Hoe korter de uitkering, des te sneller vinden werklozen weer een baan.
Michael sprak zich dit weekeinde al
voorzichtig positief uit over de aangekondigde ontslaghervormingen van het kabinet. Vanaf juli 2015 zouden WW'ers namelijk al na een half jaar elke baan moeten aannemen, ook als die niet aansluit bij hun opleiding of ervaring. Er zijn vacatures genoeg, dus het is, zeker in een tijd van loonmatiging en lastenverzwaringen voor iedereen die wel werkt, niet uit te leggen dat anderen rustig maandenlang op kosten van de samenleving thuiszitten, omdat ze weigeren werk te doen dat wellicht beneden hun niveau is.
Belangrijker is echter de geplande verkorting van de WW. Vanaf januari 2016 zou die geleidelijk van maximaal 38 naar 24 maanden worden teruggebracht. Werknemers en werkgevers mogen in cao-afspraken overeenkomen dat de duur in bepaalde bedrijven of bedrijfstakken 38 maanden blijft. Wat mij betreft mogen ze een oneindige WW afspreken, ook al is dat economisch onverstandig. Idealiter zou de overheid er helemaal niet aan te pas komen en betalen de werknemers en vakbonden het hele systeem zelf. Voor een langere WW moeten de sociale partners dan ook zelf voor de kosten opdraaien. Dat is een stap in de goede richting.
Tegenstanders vinden een WW-verkorting in een tijd van oplopende werkloosheid moeilijk te verteren, maar het kan juist een impuls geven aan de werkgelegenheid. Zeker wanneer het economisch tegenzit, zijn bedrijven terughoudend om personeel in dienst te nemen wanneer zij bij ontslag zo lang een uitkering moeten doorbetalen. De
ervaring in andere landen is ook dat werklozen vaak een baan vinden op het moment dat de uitkering ophoudt. Met andere woorden: er zijn veel werknemers die er geen moeite mee hebben om maandenlang van een uitkering te leven en pas aan de slag gaan op het moment dat ze geen andere keuze hebben.
Die bereidheid om in de uitkering te blijven wordt in Nederland versterkt door het feit dat werknemers en werkgevers voorheen gezamenlijk de WW-premie betaalden. Werknemers zagen de afdrachten op hun loonstrookje en werd verteld dat zij 'spaarden' voor hun eigen werkloosheidsuitkering. Dan is het niet vreemd dat werknemers na een ontslag 'hun' spaargeld terugvorderen door langdurig in de WW te blijven.
In werkelijkheid werd de last vooral door de werkgever gedragen en dat is sinds 2009 geformaliseerd. Werknemers hebben de afgelopen jaren helemaal geen WW-premies meer betaald. In het sociaal akkoord was afgesproken dat zij vanaf 2016 weer zouden bijdragen.
Beter zou zijn die premie vrijwillig te maken. Werknemers kunnen er dan voor kiezen mee te betalen aan de WW en behouden het recht op een overheidsuitkering -- of stoppen het geld in eigen zak. Daar kunnen ze een private werkloosheidsverzekering van betalen of uitgaven doen die ze belangrijker vinden, zoals een nieuwe auto of een vakantie. En dat is dan toch weer goed voor de economie?