Wie had dat nou gedacht?
Toen het vorige kabinet bekend maakte 200 miljoen te willen bezuinigen op de cultuurbegroting was cultuurland Nederland te klein. De PvdA sprak van een "
roofoverval op de kunsten", D66 beschuldigde staatssecretaris Zijlstra ervan "
de motorzaag in de cultuur" te hebben gezet. Er werd zelfs een heuse
Schreeuw om Cultuur-demonstratie georganiseerd waarbij de massaal toegestroomde cultuursector waarschuwingen mocht aanhoren als die van acteur Roeland Fernhout: "Het zaallicht zal uitgaan en het zal donker worden". Nederland stond voor een culturele apocalyps, zoveel was duidelijk.
Fast forward naar vandaag. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Jet Bussemaker publiceert een
Kamerbrief over de gevolgen van de cultuurbezuinigingen. De voornaamste feiten op een rij: de totale netto subsidiebijdragen van rijk, provincie en 35 grootste gemeenten zijn sinds 2011 met 125 miljoen gedaald. In de zogeheten culturele basisinfrastructuur bevonden zich in 2011 172 gesubsidieerde instellingen. Daarvan ontvingen in 2013 nog maar 91 een subsidie - net iets meer dan de helft dus. In de rijkscultuurfondsen (voor podiumkunsten, letteren, film etc) verloren nog eens bijna 100 instellingen hun subsidies.
Roofoverval! Motorzaag! Of toch maar niet. Want, zo concludeert de minister, "veel instellingen die geen structurele subsidie meer ontvangen van de overheid [weten] hun activiteiten vooralsnog te continueren." O
p het totaal van 173 instellingen die geen subsidie meer ontvingen blijkt minder dan een kwart uiteindelijk de deuren te moeten sluiten. Op het totaal aantal instellingen (gesubsidieerd plus ongesubsidieerd) is dat zelfs minder dan 10 procent. Voor de betrokken instellingen zonder meer vervelend, maar buiten is het crisis dus de kans dat de sector de afgelopen jaren in zijn geheel ongeschonden zou doorkomen was sowieso miniem. "Kaalslag vermeden", kopt de NOS dan ook niet voor niets. Wij van DDS zijn verre van verbaasd. We hebben er destijds al op gewezen dat er buiten de overheid nog
een wereld aan cultuurfinanciering te winnen viel in het bedrijfsleven en dat cultuursubsidies
sowieso niet nodig zijn om kunst te kunnen produceren, sterker nog: dat het principieel zelfs beter is
als de overheid de cultuursector helemaal niet subsidieert. Maar we lopen ook lang genoeg mee om te weten dat voor elke millimeter deregulering en elke euro belastingteruggave keihard strijd zal moeten worden geleverd tegen de krachten van behoud, de bangmakers die meteen gaan schreeuwen om te houden wat ze hebben. Trapt u daar dus volgende keer maar niet meer in.