Als verkiezingen de oplossing boden, was in Oekraïne helemaal geen opstand uitgebroken.
Op aandringen van Duitsland, Frankrijk en Polen stemde de Oekraïnse president Viktor Janoekovitsj gisteren in met een aantal hervormingen om de onrust in zijn land een halt toe te roepen. Er moet een regering van nationale eenheid komen, het parlement krijgt in de toekomst meer macht dan de president en er komen vervroegde verkiezingen. Vooral dat laatste moet een einde maken aan de crisis, waarbij de Europese landen natuurlijk hopen dat Janoekovitsj het veld ruimt ten gunste van een pro-Westerse kandidaat.
Verkiezingen zijn echter niet genoeg om een einde te maken aan de impasse die de Oekraïnse politiek al tien jaar in haar greep houdt.
De onrust van de afgelopen maanden had vooral plaats in het westen van Oekraïne. Het oosten, waar zo'n acht miljoen Oekraïners van Russische komaf wonen, die in de laatste verkiezingen bijna allemaal op Janoekovitsj stemden, bleef rustig.
Janoekovitsj won de verkiezingen in 2010 met zo'n een miljoen stemmen. Eerder, in 2004, had hij de verkiezingen nog verloren van Viktor Joesjtsjenko die zijn land zowel de Europese Unie als de NAVO wilde inloodsen. Maar in beide verkiezingen kreeg hij ongeveer evenveel stemmen: 12,5 miljoen. In 2010 kwamen er in het westen van het land simpelweg minder kiezers opdagen, waardoor het pro-Westerse kamp verloor.
Uit peilingen blijkt dat een meerderheid van de Oekraïners op den duur lid wil worden van de Europese Unie, maar in het oosten van het land heeft men minder haast. Deel van de bevolking daar ziet ook wel wat in aansluiting bij de douanieunie tussen Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. De Russische president Vladimir Poetin wil deze groep omtoveren in een 'Euraziatische Unie' waar vanzelfsprekend Oekraïne deel van moet uitmaken. Dat is immers de grootste van de voormalige Sovjet-republieken en, in tegenstelling tot landen in de Kaukasus en Centraal-Azië, niet islamitisch. Zonder Oekraïne stelt de 'Euraziatische Unie' van Poetin niet veel voor.
Oekraïne is verder zeer afhankelijk van de handel met Rusland en andere oud-communistische landen. Maar liefst 60 procent van de Oekraïnse export gaat naar dat blok. Oekraïne importeert 60 procent van haar aardgas en 90 procent van de olie die het nodig heeft. Beide grondstoffen komen vooral uit Rusland.
Rusland dreigde vorig jaar de grens met Oekraïne te sluiten als het land een associatieverdrag met de Europese Unie zou aangaan. Dat was voor Janoekovitsj blijkbaar aanleiding om het verdrag op te zeggen, of op z'n minst uit te stellen. Oekraïne is nog te afhankelijk van Rusland om definitief voor Europa te kunnen kiezen.
Daar denken veel Oekraïners anders over. Die kwamen massaal bijeen in de hoofdstad Kiev om tegen het beleid van Janoekovitsj te demonstreren. Maar het gaat niet alleen om beleid. De Oekraïners in het westen van het land, wiens voorouders onder het bewind van de Oostenrijkers en later de Polen opgroeiden, zijn vaak katholiek opgevoed en voelen zich weinig verwant met de Oekraïners in het oosten. Dat deel van het land maakte eeuwenlang deel uit van Rusland en de mensen zijn er overwegend orthodox.
In oost en west wonen ongeveer evenveel Oekraïners. Afhankelijk van de opkomst leiden verkiezingen er alleen maar toe dat dan het oosten de overhand krijgt en dan weer het westen. Dat lost op de lange termijn dus niets op.
De belofte van vervroegde verkiezingen en grondwettelijke hervormingen die het ambt van de president moeten verzwakken lijkt de situatie in Kiev enigszins tot bedaren te hebben gebracht. De afgelopen twee dagen stierven tientallen demonstranten in aanvaringen met de politie. Enige oplossing die aan het geweld een einde kan maken is toe te juichen, maar in de kern is er nog niets veranderd.