heeft Belgie geen tegenstanders nodig. Hoe sneller een paar academici en columnisten dat doorhebben, hoe beter voor ons allen.
Allemaal goed en wel, maar waarom moet ik de Nederlanders hiermee vervelen? Nederland verstopt zich te vaak achter de niet-inmenging in de interne zaken van een bevriende staat. Het is te staats en te staatkundig. Een deel van het Nederlands volk woont in Vlaanderen. Te dikwijls hebben de Noord-Nederlanders het over de Pelgen, en ze bedoelen dan vaak de Vlamingen. Het zou niet slecht zijn dat Nederland officieel zegt dat het snapt wat er in het zuiden aan het gebeuren is en dat het bezorgd is om de Zuid-Nederlanders. Het volstaat niet dat heel wat Nederlanders hun heimelijke hoop hebben, vooral in zuid (Noord-) Nederland. Het spreekt vanzelf dat heel wat Nederlanders uit Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Brabant en Limburg heel wat meer gemeen hebben met de Vlamingen dan met de mensen van boven de Moerdijk dan een zachte g.
Wij passen Luctor et emergo zonder officiële hulp vanuit het noorden. De wetenschap dat er een nieuw land bijkomt volstaat niet. Wij hebben recht op meer dan wat meewarige sympathie. Waar blijft het opgestoken vingertje uit Nederland?
GVC geeft nationalisme en `Griekse filosofie aan de G. Washington University in Washington, DC.