Terwijl Nederland vorige week terecht in rep en roer was als gevolg van de door de Senaat verworpen zorgwet en de dreigende “constitutionele coup” van de coalitie, spelen er op de achtergrond zaken die nog veel belangrijker zijn voor welvaart, rechtsstaat en democratie.
Dan heb ik het natuurlijk over
de euro. Terwijl de aan gratis geld verslaafde financiële markten zich opmaken voor een ronde Europese Quantitative Easing (QE) en dan het liefst in de meest pure vorm, namelijk het massaal opkopen van waardeloze Zuid-Europese staatsobligaties door de ECB, begint achter de schermen wel degelijk twijfel te ontstaan over de houdbaarheid van de euro.
Zo schreef de in EU-kringen zeer goed ingevoerde Britse journalist Ambrose Evans-Pritchard een paar weken geleden dit
boeiende artikel over de toenemende strijd binnen de burelen van de ECB. Evans-Pritchard wijst erop dat de laatste
statement van Draghi niet ondertekend werd door drie van de zes
Executive Board leden van de ECB en noemt dat een nog nooit eerder voorgekomen vorm van muiterij. Het gezag van Draghi is tanende.
Evans-Pritchard is eerlijk genoeg om toe te geven dat Draghi tot nu toe een uitstekende job heeft gedaan als euro-redder. Hij geeft zelfs toe, dat Draghi gelijk heeft met zijn stelling dat de monetaire unie met one-size-fits-all euro alleen kan slagen als er een volledige politieke-, transfer-, banken- fiscale unie komt. Maar de hamvraag is natuurlijk of we dat überhaupt wel willen, aangezien deze Europese superstaat het einde zou zijn van de democratische rechtsstaat zoals we die kennen.
Evans-Pritchard is in ieder geval mordicus tegen die Europese superstaat en heeft zijn hoop nu gevestigd op het verzet in Duitsland, aangevoerd door de president van de Bundesbank, Jens Weidmann. Ook het Bundesverfassungsgericht kan nog roet in het eten gooien. Evans-Pritchard is niet de enige insider die constateert dat er inmiddels grote twijfels zijn in de top van de EU over de slagingskans van de euro, al sijpelt dat maar mondjesmaat naar buiten.
Ook journalist Peter Osborne denkt dat de eurozone op het punt staat uiteen te vallen, zie
dit artikel. Osborne meent dat de zwakkere eurolanden met hun ondraaglijk hoge werkloosheid vermoedelijk zélf op enig moment uit de eurozone zullen stappen als de sociale en politieke onrust te groot wordt. Hij meent dat uiteindelijk een mini-eurozone zal overblijven, bestaande uit Duitsland en Frankrijk en enkele lidstaten, met daaromheen landen die weer een eigen munt zullen voeren. Een dergelijk scenario zou gunstig zijn voor David Cameron en diens wens voor een flexibele, hervormde EU.
Nu zal de kritische lezer misschien tegenwerpen dat Britse journalisten per definitie eurosceptisch zijn. Maar wat te denken van
deze bijdrage van DFT sterjournalist en EU-expert Martin Visser. Onder de veelzeggende titel
Eurodrama maakt Visser in dit stuk– achter betaalmuur – gehakt van de toestand waarin de eurozone zich bevindt.
Zelden heb ik Martin Visser zo openhartig zien schrijven over de eurozone. Zo schrijft hij:
“De muntunie is nauwelijks levensvatbaarder dan voor de crisis. De euro wordt – terecht – gezien als oorzaak van de aanhoudende ellende”.
En op het einde van het artikel:
“Het wachten is tot de eerste anti-europartij aan de macht komt en de afbraak van het project gaat beginnen. Politici die denken dat de crisis voorbij is, onderschatten dit ressentiment. Deze bom kan komend jaar ontploffen, daar helpt geen enkel medicijn van Draghi tegen”.
Hulde voor Martin Visser, die dit standpunt vorige week bij
BNR-nieuwsradio nog eens herhaalde en sprak overde trieste situatie in Zuid-Europa (ca. 25% werkloosheid, 50% jeugdwerkloosheid) en het “ongelooflijk ingewikkelde medicijn” die we door de eenheidseuro opleggen aan deze landen (verlaging van lonen en prijzen in plaats van de traditionele oplossing van muntdevaluatie). Het ambitieuze Plan Juncker (300 miljard investingen) noemt Visser een
fopspeen. Hij ergert zich aan de EU-elite, die zodra de microfoon uit staat roepen dat het fout was om ooit aan de euro te beginnen, maar wollige verhalen houden zodra de microfoon weer aan staat.
Nu is het helaas zo: met deze EU-elite weet je het maar nooit. Ze hebben er geen probleem mee om langs ondemocratische weg de EU-superstaat te vestigen, gebaseerd op het dictaat van de “one-size-fits-all euro”. Daar zijn ze al jaren mee bezig. Toch heb ik de indruk dat de tegenbeweging sterker wordt en dat de euroscepsis groeit – ja, zelfs bij de elite. De euro-panelen beginnen langzaam te schuiven.
Laatst zei iemand: de euro zal waarschijnlijk op een regenachtige zondagmiddag worden afgeschaft. Eerlijk gezegd boeit het me niet
hoe het gebeurt,
als het maar gebeurt, want een Europa zonder
monetaire flexibiliteit is de dood in de pot, voor de economie én voor de democratie. Dat ik zelf open sta voor een alternatief als
The Matheo Solution waarbij de euro als
betaalmiddel en wereldwijde reservemunt overeind kan blijven, maar er weer landspecifiek monetair beleid gevoerd kan worden, zal de lezer genoegzaam bekend zijn.