Er is dus écht één land waar de Arabische lente geen kille islamistische winter bleek te zijn.
Toen in 2011 in heel Noord-Afrika revoluties uitbraken waarbij vaak decennialange dictaturen ineens en vrij plotseling leken te sneuvelen, reageerden hele volksorden in het westen even verbaasd als extatisch. Nu zou de hele Maghreb democratisch en welvarend worden, en de wereld werd een mooie en liefdevollere plaats! En links, natuurlijk. Alles werd rozengeur, manenschijn en sociaal-democratie.
De praktijk leek toch een stukje weerbarstiger. In Marokko voerde de koning alleen wat cosmetische veranderingen uit, waarna islamisten snel de macht konden grijpen. Khadaffi van Libië werd vervangen door een zooitje ongeregeld en lijkt verworden tot een anarchistisch land waar niemand nog het geweldsmonopolitie bezit, en iedereen een robbertje meevecht om te worden gezien als 'dé' legitieme vertegenwoordiger van heel Libië.
Egypte probeerde het met de Moslimbroederschap, maar ging uiteindelijk weer terug naar 'gewoon' een legerchef. Hele revolutie, halve land in puin.. daar zijn al die protesten allemaal voor niks geweest.
En het meest pijnlijke voorbeeld is waarschijnlijk nog wel Syrië. In de slipstream van de Arabische Lente vond één van de gevaarlijkste terreurbewegingen allertijden - ISIS - de voedingsbodem die ze nodig hadden om een extremistische soennitische staat op te richten.
Gelukkig is er één uitzondering, waar men wel zowel secularisme als democratie lijkt omarmd te hebben: Tunesië. Gisteren waren daar presidentsverkiezingen, en het ziet ernaar uit dat het huidige islamistische staatshoofd wordt ingeruild voor een gematigder exemplaar:
De Tunesische presidentskandidaat Beji Caid Essebsi heeft gisteren de overwinning opgeëist bij de presidentsverkiezingen. Volgens zijn campagneteam blijkt uit de eerste uitslagen dat el-Sebsi een duidelijke voorsprong heeft behaald op zijn rivaal, de huidige president Moncef Marzouki.
Als Essebsi wint en het presidentschap van Tunesië kan bemachtigen betekent dat een aantal dingen:
- Ten eerste dat er dus democratische machtsovergang mogelijk is. Politiek leiders lijken dus bereid af te treden als ze in eerlijke verkiezingen worden verslagen.
- Ten tweede dat revolutie in deze landen dus niet per sé leidt tot de vestiging van een extremistenparadijs.
Tunesië is dus een land om te koesteren. Het houdt de droom levend dat ook ooit landen als Syrië, Iran, Nigeria, Saudi-Arabië en de Palestijnse gebieden zich kunnen lostrekken van de radicale islam en zich kunnen ontwikkelen tot moderne, seculiere staten waarin de rechten voor iedereen gewaarborgs zijn en blijven.